Leyden, van | 1334

Rek Hen Huis I p 160, 162

Achternamenindex

de lentebede in Rijnland: Calfsloe, des burchgraven ambocht, 3 £; de herfstbede in Rijnland: Calfsloe, 3 £

Sandhorst, van | 1394

Rek Rentmeester Noordholland 1394 fol 36v gedrukt p 72

Achternamenindex

uit de herfstbede van Rijnland, in Zoeterwoude: Phillips van Zanthorst, 40 sc; in Wassenaar in 's burchgraven ambacht: idem 4 £

Gheryt Berwoutsz | 1463

Kerkelijke Rek Haarlem fol 17v

Voornamenindex

Ruysch Claesz op Burchgraven Veen gegeven van dat land dat Gheryt Berwoutsz die kerc gaf, dat morgengeld van 4 jaren, 3 st 1 oort

Duvenvoorde, van | 1394

Rek Rentmeester Noordholland 1394 fol 36, 36v gedrukt p 72

Achternamenindex

rekening rentmeester NH: uit de lentebede in Rijnland, in Voorschoten: Aernt van Duvenvoorde 4 £. In Wassenaer: in s burchgraven ambacht Aernt van Duvenvoorde 10 £; in Noertich: Aernt van Duvenvoorde 3 £

1497-01-23 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 7

Jaartallenindex

Philips beleent Gerrit van Lochorst Jansz na dode van zijn vader Jan van Lochorst met 12 morgen lands gelegen ter …......, in des burchgraven gerecht van Leijden, west, noord en oost: die dycksloot, zuid: die heren van St Jan. Te houden tot een erfleen. Daar Gerrit onmondig is, doet Cornelis Evertsz de eed. Op 1510-04-24 doet Gerrit van Lochorst zelf de eed

present: Ingelram de Jonge, Adriaen van Raveschot, Dirck van Boneem; 1510: Ysbrant van Schooten, Tielman van Dullekum, Pieter Plumion, leenmannen

Leyden, van~ | 1349-1350

Rek Rentmeester Kennemerland

Achternamenindex

"s burchgraven veen tienden" te Aelsmeer, voor 5sc verpacht door de graaf aan jonge Heyne (798 fol 14); 1363-1364: (811 fol 18v) van zijn leen 28sc 9d; 1374: (817 fol 16) van zijn leen, 30 sc

1405-10-24 | Leiderdorp

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 62v/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

ick Jan Grietenz, schout te Leiden, doe condt, dat ick ontfangen heb van den Sartroysen wonende buiten St Geerdenberg als van myns liefs heren wegen 100 nobel, ende van myns heren burchgraven wegen 25 nobel, roerende van Vranck Diedwyenz erfenis. Ende love die Sartroysen voirs. van die 125 nobel schadeloos te houden. Bezegeld anno 1405 des Saterdages na St Lucasdach (vgl 1400-01-16, 1405-05-10, 1405-05-13, 1406-01-02)

1498-01-10 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 13v

Jaartallenindex

Philips beleent Johan here van Wassenaer met alle alsulcke heerlijkheden, hoge- en lage, tollen, tienden, huysen, landen, renten en goeden, hem aangekomen bij dode van onse getrouwe ridder, …... ende camerling Johan here van Wassenaer [er staat: Nassau]. Te houden volgens de brief dd 1447-09-10, gegeven bij wijlen Jacob here van Wassenaer, burchgraven van Leyden. Hij beleent hem niet met datgene wat wij geresigneerd hebben buiten het burggraafschap van Leiden. Item hebben wij hem beleend met de hoge heerlijkheid van twee dorpen, nl Voorschoten en Catwijk, naar uitwijzen van de brief gegeven aan de vader van Johan voorn, dd 1460-01-13 (1459). Daar Johan nog onmondig is, doet heer Philips van Spangen, onse ridder en Raat, de eed voor hem

present: mr Gerrit van der Mye, onse Raad, Ingelram de Jonge, Crispyn Jansz

Borchgrave | 1569-03-26

R.A.Arnhem Recht Arch Heerlijkheid Ammerzoden Inv 242, 244

Achternamenindex

schepenen oorkonden dat Hacke van Tiell belooft Jan Borchgreeff schadeloos te houden aangaande een koij (?) uit sterfhuys van Goirt Ariensz; 1635-10-27: belending van 3 hont land op de Cleyne Vercht: Nel Burchgraven (Dit land wordt toegewezen aan de kinderen van Adriaen Jansz Lieffmeye); 1636-05-26: Nel Burchgraven heeft Adriaen Aerts als haar gecoren voogd, herroept de making die zij op 1625-08-25 voor schepenen van Ammerzoden gemaakt heeft. Aan de armen vermaakt zij hetgeen Adriaen Aertsz haar van koren schuldig is; 1637-06-28: Neel Jans Burchgreeff nemende tot voogd Peter Jansz de Gier, doet vertichtnis tbv Heylken Thonis, weduwe van Henrick Heymensz, van de helft van 3 morgen land liggende met de voors. Heijlken onverscheyden en onverdeelt op Wordragen met last van een halve roe dijck gelegen in den Hoorencamp boven gelegen Cornelis Gisbertsz erven en beneden: de heer van Ammerzoden

Ammerzoden

1521-11-06 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Asperen, Altena fol 3

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor heer Gerrit heer tot Assendelft als substituut van de stadhouder generaal, Jan van Outheusden opdroeg tbv Splinter van Hargen Andriesz, de navolgende percelen van leen: 1) een hofstadt met eenre huijsinge daerop staende, gelegen in den lande van Altena in den gerechte van Almkerk tot Muylwijck, en ½ hoeve lants tot Muylwyk daeraen gelegen, 2) een boomgaert en 1½ morgen lants daeraen gelegen in den gerechte van Almkerck tot Muylwijck, belend an beyden siden: Dirrick die Burchgraven erve was. Vervolgens wordt Splinter met deze lenen beleend, 1) te houden tot een recht erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven, leen van Holland, en 2) te houden van onser heerlijkheid van Putten tot een recht erfleen. Daar Splinter onmondig is, doet mr Anthuenis van Bronchorst de eed voor hem. De belening op eigen naam ontbreekt

leenmannen: Floris van Assendelft, heer van Goudriaen, Lambert Millinck, heer van Eeten en Meeuwen, Cornelis Barthouts