2 resultaten
1541-08-05 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 115v-120
Jaartallenindex
jhr Maximiliaen van Bourgoignen, heer van Beveren etc wordt na dode van zijn vader heer Adoph van Bourgoignen, Ridder, Raad en Camerlinc en admiraal van de zee, beleend met: 1) die steden, landen en heerlijkheden van Vlissingen, Westcapelle en Domburch, alles zoals vermeld in de koopbrief van wijlen heer Wolphaart van Borssele; 2) die stede, vrijheid en heerlijkheid van Brouwershaven, zoals de koopbrief van idem; 3) alle die erfnissen, thienden, ambachten etc. buten den ouden Zwene, door Sandyckpolre, streckende byzuiden OLVr kerke in den polre, voort langes bij den dycke tot Ryckendamme toe, also als men bij der poorte van den uithoeven van Duynenhoofde, dwers deur die duynen in de zee. Daartoe 80 gemeten lands in de polre, daer die broeders van het Duitsen huize in woonden; 4) die veste en woninge tot Sandenburch, mitten boomgaerden etc; 5) die veste ter Veere, alomme haven, havengelt, havendyck, molen etc; 6) 300 gemeten ambachts in Zantwyck, die wijlen heer Hendrick van Borsselen verwierf, om daarmede te meerderen die stede van der Veere etc; 7) die veste ende woninge tot Duijnke in het land van Walcheren etc; 8) alle die huysinge ende die woninge staande tot Poppenbergh ende alle die erve die wijlen heer Claes van Borsselen, heer van Brugdamme en zijn vrouw Maria van Ernemuyden liggende hadden in Poppenberch en Brugdamme etc; 9) alle goeden en rechten in Duvelant, zoals vrouwe Anna van Borsselen en haar voorzaten die bezeten hebben, behoudelijcken 15000 Vrancken als wijlen der vrouwe van Ravesteyn in dote en medegave gegeven is geweest, onder condite dat dit na haar dood aan de grafelijkheid zou terugkeren; 10) het land genaamd Clein Dreyschor of heren Jansland etc; 11) de ambachtsheerlijkheid van zuitgorssen ende slyklanden genaamt Rosenboom, Ruytstoppelen, die Weelde, Graafnisse, dat men noemt Beckinslant, liggende over die Zype, nevens den stroom van den keeten in beoosterschelt etc [verkort weergegeven]
leenmannen: Cornelis Barthout, Willem van der Criep, Anthonne Lebucq
1531-04-12 |
Arch Abdij Egmond Inv no 344
Jaartallenindex
heer Willem Jansz van sGravensande, deken, heer Jan Dirksz, heer Heer Jansz, Heer Claes Heijcop Geritsz, heer Albrecht Dircksz, mr Jacob Claesz en mr Wouter Magnusz, canoniken van St Catrijn voer den huijse ende slote van Egmond, oorkonden dat zij met consent van onsen lieven etc vrouwe Magdalena geboren gravinne van Werdenberg, gravinne en duwagiere van Egmond, geruild hebben met heer Willem v.d. Goes, abt van Egmond, here Benedictus van der Elburch, prior, Heer Bernardus senior, pastor van Egmond, here Dirck van Arsen ende here Arnolt van St Geertruidenberg, kellenaer, monniken van de abdij Egmond, de nageschreven goederen, onsen capittel toebehorende: 1) Aeffgescamp, groot 1½ morgen in den ban van Egmond, byzuiden de abdij int viercant allomme belent met landen den abdye toebehorende, 2) een stuck lants mits in den Hem in den banne van Backom, groot 18 zwadt, belend zuid, west en noord: landen van de abdij, 3) een acker genaemd die lange acker in de ban van Egmond tot Rinnegom, belend zuid: Aerian van Riewijck, oost: Heer Jan Symonsz priester met Allert Jansz, noord: Jan Thaemsz van Alcmaer, west: die Noetwech, 4) 3 halve weers op Zammer in den ban van Egmond, belend zuid: Cornelis Dirksz, oost: Aerian Werboutsz, noord: Celije Symon Jansz weduwe, west: die gemene wech. De abt van Egmond staat hiertegenover aan het kapittel af: 1) een weyde lants in de ban van Egmond oestwert van Rinneghem, nu ter tijt gebruyckende Duyff mr Garbrands weduwe van Egmond opt Zee, belend zuid: dat voirs convents hoyland met dat eijnt dat mr Garbrant voirs. ofgedolven heeft, oost: Claes Jansz Cantert van Hairlem, noord: Joeris [?] Dircksz Smit, west: die Zoemerwech off dyck. Bezegeld door deken en capittel en door vrouwe Magdalena uit naam van haar zoon here Johan grave van Egmond here van Purmerend, die nu ter tyt utlandich is in 's keysers dienste. Met transfix waarbij Vrouwe Magdalena in deze ruil consenteert, met haar zegel. Bij een derde akte van dezelfde datum beloven deken en kapittel dat als de ruil niet slaagt, dat zij dan elk hun eigen goederen weer terug zullen ontvangen
zegsluden en arbiters: Jacob van Egmond, baeliu van Egmond, Matijs Geritsz, Jan Geritsz, Dirck Willemsz jonge Backum [sic !] ende Aerian van Riewyck, schout van Egmond