camerlinc | camerlincs | camerlincsz | camerlincx | camerling | camerlingh | camerlink
29 resultaten
Oosterwijk, van | 1362-10-08
R.A.H. Coll Aanw 50 fol 55v, 51 fol 15, 97 fol 92v
Achternamenindex
Coen van Oosterwijk verkoopt aan zijn broer Gerard (onsen camerlinck), ½ hoeve land in het gerecht van Jaersvelt, Blakenborch gelegen; 1364-01-26 (1363): verkoop aan Ye Lambrechtsz
Camerling | 1636-04-18
Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv no 51
Achternamenindex
losrenten kantoor Enkhuizen: verschijndag 05-30, Floris Camerling, oud schepen tot Enkhuizen fl 1000 - fl 40; 1648-09-10/09-20: Floris Camerlinck, schepen tot Enckhuysen fl 1300 - fl 52
1491-11
folio 126v CXXIV 1489-1492
Transportregister Haarlem
Symon Woutersz verkoopt Jan Willemsz twee cameren mit horen erven staende an malcanderen op tie Raecx, an d'een zijde: Gheryt Bouwinsz, an d'ander: Aernt van Camerlinck, afterwaerts streckende an Bertolmeus de scoemaker
Camerlinc | 1431-1432
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Reyntgen mynre genad. vr. van Holland camerlinc heeft van minen heere van Bourg. vercregen die tienden van Twisch, daerof niet ontfaen (862 fol 3v); 1430-1431: (861) idem; 1432-1433: (863 fol 5v) de tienden van Twisk zijn gegeven Reyntgen Tay, camerlinck van de vrouwe van Oostervant, daerom daerof niet
1488-03
folio 130 CXVIII 1486-1489
Transportregister Haarlem
Pieter Claesz aan Jan Jacobsz een huis en erf op tie Raecx, an d'een zide: Claes Vechtersz, an d'ander: Aernt Camerlinck ende Martyn Jacobsz tesamen, afterwaerts streckende an een stege gaende van de Voldersgraft an der stede vest
1521-07-17 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Kennemerland fol 27
Jaartallenindex
Karel beleent Thomas Sanchio Cachapijn [= Cassiopyn], na dode van zijn oom Kariel Grenier, in zijn leven onse procureur generaal van Holland, met: 1) een thyns in den ambachte en stede van Beverwyck, te houden tot een onversterfelijk erfleen, 2) 4 hont lant in den ambachte van Ryswijk in dat oosteinde van der beke aldaer, oost: Enghebrecht Camerlinck, zuid: de breede wech, west en noord: Catharina Claes Jansz weduwe mit eenre woninge. Te houden tot een onversterfelijk erfleen
onse leenmannen van Holland: mr Cornelis Sael, Cornelis Berthouts
1358-10-22 |
R.A.H. 44 fol 17/Reg Albr. IV fol 8/R.A.H. Coll Aanw 43 fol 59v/E.L. 4 fol 13
Haarlem Algemeen
hertog Albrecht oorkondt dat Hendrick die Camerlinck hem opdroech van Willem sijns soens wegen, alsulcke brieven ende recht als syn soon hadde tot der scholen tot Haerlem, ende onse lieve broeder ende suster hem gegeven hadden, tot behoeve Jans Bloeten ende scout quyt alle recht dat sijn soone daertoe hadde of crijgen mochte tot behoef Jan voors. Ende omdat dit voor ons geschiet is, soo geven wij ende consenteren Jan den Bloete voirs die vors schole in allen rechte als Heyndricx soone hadde. Voorts vergeeft de hertog aan Jan alles wat hij in den oorlog tussen s hertogen moeder en broeder misdaan had en vergunt hem weder in het land te komen en op zijn goederen
T'ens Vopponis, s. Petrus Camerarius de Haytstede
1504-02-08 (1503) |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Kennemerland fol 76v/Reg Archidux
Jaartallenindex
leenmannen oorkonden dat jvr Maria van Doerne, procuratie hebbende van Hendrik van der Goes, haar oudste zoon (dd 1503-01-02 (1502)) verkocht heeft aan Caarle Grenier, procureur Generaal van de hertog: eerst een chins gelegen binnen de stad en het ambacht van Beverwyck. Item 4 hont lants gelegen in dat ambacht van Ryswyck, aen die oostzijde van der beeke aldaar, en belegen plegen te hebben oost: Engelbrecht Camerlinck, zuid: die breede wech, west en noord: Caterina Claes Jansz weduwe mit eenre woninge; 1504-02-10 (1503): de hertog beleent Caarle Grenier
1522-12-14 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 104v
Jaartallenindex
Karel oorkondt: voor ….. Frederik van Renesse heer tot Malle, stadhouder van de lenen in absentie van de graaf van Hoochstraten stadhouder generaal, gecompareerd is Lodewyck van Treslong Raessenz en opdroeg tbv onse seer lieve en getrouwe ridder van onser oirdene, Raet en camerlinck, heer Johan heer van Bergen op ten Zoom, van Walam, 1/48e deel van alle heerlicheden en tienden van alinge lande van Vosmaer, zoals hij die van de grafelijkheid van Zeeland hield. En dat hij vervolgens heer Johan hiermede beleend heeft tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet voor hem Cornelis Pietersz, baljuw en rentmeester van St Martynsdyck
leenmannen van Holland: mr Tielman van Dullekem, onse Raad en meester v.d. reeckeninge, Anthuenis van Bronchorst, Cornelis Barthouts
1521-10-30 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 84-85v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij bij octrooi van 1519-10-07 l.l. geoctroyeerd heeft wijlen onsen lieven en getrouwen Raad en Camerlinck jhr Franchoys van Berselen, heere van Cortkene en zijn vrouw jvr Katharina van Egmond, onse nichte, om bij testament over al hun goederen te mogen disponeren. Dat vervolgens o.a. de voors. here van Cortkene aan zijn vrouw bij brieven van makinge, gepasseerd voor de Groote Raad van Mechelen, gegeven heeft de hooge heerlijkheid van zijn voors. stede en ambacht van Cortkene met alle toebehoren, onversterfelijk leen, om die gedurende haar leven, wanneer zij haar man overleefde, te mogen gebruiken. Karel confirmeert nu op haar verzoek de voors. makinge van de stede, slot ende heerlycheyt van Cortkene voor haar leven (vgl 1521-10-21)
leenmannen van Holland: Jan Heindricsz van Driebergen, ontfanger van onsen … [!] in Holland, Cornelis Barthouts