1 resultaten

1519-06-08 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Amstelland fol 10, 12
Jaartallenindex

leenmannen van de grafelijkheid en van de graaf van Egmond oorkonden dat "overmits seeckere merckelicke saycke en redenen" voor hen gecompareerd is heere Dirrick van Swieten, ridder, en transporteerde zijn recht op zekere gerechte en kwade lenen, die hij nu ter tyt liggende heeft in de ban van Weesperkerspel geheten "die Billemerbrouck" in Reygerbrouck, te weten: 1) 34 morgen lants, 2) 7 morgen lants, 3) 20 morgen lands, noch ter tyt gemeen in 200 morgen lants met die van Nyeurode ende hoer erven, ende dat tbv Jan van Alckemade Vranckenz, capellan [te lezen: casteleyn] van Muyden nu ter tyt. En dat volgens seecker octrooi aan heer Dirrick verleent dd 1519-05-21 door de Kon. Majesteit. Joost van Swieten, zoon en leenvolger van heer Dirk, bewilligt in deze overdracht. Daar wy selver noch geen van ons segel en gebruyckt zoe heb ic Jeroen voors. gebeden Joost van Wyngaerden dit over mij als leenman te bezegelen. Jacob verzoekt aan Ysbrant Gerritsz, nu ter tyt schout van Rynsburg, voor hem te zegelen. Mede bezegeld door heer Dirck van Swieten. In margine staat; Dese mannenbrief es vermaect en staet hier op d'ander syde van desen blade. Dezelfde akte, het leen is hier omschreven als: in den ban van Weesperkerspel, geheten die Billemerbrouck in den Reijgersbrouck, te weten die twee gesaten lants die plach te gebruycken jonge Vranck ende nu gebruikt Gerrit Koekoeck. Item noch een gesate lants ende plach te gebruycken Claes Visscher die tselve noch bruijct. Item noch een stuk lants die noch ter tyt bruyct Pieter Vrouwelijn, welcke partijen lants gecomen sijn uijt 200 morgen lants van die van Nyeuwenroede (vgl 1519-05-21)

Jeroen van der Bouchorst, leenman van Holland, Jacob Cruesinck, leenman van de grave van Egmond, bij gebreecke van de leenmannen van derselver grafelijkheid