13 resultaten
Carlier | 1541
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 431
Achternamenindex
Anthonis Carlier kocht van Allard Gysbrechtsz en diens vrouw Bave, twee renten die zij in 1532 gekocht hadden op Philips Reyersz, onder verband van 29 morgen te Zoeterwoude; 1541: Anthonis begon een proces hierover
Carlier | 1544-1545
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 71/6, rekening sub CCC/1
Achternamenindex
Anthonis Carlier, rentmeester van de impost in het kwartier Rijnland, ook 1546-1547
Carlier, de | 1567-09-01
G.A. Haarlem Transportregister 76/24 fol 225v
Achternamenindex
Nicolaes de Carlier x Anna Cramers, weduwe van Govert van der Ast, in zijn leven koopman te Antwerpen, verkoopt bij executie ten bate van de crediteuren van Jan Fransz Grossier, blauwverwer, aan Jacob Loufsz backer, huis en erf aan het Sant genaamd "het Blauwe Schaap" te Haarlem, belast met 2£ 16sc 3 penn per jaar, en 12£, losbaar met 200£, koopsom 470 Kar gld 17sc, actum Haarlem 4 augustus, gedateerd 1567-09-01
Haarlem
1527-05-04 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten fol 4v, 12
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat jvr Willem van Hoogwoude met haar man mr Antheunis Carlier, voortyts muntmeester te Dordrecht, verkocht hebben aan Floris van Coulster de somma van 36 gouden Kar gld losrente, losbaar den penninck 16, ter somme van 1056 gouden Kar gld, verzekerd speciaal op de ambachtsheerlijkheid van Hoog Blokland, met tiende, chynse ende heerlickheden. En noch op 26 morgen lands met een boomgaerd, bouwhuys ende een ommegraven huysinge, erfleen, gehouden van Arkel, en dat zij confirmatie hierop verzoeken; 1527-12-23: Karel oorkondt alsoo Floris van Coulster, onse lieve en getrouwe president van onsen Hove van Holland mr Nicolaes Everardi, in absentie van de stadhouder generaal, vertoond heeft dat hij van jvr Willem van Hoogwoude en haar man Antheunis Carlier een losrente van 26 gouden Kar gld gekocht heeft etc, beleent hij Floris van Colster met deze losrente
Gerard van Boogaert, ambachtsheer van Schobbelantsambacht, Willem van der Bies Jansz, Aert Pietersz, ambachtsheer van Heerjansdam, leenmannen van Holland; bezegeld door leenmannen en mede onderteyckent door Anthonie le Bucq, Willem van Hoogwoude; get. Anthony Carlier, Willem dochter van Gerrit van Hoogwoude; 1526-12-23: Floris van Assendelft, onderhoutvester van Holland, Vincent Dammas, auditeur van de rekenkamer, Cornelis Barthout
Spronc | 1556-02-06
R.A.H. Coll Aanw 128 Caput Arkel fol 84, 85v
Achternamenindex
Rutger Cornelisz Spronck, poorter van Gorinchem, verkoopt aan Anthonis Carlier, Raad en Generaal meester der Ned Munt, al zijn recht op ⅓ deel van de tienden gelegen op Hooge Blockland in de Beemt in het land van Arkel. Hij wordt beleend 1556-09-04
1526-07-16 |
R.A.H. Coll Aanw 115 Caput Arkel fol 129v, fol 51
Jaartallenindex
Karel beleent jvr Willem van Hoochtwoude na dode van haar vader Gerrit van Hoochtwoude met de ambachtsheerlijkheid van Over Blocklandt gelegen in den lande van Arkel, met alle tienden, gifte van de kerke, behalve ⅓ deel van de tienden gelegen in die Beemte, die here Splinter van Loenresloot plagen toe te behoren. Hulde doet voor haar Anthonis Carlier, onse muntmeester te Dordrecht, haar man en kerkelijke voogd
1540-11-15 |
R.A.H. Coll Aanw 248 fol 89v, 90, 91/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
daar Adriaen van Crimpen, baljuw van Rynland, in de ban is gedaan, belast het Hof van Holland Cornelis van Zwieten en Anthonis Carlier met de uitoefening van zijn fucntie, totdat de baljuw weer van de ban geabsolveert zal zijn. Volgt de absolutie hem gegeven door de officiaal en aartsdiaken van Utrecht dd 1540-11-09. Volgt een brief van de keizer waaruit blijkt dat de provisor van Rynland geapprehendeerd is wegens de excommunicatie van de baljuw van Rynland. De keizer verzoekt de provisor weer vrij te laten, zodra de baljuw uit de ban ontslagen is, 1540-10-19
1567-09-01 |
G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 225v
Haarlem Algemeen
Nicolaes le Carlier als getrout met Anna Cramers, weduwe van Goossen van der Ast, in zijn leven coopman tot Antwerpen, verkoopt bij executie van justitie tbv de crediteuren van Jan Fransz Grossier, blauwverwer, aan Jacob Loufsz, backer, een huis en erf aen t Zant deser stede, genaamt "t blauwe Schaep", aen d'een zide: Huijch Jansz den Houten, aen d'ander zide: het huijs genaemd "de Vergulde Arent", achter streckende aen die Beke. Belast met 2 £ 16 sc 3 penn. sjaars. Noch met 12£ sjaars losbaar met 200£. Koopsom 470 Kar gld 17sc. Actum 4 Aug, gedateerd 1567-09-01
1544-08-25 |
R.A.H. Coll Aanw 250 fol 205-208/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
compareren in den Hage op aanschrijving van het Hof deze nagenoemde ontvangers van den twee tienden: Gheryt Thomasz over het quartier van Kennemerland, Pieter Vranckenz en Sasbout Cornelisz over het quartier van Delfland, Anthonis Carlier over het quartier van Rynland en Woerden, dewelke ontboden en gecompareerd zijn op de Camer van de rekeninge voor de heer Abel van der Coulster, ridder, Raad ordinaris bij het Hof, om te horen dat zij hun uiterste best moeten doen om de nodige correcties in de Quohieren van de 10e penning aan te brengen, daar er tal van onjuiste aangiften gedaan waren, weswege verschillende personen reeds veroordeeld waren en anderen nog terecht stonden. Op 1544-08-28 compareerden alsnog: Jan Gans, als ontvanger over het quartier van Voorne, Dirk van Teylingen over West Friesland, Jan Court over Amstelland, Witte Verhouff over ter Goude, Joost van Ryswijck over Gorckum, Arkel en Altena
1550-08-13 |
Inv Arch Abdij Egmond no 232
Jaartallenindex
schout, burgemeesters, schepenen en Raad van Amsterdam oorkonden dat mr Peter Wollebrantsz, priester, secretaris van den abt van Egmond, met zijn voogd mr Martyn Jansz, doctor in medicinen, verklaard heeft dat de abt van Egmond voor hem geconstitueerd heeft een jaarlijksche lijfpensie van 39 ducaten sjaers ten lijve van mr Adriaen Carlier, canonick in den palaijse van der Hughe [?], en de dat vuyt zake van der resignatie bij hem gedaen van zijn canoniciaat ende prebende voors, staende tot collatie van de Keys. Maj, ten profyte ende in faveure van hem comparant. Comparant begeert vervolgens den abt van deze lyfpensie schadeloos te houden en te ontheffen. Hij verhypothekeert hiervoor zijn twee huijsen mit een camer ende horen erven, staende bij de Cellezusters op den Burchwal binnen deser stede, daer lenden of zijn, zuid: die cellezusters, noord: een houttuyn, west: den burchwal, oost: een leijen huijs. Mit noch een huijs ende erve staende in St Annenstraet, daer Oburch de schorteldoeck veroster an die oostzijde naest gelegen is