10 resultaten
Sandyc, van |
Batavia Illustrata bl 968
Achternamenindex
genoemd: heer van Sandick, ridder, x Catalina van der Goes
1568-02-14 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters no 99 p 286 regest 240/Arch Klooster St Barbara Delft
Jaartallenindex
de stad Delft verkoopt aan Brabara de Castro, conventuale in het St Barbaraklooster te Delft en aan haar zuster Catalina te Antwerpen, een rente van 9 £ Vls per jaar
Gellicum, van | 1569
Taxandria jg 14 p 297, Ned Leeuw jg 1901 p 114
Achternamenindex
Goyert Jansz van Bochoven schout van Hedikhuizen 1569-1582, zoon: Adriaen van Bochoven, schepen van Heusden 1596, zoon: Goyert van Bochoven, wijnhandel te Heusden x Adriana dochter van burgemeester Peter Verhagen en Catalina van Gellecom
Graaf, van der | 1594-01-29
Ned Leeuw jg 1911 p 193, jg 1909 p 212, 214
Achternamenindex
Aelbert Jacobsz van der Graeff, Delft X Clasina Jacobsdochter van Adrichem, dochter: Aeltje; 1595: huwelijk Gerrit Woutersz Lieftinck x Agniese Jans van de Graaff; 1613-05-13: Nicolaas Bartholomeusz van der Mast x Catalina van der Graeff Arentsdochter
1608-12-02 |
Bissch Oud Arch Haarlem doos 61 dossier VIII no 10
Jaartallenindex
testament van Catalina van Raephorst. Zij legateert aan Georick vrijheer tot Schwartzenbergh en zijn vrouw Doed van Holdinga, ieder 100 Kar gld en 1 gouden ring. Aan het weeshuis te Leeuwarden en Franeker 200 Kar gld. Aan Cuniera van Douma weduwe Burmania 50 Kar gld. Tot haar universele erfgename benoemt zij Philippina van der Voorde [lees Duvenvoorde], weduwe van Pieter van der Duijs [Does]; 1608-12-15: extract uit het inventarisboek van Leeuwarden inzake de inventaris van de goederen van juffr. Raephorst, overleden 1608-12-13
1626-06-10
R.A.H. O.R.A. 1065 fol 205
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Abraham Bossu x Catalintgen van der Knocke, weduwe van Adriaen Jansz All, verkopen aan Catalina Hooftmans, weduwe van Joost Hooftmans, 1/12 part in de navolgende bleyckery, huysinge, landen ende boomgaert, soo alst den voornoemden Adriaen Allen eertijts bij Thamis Jansz Allen is opgedragen ende hem is opgestorven bij Jacob Ariaensz en Fijl Adriaens: 1/12 part in 1) die blekerij die tegenwoordig bij Catarina Hooftmans gebruikt wordt, 2) in een stuk weiland genaemt die Achterweyt, 3) een stuk weiland genaemt die Cortekamp, in het bouhuys met de werf en boomgaard. Ende alles met sulke vrij- onvrijheden zoals het door Jacob en Fijl Adriaens is nagelaten, leggende alles gemeen en onverdeeld met Aris Cornelisz dreger, Gerrit Jansz Allen en de voorn. Catalina Hooftmans en haar c.s, in de ban van Aelbertsberg. Belend het geheel zuid: Willem Pietersz Couhorn [Coudehorn], west: Catalina Hooftmans, noord: Maritgen Adriaensz, oost: Dirck Weij en die Delft. Koopsom van dit 1/12e part 470 gld
Gerrit Jacobsz Dickmansz, schout, Gillis Lucas en Jacob Willemsz (met zijn merck), schepenen in Tetrode
1630-03-13
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 61
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Syntgen Joosten, weduwe van Abraham Ammets [van der Knocke], wonende tot Overveen, geassisteerd met Symon Symonsz als haar gecoren voogd, als moeder van een kint genaemt Grietgen Abrahams, out 10 jaren, ter eener zijde. Ende Michghiel Ammets [van der Knocke] ende Abraham Bossu als man van Catalina Ammeets [van der Knocke], als ooms en bloetvoogden van het voors. kint, ter andere zjide. Haar moeder doet haar bewijs [?] van haars vaders erfenis. Zij zal het kint opvoeden en onderhouden en nog 10 gld uitkeren
Jan Jacobsz Dickman, schout, Willem Cornelisz en Jan Claesz van Beveren, schepenen van Tetrode
1628-07-18
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 19
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Gerrit Dircsz Gudde (Gudile ?) x Maijcken Frans voor zich zelf, Aernout Fransen, Willem Jansz van Leerbergen als man van Catalina Frans mede voor hemselven, Maddalena Frans, jongedochter geassisteerd met haar broer Aernout, gezamenlijk ook caverende voor haar broer en zuster Jan Fransz en Claesgen Frans, allen nagelaten kinderen en erfgenamen van Franchoijs Davits de oude, transporteren aan hun broer Franchoijs Davitsz de jonge 6/7 parten in de opstal van de huijsinge, woonhuijs, loodhuys, melckhuijs, stallinge en schuren, met alle gereetschap van de blyckerij, ketels, kuijpen, berrijen, watens en paarden, staende alle tesamen op de grond en bleyckerij van Gerrit Dircksz Slinck, waarvan het resterende part reeds aan de koper toebehoort. Koopsom 2144 gld 17st
Jan Jacobsz Dickman, schout, Bartel Nijs en Pieter Wanten, schepenen in Tetrode
1626-01-08
R.A.H. O.R.A. 1065 fol 189
Transportregister Bloemendaal
Ismael Joorijs, oud schepen en provisioneel schout, overmits het afsterven van de schout, en schepenen in Tetrode, oorkonden dat Catalina Vermuers, weduwe van Joost Hooftman, geassisteerd met haar neef Dubis Vermuers, haar zoons Jan en Joost Hooftmans, mede namens hun zuster Sijntgen Hooftman en het onmondige nagelaten kind van wijlen hun broer Jacob Hooftman, verkopen aan Gerrit Nannicksz Deijman, poorter van Haarlem, een bleyckerij met alle de huysinge dat daar op staet, als loochuys, spoelhuys, wringbank, woonhuijs etc, zoals haar toebehoort en laatst bij Thunis Cosijn gebruikt is geweest, belend oost: de stad Haerlem, zuid: Marijn d'Wyt [= de Wit], Engel Gerritsz, Pietertgen Cornelisdochter en Pieter van Steenkist, noord: de erfgenamen van Frederick Ramp. Met de vrije bruijckwaer van een wech tusschen de voors. Marijn d'Wijt en Engel Gerritsz. Belast met 14 gld 17st erfpacht tbv Claes Willemsz Verwer. Koopsom 1700 Kar gld
Gilliaem Bossu en Jan Willemsz Noom, schepenen in Tetrode
1629-04-13
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 40v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Pieter Jacobsz van Daele voor hem zelf, Claes Thonisz en Willem Pietersz Couhorren, als voogden over Maycke Jacobs van Daele, Catalina Jacobs van Dale, Claes Jacobsz van Dale, Willem Jacobsz van Dale, allen kinderen en erfgenamen van Jacob Pietersz van Dale, met consent van schepenen van Aelbertsberg als oppervoogden van de weeskinderen, transporteren aan Gillis Lucas en Jan Willemsz Buijs gesamentlyk, een stuk land groot 3 morgen met huijsinge en geboomte daaropstaande, in Aelbertsberg, oost: de Delft, zuid: de erfgenamen of nasaten van FLoris Jansz, west: de erfgenamen van Willem Jacobsz, noord: de stad Haarlem, met notwech over het lant van Floris Jansz zoals op 22 januari 1601 door schout en schepenen van Aelbertsberg bepaald, en voorts over de laen eertyts toebehorende Frans Jacobsz Laeckeman, poorter van Haerlem. Zoals wijlen Gerrit Fransz den 22 juli 1600 van Frans Jansz gecoft en ontfangen heeft. Onderhoud van de heining van Floris Jansz lant en dat van Willem Jacobsz. Belast met 400 Kar gld, die verkopers er op houden tegen den penn. 16. Met belofte van vrijwaring door verkopers. Oock met gelycke waernisse van Reijer Ysbrantsz ende Florijs Jacobsz zijn borge als de voorn. Gerrit Fransz daervoor ontfangen ende hen tselve dienvolgende gecompeteert heeft volgens de originele brieven daervan zijnde. Belast nog met 3 jaar huur tegen 206 Kar gld per jaar. Koopsom 3400 gld
Jan Jacobsz Dickman, schout, Bertelmeus Nijs en Pieter Wanten, schepenen in Tetrode; borg: Jacob Pietersz de Wael