Everdingen, van | 1473

Thesauriersrekening Haarlem 221 fol 12v

Achternamenindex

jvr Machtelt Aerntsdochter van Ever(d)ingen, oud 40 jaar en haar zoon Willem Pieter Cellenz, oud 14 jaar, Utrecht, kopen een lijfrente van 14 R gld op Haarlem voor 205 £ 6sc 8d

1514-01-02 (1513) |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 149v, 151

Jaartallenindex

leenmannen van Holland certificeren dat Baerte Vranck Pietersdochter uijt Leyden met haar gecoren voogd Bertelmeeus Andries Cellenz, heeft opgedragen tbv mr Vincent Cornelisz, meester van der camere van der reeckening in Holland: 1) 9 morgen land in het ambacht van Soeterwoude bij Zwieter sluys, oost: Claes Post c.s, zuid: Claes Baertsz, west: Willem Florisz, noord: mr Gerrit Pieter Buytenwechs oom; 2) 5 morgen in Hasertswoude aen den Groenendyck, streckende uyt den Ryn achter an Buyrmade. Dese 5 morgen bezit Gerrit Bouwensz bij overgifte van Vincent Cornelisz, west: Dirck Boudynsz van Zwieten, oost: Jan van Leydens erfnamen met land gemeynder vuyr met Jan van Zyl; 3) 8½ morgen in Coudekerk, west: Lauwe van der Goude met Pieter v.d. Gouden kinderen, oost: Gys Jansz, Dirck Willemsz en Lauwe van der Goude, streckende voor uyt den Ryn after an den Achterdyk; 4) 5 morgen lands tot Valckenburch, oost en zuid: t clooster land van Rynsburg, noord: die canonieken van den Hoogen lande tot Leyden, west: mr Huyge; 5) in Valkenburch 2½ morgen land, zuid: die memoriemeesters van Haerlem, west: Aleyse, noord: St Catherinengasthuis te Leyden, oost: de Breetwech; 6) in Catwyck 4 morgen land, 1 hont méér, aen twee stucken. "Dese vier morgen bezit juffr Aef des voors. mr Vincents dochter, ut patet in t swarte ruige register Capitulo ARkel, Putten fol 7": a) belend west: Jan van Leyden's erfgenamen en die canonieken van den Hogenlande te Leiden, oost: Symon Claesz, zuid: Jan Pieter Claesz, noord: Vranck v.d. Bouchorst en Pieter Dammasz, b) west: Dirck Jonysz, oost: Jan van Leydens erfgenamen met de H. Geest van Warmond, zuid: die Canonieken v.d. Hogenlande te Leiden; 7) 1½ morgen in Zoeterwoude op die Leydse Vaert, west: die Vliet, noord: die vier capelrye van Leyden, oost: Gerit Ryswyck, zuid: heere Willem van Alckemade, met een wech. Op 1514-02-04 (1513) wordt onse geminde Vincent Cornelisz, eerste meester an onse camere van der reeckeninge in Holland, met al deze lenen beleend

Cornelis Cruesingk here van Benthuisen, Willem Goudt, rentmeester generaal van Noord Holland, Crispyn van Boschuysen, Pieter Hanneman, Pieter Plumion, leenmannen van Holland; 1514-02-04: Cornelis Sael, Pieter Plumion, Jan van Bueren, onse leenmannen