1597-05-31 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 103v

Jaartallenindex

schout en schepenen in Koedijk oorkonden dat Jan Hilbrantsz, buurman tot Coedyck, erkent schuldig te zijn aan de H. Geest of de armen van Coedyck, 7 gld 5st jaarlijkse pacht, te betalen op Kerstdag, spruytende uyt het bespreck dat wijlen Pieter Reyerersz in sijn leven aan de H. Geest te Coedyk besproken heeft an een stuckske lants genaamt "de Crombalch", gelegen in de noorder Reekerpolder in de ban van Bergen, welcke stucke lants van Crombalch bij Jan Hilbrantsz nu gecoft en het stucksken lants van t bespreck voors. in gelegen is soo voorseyt is. Tot zekerheid voor de betaling van de jaarlijkse erfpacht stelt hij tot onderpand zijn huis en erve daer hij nu ter tijt in woont, gelegen in onsen banne, belend zuid: Gerryt Cornelisz alias Noom, noord: Aris Jacob Ottis en Jan Cornelisz Clongen; - (zonder datum) Symon Jansz, schipper, heeft vercoft Ysbrant Cornelisz een huis en erf op Vroondergeest in de ban van Coedyck, belend noord: Jel Aeriaensz Boon, zuid: Jan Gerrijtsz, vedelspeelder, met het croftken daer t huijs op staet, wesende grafelijkheids vroonland, groot 12 sneesen [?], in sulcken groote als Symon dat gepossideerd heeft, belast met 5 Kar gld erfpacht tbv de grafelijkheid van Holland. Koopsom 341 gld

Reyer Cornelisz, schout, Engel Vredericsz, Gerrit Yfsz en Thonis Dircsz, schepenen