2 resultaten
1600-06-22 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 118v
Jaartallenindex
schout en schepenen in Koedijk oorkonden dat Jan Cornelis den Baes quyt schelt zijn zwager Willem Luijtges, en kent betaelt te wesen van alsoodanige 710 gld als Willem hem schuldig was van de coop van t halve huys en erve dat Jan Corn. Baes aan Willem Luytgesz vercoft heeft, hierinne gereeckent en verhaelt de koop van kaese, coeijen, sijn inboel en de bruyckwaer van het land dat zij tesamen in huerwaer hadden. Ende noch hierinne besloten ende sal vast blyven staen die groote deilinge die Jan Cornelisz Baes en Willem Luytgesz op 1593-04-25 ter presentie van edele mannen als Pieter Heyndricksz, Pieter Cornelisz en Hendrik Gerritsz, met malcander gemaect hebben volgende de twee uitgesneden cedullen tenselven dage daerbij gemaeckt
Reyer Cornelisz, schout, Jan Cornelisz Croon en Michgiel Cornelisz, schepenen
1599-04-15
R.A.H. O.R.A. 1063 fol 174
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Overveen etc oorkonden dat Geerte Jacobsdochter, weduwe van Cornelis Vredericxz, wonende in de voors. banne, met Ghysbert Jansz van Teijlingen, poorter van Haerlem als voogd, erkende ter zake van berekende penn. van gehaelt broot schuldig te zijn aan Claes Claesz backer, poorter te Haerlem, 80 Kar gld, te betalen over een jaar. Onder verband van de opstal van een huysinge daerinne zij comparant selfs jegenwoordich woont, staende in de ban van Aelbertsberg, op de grond van de wildernis van Brederode, noord: Pieter Florysz, zuid: Pieter van den Broucke, oost: Claes Cornelisz, west: die wildernis. Verder haar twee coeijen, die zij belooft niet zonder consent van Claes Claesz te zullen vervreemden
Balthasar Cornelisz, schout, Willem Cornelisz en Jacob Adriaensz, schepenen