1 resultaten
1563-04-05 |
Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 744
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Cornelis van Berckenrode, onse beminde medebroeder in den gerechte, verklaarde dat hij op 1560-11-20 gekocht heeft van Machtelt Jansdochter, poorteresse der stad Amsterdam, tbv ende met penn. toecomende Adriaen van Berckenrode, syns comparants broeder, alsdoen utlandich synde, den rentebrief van 34£ sjaars, losbaar den penn 16, als deselfde brief bij wijlen Dirck van Berckenrode, mede des comparands broeder in syn leven gepasseert voor schout en schepenen van Heemstede op 1556-12-15. Verclaerde verder de voors. constitutie brieve andermael gelost te hebben ut handen van de voors. Adriaen van Berckenrode op den 17e Nov. l.l. ende dat tbv en met penn. toebehorende Henrick van Berckenrode, sijnen neve ende soon van wylen de voorn. Dirck van Berckenrode, gecomen wesende deselfde penn. van de vruchten van de leengoederen denselven Henrick aenbestorven bij dode van sijn vader voirs. Adriaen verklaart dat dit alles zoo is en transporteert de rentebrief aan zijn broeder Cornelis, tbv zijn neef Henric (vgl 1556-12-15)
Quiryn Dircsz (zegel: een cruijs, in den eersten hoeck 3 kepers ende in de drie andere hoecken elck enen ronden ringe) en Adriaen Willemsz (6 kepers), schepenen