3 resultaten

1563-04-10 |

G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 14
Haarlem Algemeen

Maritgen Jacobsdochter Gerijt Conings weduwe met haar voogd Jan Adriaensz Verwer verkoopt aan Zijbold Jacobsz, volder, een huis en erf met ½ van de stege daar besyden, waarvan de andere ½ toebehoort aan Jacob Jacobsz, gelegen op de Voldersgraft, an d'een zide: Jacob Jacobsz voorn, an d'ander: Jacob Ysbrantsz, achter streckende aen Cornelis Keijsers boomgaert. Koopsom 435 gld

1503-03-29 (1502) |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 136
Jaartallenindex

Philips beleent Jan van der Does Dircksz na dode van zijn oudoom heer Jan van Noortich, ridder, here van Noirtigerhout, met de ambachtsheerlijkheid van onsen dorpe van Noortich mit den winde ende die zuijtmolen aldaar, met den schoutambacht en ⅓ van alle boeten en breuken en onse baljuw berechten en bedadingen zal. Te houden tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een zeel winden, gelijk heer Jan van Noirtich, zijn oom [!], dat gehouden heeft. Daar Jan onmondig is, doet zijn vader Dirc van der Does de eed voor hem. In margine: op 1520-01-13 (1519) doet Jan van der Does zelf de eed in handen van Frederik van Renesse van Wulven heer tot Malle, Raad des conings van Spangnen, gesubstitueerd door de grave van Nassau als stadhouder Generaal

present: Floris van Wyngaarden, onse griffier, Dirck van Boneem, Heynrick Smout, cleene Jan Bruyn; 1520-01-13: mr Tielman van Dullecum, Raad en mr van de rek. v.d. coning van Spangnen, Jacob de Jonge, heer tot Baertwyk, auditeur derselver rekening, Cornelis Bartuits, Antheunis ..... ende .......

1566-05-10 |

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 76/St Bavo Haarlem
Haarlem Algemeen

notaris Dirck Volckartsz Coornhert instrumenteert het testament van de eerbare Marytgen Jacobsdochter, weduwe Geryt Conings, poorteresse van Haerlem. Zij heeft geen kinderen of kinds kinderen. Zij maakt Baertgen Jacobsdochter, professide suster tot St Brigitte te Utrecht, haar testatrices ooms dochter, een rente van 12 Kar gld sjaars zolang zij leeft, welke rente gekocht zal worden met 200 Kar gld, die losbaar zullen zijn. Dit sal beschicken Cornelis Rijckensz, poorter van Haerlem. Aan Machteld Clinckerts, wonende in den Haghe, bespreekt zij 100 Kar gld in eens, indien zij Marytgen overleeft ende anders niet. Tot erfgenamen van de goederen waarover zij niet gedisponeert heeft, benoemt zij Cornelis Jorisz, Tryn Jansdochter huisvrouw van Jacob Jansz, woonachtig in Haerlem, Jan Maertsz tot Leyden wonende, Gerytgen Jansdochter huisvrouw van Cornelis Centens, wonende tot Delft, of hun kind of kinderen in plaats van degene der genoemden die bij Marytgen's overlijden reeds overleden mocht zijn. Item de kinderen van wijlen Pieter Jansz, en oock de kinderen van Dieuwer Jansdochter binnen Haerlem, in de plaats van Pieter Jansz en Dieuwer Jansdochter, hun overleden vader en moeder. Overleven alle erfgenamen haar testatrice dan zal haar erfenis waarover zij niet gedisponeerd heeft verdeeld worden in 6 gelijke porties. Protesteert iemand, dan vervalt zijn portie, en komen aan de H. Geest te Haerlem of aan de parochiekerk aldaar. Voor zijn moeite en loon bespreekt zij aan Cornelis Ryckens 2 Philips gld en twee zilveren lepels. Gedaen binnen Haerlem in t gulden cruys op die Oude Graft

getuigen: Jan Harmansz, schalmeyspeelder, Alewijn Dominicusz, backer, poorters van Haarlem