10 resultaten
1351-03-13 (1350) |
R.A.H. no 38 fol 1/Reg EL 28 fol 1
Haarlem Algemeen
hertog Willem veroorlooft met desen brieve den joncvrouwen van den Begynhove tot Haerlem te geven haer kerc eenen priester die hem nutte denct. Ter tijt toe dat wij ondervinden connen of wi selve ter gift recht hebben, soe wouden wi dat dese brief doet ware. In oirconde
G. de Eemskercke et Haerlem, W. Heerman
1557-03-20 |
Ms Opstraeten III fol 1472/Gaasbeek
Jaartallenindex
Hillebrant Ernstensz van Rossum door opdracht van Judith Daem Janszdochter Cornelis de Haenen weduwe met Adriaen van Camme, gecommitteerde daertoe bij den Hove van Utrecht tot die overgifte van Judith ende haer kinderen goeden, omme metten penn. daervan te connen lossen de renten daermede de boedel beswaert is, achtervolgende d'authorisatie van 1557-03-03: 2 morgen bij Wyckenborch in t Goeije
present: Egbert van Hern, Jacob van der Borch
1509-03-26 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 287/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Johan, burggraaf van Montfoort, antwoordt aan de Staten van Utrecht, op hun mededeling van bovengemelde [welke ?] brief, dat hij hun raadt, de zodanigen der drie Staten naar den bisschop te zenden "die spreken connen ende derven, omme meer quaets te verhueden, dat anders gebueren mochte, ende omme ons bij onse privilegien te bliven, die wij in eeren holden willen wattet oec cost". Gedaan Montfoort, met zijn handtekening
1357~ |
R.A.H. Coll Aanw 50 fol 78v [verkeerd gefolieerd]/Reg B. Bloys Cas D fol 94
Jaartallenindex
lieve heer en neve, wij laten u weten dat s woensdaeghs nae St Martynsdag in den Somer, onse lieve vrouwe en suster, uwe oudemoeder, die vrouwe van Sentenelle, bi ons was tot Eymeric. Ende op dieselve tyt quam aldaar Willekyn Ever, toenre des briefs die ons lyete syen goede brieve, ghans ende gave als ons dochte, van onser lyever vrouwen ende nichten, uwer moeder, ende van u daer hem mede bevolen was en gegeven dunewairder te wesen in der manieren dat sine brieven spreecken en gesyen mogen. Ende op dieselve tyt tugede onse lieve vrouwe en zuster openbaerlic voer ons dat si daer over en ane was tot Aet in Brabant dat in Henegouwen is, daer hem dese dienst bevolen wert, ende dattet oec bi hueren toedoen ende bede was, welke Willekyn ons toende dat hi des dyensts nyet gebruken en moet, dat ons herck (?) wonderlyck heeft, want wi ghene mangeren geproeven en connen, waerbi dat men hem sinen dienst benemen mach daer en s anders wat in dan wi geweten connen. Gegven die, loco et supra [datering ontbreekt]
1509-10-26 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 291, 293/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Philippe de Clinis van zijn penningmeester Geraerd Douze vernomen hebbende de weigering tot betaling zijner penningen betuigt deswege aan de Staten van Utrecht zijn ontevredenheid. Hij vordert deze schuld "al zou die u poorters vervolghen en doen halen tot aen de poorten van de stad Utrecht, want ic zie wel dat ic anders niet en zal connen totten mijnen geraken". Gedaan te Brussel; 1509-12-17: Philippe voors van zijn penningmr. vernomen hebbende dat hij tegen Kersmis zijn betaling kan erlangen, bericht aan de Staten van Utrecht, dat hij geen langer uitstel kan gedogen
Wilde, de | 1440-08-03
R.A.H. no 100 fol 159/Mem Rosa dl V no 327 p 246/J.C. Kort: Inv Arch Graven van Holland no 713; R.A.H. no 102 afd Vriesland fol 12v/Reg Princip fol 9
Achternamenindex
hertog Philips beleent Alijt Claes Wildendochter met 31 maden land te Zwaeck, langs de Rijsdam, haar aanbestorven van haar broer Claes Claesz, binnen aftersusterkint niet te versterven, hulde doet haar man Fokel Gerytsz [= Sakel Gerritsz] [tekst is doorgehaald]; 1356-03-19: hertog Philips verkoopt dit kleine leen aan Alydt Claes Wildendochter met haar man Symon Jacobsz, jaarlijks niet meer dan ± 15 R gld opbrengend, door de grote onkosten van dyckages. Zij verzoekt dit leen te mogen kopen "also sy arme luyden syn die sonderlinge behoef is mit den voirs. goeden hem te behelpen ten besten ende ten schoonsten dat sij sullen connen ende mogen"; zij betaalt hiervoor 50 R gld
1545-08-05 |
R.A.H. Coll Aanw 250 fol 384/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
keizer Karel V: "Alsoe wij onderricht sijn dat deur de slappicheijt van oude ons officiers, schouten van Abbekerck, Turschk, Midtwoude ende Lammerschagen, gelegen onder t bailliuschap van Medemblick, grote ongeregeltheyt gecomen is in dezelve dorpen ende onder de inwoenders van dyen, sulcx dat deselve inwoeners dagelicx vechten ende malcanderen quetsen. Ende gaen diezelve gequetsten in andere dorpen of steden om zich te laten cureren, ten eynde die officier geen kennisse van t delict en soude connen hebben. Ende dair genesen zynde, accorderen mitten gheenen die dezelve quetxage hen gegeven heeft, zonder dat de schout aldaer immermeer can geweten wat rechtelessen (?) datter geschieden anders dan alsser yemant doetgeslagen wordt, t welck in t voors. quartier oock dickwyls gebeurt, waardoor de delicten dickwyls ongecorrigeerd blijven". De keizer doet nu bij clockeslach een placcaat afkondigen, dat degene die gequetst is zich voordat hij een tweede pleijster door de chirurgijn laat leggen, de wond door de officier moet laten schouwen, op verbeurte van 10£. De chirurgyn mag geen 2e pleister leggen voordat hij er zich van overtuigd heeft dat de officier de wond geschouwt heeft
Gruijter, de | 1478-10-01 - 1479-09-30
Rek Rentmeester Land van Arkel no 2214 fol 22, 18v
Achternamenindex
landhuur in Leerbroeck: - van 2 stukken land, 4 ½ morgen en 3 ½ morgen, samen 8 morgen, in pacht bij Pieter de Gruijter 8 jaar lang, per morgen 26 st per jaar, ingaande 1472, "Maar want die voirn Pieter de Gruijter zedert dat t land van Arcle ende t lant van der Leede tegens malcanderen vianden geweest zijn, woenstad gehouden heeft ende noch doet binnen der stoede van Leyderdamme, zoe en heeft de voorn rentmeester van sinen pachte van den 7e ende 8e jare verschenen als voren van de voirn Pieter niet connen crigen, noch oick tselve landt dat bij der stede van Lederdam leijt niet weder konnen verpachten daerom hier niet"; ook in de rekening 1479-1480 niet
1605-10-08 (2) | Egmond Binnen
G.A. Alkmaar Not Arch no 13 fol 157
Jaartallenindex
Jan van Rossen, waert in t Rohart tot Egmont op te Hoeve, out omtrent 26 jaren, attesteert ten verzoek van Lambert Thaemsz backer, wonende te Alkmaar, dat hij de voors. requirant ten tijde het ringsteecken alhier op tie Hoeve was van wege Adam Dircsz Hinderduijn te zijnen huyze gecomen es versouckende aen hem om eens te drincken, ende nadat de voors. requirant een weinich tyt tsijnen huyse gedroncken hadden ende hij getuijge besorcht weesende dat hij aen zyn gelt nijet wel en soude connen geraecken ende hem vermaenende om gelt te hebben. Ende hij was seggende geen gelt te hebben ende gecomen was om t spul te sien. Soe heeft de voors. requirant geseyt: ick sal Adam Dircsz Hinderduyn gaen haelen ende de voors. Adam ingecomen zynde heeft de voors. Adam geseyt al verdronc Lambert 25 of 50 gld, ick stae daervoor en sel voor hem betaelen. Daerover hij getuyge wel tevreden was. Verclaerde voorts hij attestant dat nae de toesegginge van de voors. Adam Dircsz des avonts toen het compangnye van de ringstekers al wech waren, hij mette voors. requirant aen t troeven geraect ende al over middernacht mitten anderen gespeelt te hebben, ende bij de voors. requirant eerst seeckere spullen gewonnen sijn ende de voors. attestant gezeyt zynde sult ghy dies winnen ende sult dus voortgaen, ghij sult vrij uytraecken van de betaelde kosten. Ende t'ongeluck daertoe geslagen zynde heeft hij daerna een paer pont Vlaems jegens hem attestant verloren
1496-1497 |
Rek Rentmeester Kennemerland 924 fol 17, 22
Jaartallenindex
"van een waterken en meerken genoempt Sloterdyckermeer liggende by der stede van Amsterdamme, t welck myn aldergenadigste here den Rooms Koninck ende Vrou Marie zyn gesellinne bij hun opene brieven gegeven den 18e in Merte anno 1479 gegundt ende gegeven hebben di kercke van Sloterdyck in eenen erfpacht, overmits dat zeekere jaren doe geleden die kerck van Sloterdijck verbrant ende te nyete gegaen is geweest, ende al ijst zoe dat die gemeene buyren aldair arme scamele lantluijden zyn ende alle naersticheyt gedaen hebben ende noch dagelycx doen nair hoir vermogen omme dezelve kerck weder op te brengen, ende dairinne te besorgen datter van noode is totter eeren ende dienste Gods ende die te onderhouden. Soe en connen nochtans die kerckmeesters ende gemeene bueren mitten renten ende incommende van der voirs. kercke dat zeer weijnich is, noch oick mittet gunt dat bij devotien daertoe gegeven wordt, die voirs. gebreken niet gefurmen [?] sonderlinge van kelcten, boecken ende anders dat van node is", om al deze redenen en ook omdat het meertje bevist wordt door niet-Sloterdijkers, zodat het dorp er geen inkomsten uit had, verzoekt de kerk het in erfpacht te mogen nemen, hetgeen geschiedt, tegen betaling van 24sc (fol 17). "Van een quaet leenkin ende is een lapkin hoijlants gelegen tot Assendelft, buijtendijcx, dat van den meeren afslaet, geldende sjaers 3£ van 40 gr, mijnen genad. here anbestorven van Jan vuijten Hage Willemsz diet tot een recht leen houdende was van der grafelijkheid van Holland, te weten de rechte helft van 4 morgen lants of daaromtrent, gelegen in den ambacht van Assendelft", west: die meer, oost: Willem Ocker mit eygen erve, daeraf dat Jan Jansz van der Beke dat wederdeel in leen houdt van de grafelijkheid. Welke ½ van Jan uten Hage de hertog aan Gerrit here van Assendelft ten vrijen eygen verkocht had (fol 22)