17 resultaten

Hogendorp, van | 1567

Leenkamer Holland no 35 fol 401 Rep Voorne Caput Arkel fol 17v (patet int witte bonte register)
Achternamenindex

beleend Gysbrecht van Hogendorp met een jaarlijkse rente van 50 £ uit ⅙ deel van Melissant, bij constitutie van Willem van Treslong de oude

1578-08-11 |

R.A.H. Coll Aanw 141 fol 272/Reg Nassau fol 173
Jaartallenindex

schepenen in Sommelsdijk oorkonden dat Cornelis van der Nath volmacht geeft aan de eersame mr Heyndrik Cesarius, advocaat van het Hof van Holland, om namens hem te compareren voor de stadhouder van leenen en leenmannen en aldaar tbv hem comparant te ontfangen zekere constitutie brieve die jonker Jacob Pyns van Steenhuijsen tbv hem constituant aldaar opdragen sal etc

Cornelis Jacobs en Gysbregt Meeus, schepenen

1521-04-30 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel etc fol 74v
Jaartallenindex

Frederick van Zuijlen van Nieuvelt erkent vercoft te hebben mr Cornelis Antheunisz, secretaris des keizers in Holland, een losrente van 6 £ (van 40 gr Vls) losbaar met 96 £. Verzekerd op t huys, singelen, boomgaerde en lande van heer Aerentsbergh, gelegen in Berghambacht daer op ik jegenwoordiglyck woonachtig ben, als een onversterfelijk erfleen gehouden van de grafelijkheid. Daar hij hoopt deze rente binnen 2 jaar af te lossen "hebbe ick gebeden den voors. mr Cornelis Tym[m]ere eere dien tijdt tevreeden te zijn sonder deze constitutie, assignatie ofte hypotheek te doen vestigen ende approberen bij den voorn. leenheer om dezelve rente ten expiratie van de voors. 2 jaar wettelijk bij de leenheer te constitueren nae den rechten van den leenhove". Zo geeft hij volmacht aan Adriaen van Dam, Aelbrecht Arentsz en Jan van Stapel, procureurs in den Hove van Holland, om de constitutie van deze rente voor het leenhof tot stand te brengen (vgl 1532-12-09)

met hem ondertekend door Jan van Barry, Cornelis Berthoutsz

Nyenburch, van der | 1584-03-13

O.R.A. Alkmaar
Achternamenindex

Adriaen Jansz van der Nyenburch verkoopt een losrente op zijn huis en erf te Alkmaar (311 fol 93 en 93v); 1585-07-08: idem (311 fol 127v); 1585-10-21: idem (311 fol 135); 1587-07-24: erkennen Jan Cornelisz van der Nyenburch en Adriaen Jansz van der Nijenburch schuldig te zijn 925 gld ter zake van de koop van een constitutie brief (311 fol 188)

1567-07-19 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 8, 8v, 9v, 10, oud fol 5, 6
Jaartallenindex

Heynryck Heermaele, Raad in den Leenhove van Holland, als getrouwd hebbende Elysabeth van Drenckwaert, weduwe van Gerrit Tack, wesende geinstitueerde universeel erfgenaam van wijlen haar man Gerrit, requestreert aan de stadhouder en Raden in den leenhove: dat 1545-05-16 wijlen Huybrecht Tack, vader van Gerrit Tack, gecoft heeft gehad een jaarlijkse rente van 100 gld van 40 gr, op joncker Balthazar van Brederode, heer van Bergen in Kennemerland, welke rente speciaal was gehypothequeerd op de voors. heerlijkheid die jhr Balthasar in rechter broederscheiding in leen hield van de heer van Brederode. Deze constitutie van de rente was door heer Reynolt heer van Brederode een dag daarna op 17 mei geapprobeerd. De rente was vervolgens jaarlijks betaald door vader en zoon Sparwoude, als rentmeesters van Brederode. En gedurende 4 of 5 jaar daarna door eenen Sonnenberch, als rentmeester van heer Henrick van Brederode. Nu aan de suppliant gebleken is dat de heerlijkheid Bergen door de heer van Brederode weer in leen wordt gehouden van de grafelijkheid van Holland, verzoekt hij approbatie van de constitutie van deze rente. Het Hof staat dit toe en de rente wordt voortaan rechtstreeks in leen gehouden van de grafelijkheid; 1567-08-02: koning Philips beleent jvr Elisabeth van Drencwaart, weduwe Gerrit Tack, thans gehuwd met Henrick Heermale, met deze rente van 100 Kar gld op de heerlijkheid Bergen (vgl 1545-05-16)

1567-08-02: mr Reynier van der Duijn, Raad van onsen Hove en leencamer van Holland, Cornelis Oem Hermansz, leenmannen; 1545-05-16: Joest de bastaerdt van Brederode, Geryt van Spaernwoude en Jan Conincxz, leenmannen van de grafelijkheid van Holland

1539-05-19 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 129
Jaartallenindex

Willem van Waveren wordt na dode van zijn vader Thiman van Waveren beleend met een rente van 4 £ gr Vls per jaar ter lossing met 64 £, jaarlijks te ontvangen: 1) uit 3 morgen lands wyleneer toebehorende heren Willem van Boschuyzen, ridder, ende bij wylen den voors. Thiman bij decrete van den Hove van Holland gecoft, 2) noch uit de hofstad van Buschuysen met 21 morgen lands leengoed daeraen liggende en behorende, 3) generalyck op alle Willems van Buschuysens goederen leen en eigen, breeder vermeld in de brief van constitutie. Mr Willem van Waveren ontvangt dit alles in leen zoals zijn vader het hield

leenmannen: Cornelis Barthouts, Willem Criep, Anthonne Lebucq

1516-07-30 |

R.A.H. Coll Aanw 241 fol 152-158v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

compareren voor het Hof heer Thomas Jansz van Zwanenburch, priester, canonick per parochiekerk te Geervliet, en Cornelis van Overstege, wonende tot Bergen op Zoom, en bekennen dat zij zich t.a.v. alle geschillen die zij voor den Hove staende hebben, hebben gesubmitteerd aan de uitspraak van Willem van Bronchorst en Anthonis van Bronchorst Pieterszonen (submissie voor schepenen van Geervliet 1516-03-28). Op 9 Juni hadden arbiters hun uitspraak gedaan inzake de constitutie van 4£ Vls bij wijlen Dirck van Almonde aan heer Thomas voirs. vercoft, en noch die constitutie van 1£ gr Vls door wijlen Dirck van Almonde aan heer Thomas vercoft, en roerende nog 25£ bij de voorn. heer Thomas op de goeden van wijlen Dirc van Almonde met recht gewonnen, met 2£ gr voor oncosten, noch 3£, noch 2£ gr van verleydt gelt bij den voirn. heer Thomas aan Overstege voorn. selver verleyt en betaelt. Alle aanspraken t.a.v. Dirck en Heyman van Almonde die heer Thomas bezit, worden teniet gedaan, waarvoor Overstege aan heer Thomas zal uitreiken 65£ gr Vls in eens, waarvoor Overstege aan heer Thomas een losrente zal geven van 3£ gr Vls sjaars, ter lossing den penn. 22. Het eerste jaar behoeft Overstege geen rente te betalen, maar hij moet de costen en het arbeidsloon van de arbiters betalen. De losrente wordt verzekerd op ½ van de gorssen gelegen in den lande van Putten, genaamd Piershil ende Ommeloop. Het Hof homologeert dit accoord (vgl 1516-03-28)

1531-05-19 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht, Gelre, Woerden fol 27v
Jaartallenindex

Marten van Rossem, heer tot Puderoyen, marscalck, als momber der nagelaten kinderen des erentvesten ind vroemen Wilhem Gheynt [Gent] den God genedige doe cond ende bekenne mits desen openen placaten brief dat ic constatere en believe der kinderen voors. sulcke constitutie van procuratie ind machtichscap als de eerbare juffr. Machtelt weduwe Wilhems van Ghenth voirs. gedaen heeft Wyer Seijghersen voor mannen van leen den eerbaren Johan Goltsteijn en Steven Velinck, und mede vor schepenen tot Doetinchem, Derick Slabbaert en Herman Poijse, also danen leen te ontfangen den huyse van Rynenburg, ofze ick dat vur mannen van leen ind schepenen selven ind persoonlick mede gedaen hebbe. Sonder argelist (1531-05-13, 1531-05-24)

1538-07-09 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 103-108v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Aelbrecht van Raephorst, schiltknape, erkende verkocht te hebben aan Adriaen Jansz, brouwer tot Leiden, een rente van 66 Kar gld per jaar, ter losse met 1100 Kar gld eens. Tot onderpand stelt hij 40 morgen lands, ende bruiken nu ter tijd de erfgenamen van Jan van Deyl, Jan Dirck Gerrits, Joost Willem Engelsz weduwe, belend west: die Horstlaan, oost: Raaphorst Vaertssloot, zuid: die wateringe, noord: Raaphorstduyn. Maria van Foreest, huisvrouw van Aelbrecht van Raephorst, mitsgaders haar oudste zoon Herper van Raaphorst verklaren wetenschap te hebben van zekere constitutie van renten van 12£ gr Vls per jaar, ter losse van 1£ met 100 Kar gld, bij de voors. Aelbrecht van Raephorst vercocht aan Adriaen Jansz, brouwer tot Leyden in de maent juni 1536, blijkens de constitutiebrief, ende bovendien nu de voors. rente van 66 Kar gld per jaar. Welke rente van 12£ gr sjaars bij consent van de keizer als grave van Holland gehypothequeert zyn op de leengoederen van haar man Aelbrecht van Raephorst. Omdat zij weet "dat de constitutie van beide renten bekeert en geconverteert zijn geweest so wel in haars selfs als van haren mans en soons affairen, onderstand en behulpzaamheid", zo doet zij afstand van haar recht van hypotheek tbv haar douarie op deze goederen gevestigd. Zij verzoeken den keizer deze belasting van leengoederen te consenteren en bieden aan hierop willige condempnatie door het Hof van Holland te verwerven. Op 1538-11-08 beleent Karel Adriaen Jansz, brouwer, met deze rente van 66 Kar gld, verzekerd op 40 morgen waarvan gebruikers zijn: de erfgenamen van Jan van Deijl, Jan Dirc Gerritsz, Boijen Jansz, schout tot Wassenaer, Gerrit Dirck Gerritsz, jonge Aernt Willemsz, Dirricken Joos Willem Engelsz weduwe, te houden zoals Aelbert van Raaphorst de hofstede van Raephorst van ons houdt

Nicasius Hanneman, Claes Adriaensz, Willem Pietersz, leenmannen; 1538-11-08: Cornelis Barthouts, Willem Criep, Anthonne Lebucq

1563-04-05 |

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 744
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Cornelis van Berckenrode, onse beminde medebroeder in den gerechte, verklaarde dat hij op 1560-11-20 gekocht heeft van Machtelt Jansdochter, poorteresse der stad Amsterdam, tbv ende met penn. toecomende Adriaen van Berckenrode, syns comparants broeder, alsdoen utlandich synde, den rentebrief van 34£ sjaars, losbaar den penn 16, als deselfde brief bij wijlen Dirck van Berckenrode, mede des comparands broeder in syn leven gepasseert voor schout en schepenen van Heemstede op 1556-12-15. Verclaerde verder de voors. constitutie brieve andermael gelost te hebben ut handen van de voors. Adriaen van Berckenrode op den 17e Nov. l.l. ende dat tbv en met penn. toebehorende Henrick van Berckenrode, sijnen neve ende soon van wylen de voorn. Dirck van Berckenrode, gecomen wesende deselfde penn. van de vruchten van de leengoederen denselven Henrick aenbestorven bij dode van sijn vader voirs. Adriaen verklaart dat dit alles zoo is en transporteert de rentebrief aan zijn broeder Cornelis, tbv zijn neef Henric (vgl 1556-12-15)

Quiryn Dircsz (zegel: een cruijs, in den eersten hoeck 3 kepers ende in de drie andere hoecken elck enen ronden ringe) en Adriaen Willemsz (6 kepers), schepenen