Bedoelde u soms?
copkensz | coppenol | coppens | coppenz | coppenzsz | coppynsz | coptenz

9 resultaten

1486-05-17 | Oostzaan

Coll Aanw 518 E fol 6v/Egmond E
Jaartallenindex

Johan etc beleent Pieter Symonsz met ½ van 5 morgen lands in de ban van Oost Sanen, buitendijks, geheten Jan Coppensz uiterdijk, belend west: Lysebeth Copp Hillensweduwe, oost: Claes Dircsz

mannen: Luyd Rembrantsz, Claes Pietersz

Akersloot, van~ | 1485

Mr. V.d. Brandeler: Wapens van de Magistraten van Amsterdam p 70
Achternamenindex

Gerred Ysbrandsz, schepen van Amsterdam met zegel: in rood een gouden molenrad; zie Jacob Gerrit Coppensz in 1349; Hetzelfde wapen hebben andere schepenen: Jan Jansz van Naerden (schepen in 1505, Raad in 1501), Jacob Huych Jansz (Raad in 1507, schepen in 1513), Ysbrand Pietersz Coppens (Raad in 1519, schepen 1534), Lambert Ysbrant Coppensz (1533)

Egmond, van | 1345-08-05

Arch Gasthuizen Leiden regest 33/Arch St Catharinagasthuis Inv no 784
Achternamenindex

Jan Uter Wike, ridder, erkent van Danel Coppensz de koopsom ontvangen te hebben van 5 morgen en 1 hond land, genaamd den Niedel, met een uiterwaard in Soeterwoude

Egmond, van | 1345-02-10

Arch Gasthuizen Leiden regest 32
Achternamenindex

Jan van der Breghhe c.s. en Aert Gontersz erkennen aan Jan Uterwike [van Egmond] en Danel Coppensz een uitweg toegestaan te hebben naar de Niedel over de Groete Weyden en het Smalle Weer

1382-07-26 |

Arch St Bavo Haarlem regest 31
Haarlem Algemeen

de officiaal van de bisschop van Utrecht draagt aan de provisor van Kennemerland als zijn vertegenwoordiger op, om Johannes Arnoldi, gepresenteerd door Johannes Gruter, deken van de Mariabroederschap, Dirc Albertsz en Wilhilmus Dullaert, priesters, te institueren tot de kapelanie op het H. Geestaltaar in de parochiekerk van Haarlem, vacant door de vrijwillige afstand van Jacob Coppensz

1499-02

folio 31 XXVIII 1498-1501
Transportregister Haarlem

Janna Cornelis Harmansz weduwe met haar zoon Harman Cornelisz als voogd, aan Aef Aerntsdochter Reijer Pouwels weduwe een huis en erf op oude Haarlem, and'een side: Vranck de smit, an d'ander: Jan Coppensz, after streckende an Ysbrant Smit

Renssen | 1533-04-22

R.A.H. Coll Aanw 517 fol 34/Leenboek Egmond D fol 34
Achternamenindex

Andries Renssen van Monickendam, leenman van Egmond en Augustyn van Teylingen, leenman van Holland oorkonden dat Claes Jacobsz van Amsterdam, als man en voogd van Haes Heynendochter opdroeg tbv Dirck Dircksz van Monickendam "1 ½ demp te lants, gelegen in Monickenbrouck, onderdeeld in een stuk lands van 4 deijmten geheten Symon Coppensz horn", zoals de transfix brief inhoudt, en Haes Heynendochter van de graaf van Egmond in leen hield; hij verzoekt belening van Dirk Dircsz (vgl 1533-04-24)

daar Andries Reus [!] geen zegel heeft stelt hij zijn naam hieronder

1468-06-14 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 5/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

scepenen in Diemen oorkonden dat Claes Spaensz quijtschold en overgaf Katherijn Pieter Spaensz wedue, Elizabeth ende Verdou haer twie kinderen al alsulcke landen als hi legghende hevet in den ban van Diemen, dat mr Bruninc nu ter tyt bruuct. in allen schyn als Claes Spaensz voern. daer leggende heeft ende die oude brieven daerof inhouden hair drier leven lanck duerende ende nyet langer. Ende nae dese drie voern. persone haer doot soe scout Claes Spaensz voerscr quyt dese voers. lande die broeders van St Bernardusoirde tot Galileen, gheleghen bij Monikendam, erflyck ende eyghendlyck tot ewighen daghen. Ende want wij Bruninc ende Stans selver gheen zeghele ende hebben, soe hebben wij ghebeden Dirc Dircsz ende Jan Brunincsz, onse medescepen desen brief over ons te zegelen. In margine: Van Claes Spaensz brieven. Dit lant ende ..... [?] vercoft om CCL gld

Bruninc Coppensz ende Stans Lambertsz, schepenen

1478-02-10 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 15v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

alle luden etc si kondich ende oepenbaer dat Symon Jansz is ghecomen toe Galilee int cloester bi Monckendam om daer in een broeder ontfanghen te werden. Ende heeft voer hem ghebrocht als voerbidders Coppit Pietersz, Dirc Florysz, Jacop Gherijtsz, Reijer Aemsz ende Pieter Coppensz, Jan Florysz overmits welcker voerbidden Symon voers. ontfanghen wart in een broeder. Ende heeft quyt ghescouden ende tot een eyghendoem ghegheven dat voers. convent in teghenwoerdicheit der voerghenoemde mannen als tughen: een stucke lants van elf vierendeel gheleghen in Jacop Pieter Herdijnsweer, ghenoemt die dyckcamp met alsulckdanigher voerwarde als waer dat Symon voers. ut den cloester weder waer gaende ende blivende in die werlt, soe soude dit voers. lant hem weder naevolghen. Ende waert dat Symen voirn. sijn leven verslutende (?) waer int convent voers. soe soude dat lant tot enen eyghendoem toebehoeren ende in der ewicheit bliven int convent voers. In kennisse der waerheits heb ic Jan Florijsz voers. dese sake in tegenwoerdicheit twier eerbare mannen ende tughen als Melys Claesz ende Claes van Veen beleden, ghetughet, vertelt, ghesproken, ende mit minen zeghel bezeghelt. In nomine domini amen. Per hoc presens publicum etc. Symon filius Johannis frater domus nostre secundum formam tertii reguli sancti Francisci professus, dedit, legant monasterio nostro beati Bernardi in Galilea quondam peciam terre in vulgariter seven verndel lants gheleghen in Rietbroeck in Jacob Petri Herdijnsweer op dat noerteynde. Opschrift: instrumentum de fratre Symone Reyneri