Bedoelde u soms?
coelambacht | cortembach | cortenambacht

13 resultaten

Almonde, van | 1423-06-23

Reg Rotterdam en Schieland no 2158
Achternamenindex

de tienden van Cortambacht worden in leen gehouden door Dir Gillisz en Willem Philipsz van Almonde

1567-03-23 (1566) |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Arkel, Putten fol 28, 27v, 29
Jaartallenindex

Jasper van Egmondt van Meresteyn machtigt Simon Storm Gerritsz om namens hem zijn leen te verheffen van de thienden in Nieuwe Pernisse en Cortambacht die hij van Jan Michielsz van Almonde gekocht heeft; 1567-06-06: Jan Michielsz van Almonde draagt op: 1) ½ van de thiende van Nieuw Pernis en Cortambacht, 2) ½ van de tiende van alinge den polre van Cortambacht, die mit Roeden bedyct is, aen den Zydwinschen dyk. Met al zijn toebehoren van coren en van lammeren ende van al dat men aldaer winnen mach. Ende daertoe ½ den Zydwindsen dyck die aan dit Cortambacht ligt, van den noorteynde van den Nyeuwendyck van Cortambacht, streckende zuytwaert totten scheysloot van Rooden jeghen Verckenwech ende aen beyde zyden van den dyck totter Dyckdilven toe dat den voirs. dyck toebehoort; 1567-08-01: koning Philips beleent heer Jasper van Egmondt van Meresteyn hiermee. Eed en hulde doet voor hem Simon Storm als zijn gemachtigde

1567-06-06: Cornelis Oem Hermansz, leenman van de grafelijkheid van Holland en Maerten Heynricsz, leenman des heren van Wassenaer; 1567-08-01: Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Jan Beuckevoort Jansz

1537-04-21 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 48v, 49
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Gerrit Boom Jansz opdroeg tbv Floris van Cuijl dat Cortambacht gelegen in Swindrecht, metten winde aldaar en anders al zijn toebehoren, zulcx als hij ten erfleen houdende was, met het verzoek om Floris van Cuijl daarmede te belenen. Op 1538-01-12 beleent Karel Floris van Cuijl met het Cortambacht in Zwindrecht, te houden tot een recht erfleen

Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen; 1538-01-12: heer Zegelyn van Alveringe, heer tot Hofwegen, ridder, Cornelis Barthout Jansz en Willem Pietersz Criep

1536-11-18 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 319, fol 262
Jaartallenindex

Karel beleent Gerrit Boom Jansz met dat Cortambacht gelegen in Zwindrecht, hem aanbestorven bij dode van zijn broeder Jan Boom Jansz. Te houden tot een recht erfleen. Nogmaals op fol 262 met datum 1536-11-28

Cornelis Barthout Jansz, Floris van Cuijl, Barthoud van Outenae, leenmannen

1515-08-14 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 99
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat Herber de Jonge Reyersz als gemachtigde van zijn sweer Adriaen Sandelyn Pietersz hem opdroeg dat Cortambacht gelegen in Zwindrecht, metten winde. En dat hij vervolgens Aert Pietersz, des voors. Adriaen Sandelyn Pietersz dochtersman, hiermede heeft beleend tot een recht erfleen (1515-04-07)

here Floris [van Wyngaerden] here tot Yselmonde, onse Raedt, mr Barthoudt van Assendelft, mr Marcelis van Zegerscapelle, onse secretarissen: Philips van Schengen, Jan van Steenbeke, en Cornelis Barthout, onse clerc

1515-04-07 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 68
Jaartallenindex

leenmannen van Holland certificeren dat Herber de Jonge Reijersz als gemachtigde van Adriaen Sandelyn Pietersz, zyn sweer, in geseten poorter van de stad Antwerpen, met bezegelde brieven van deze stad overgedragen heeft tbv Aert Pietersz, des voors. Adriaen Sandelyn Pietersz dochter man, dat Cortambacht gelegen in Zwindrecht met de wind en alle toebehoren (vgl 1515-08-14)

Pieter Hugez, Pieter Scaert Kerstiaensz, Pieter Schoeck, leenmannen

1506-04-17 |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Putten fol 155
Jaartallenindex

Philips beleent mr Michiel van Almonde mr Jacobsz na dode van zijn vader mr Jacob van Almonde in zijn leven onsen eersten raet ordinaris in Hollant: 1) een duynken geheten Berchout in het ambacht van Lisse, te houden tot een onversterfelijk erfleen; 2) die visserij van twee walen, gelegen omtrent een huis staende in den ambacht van Pernisse. Ende die visserij van omstrent 32 gemeten land gelegen in de oude Pernisse binnen den wege, streckende van Willem Gysbrechtsz af tot Scrycwale, ende van Scrycwale tot Coze (??) Aerntsz huys toe, ende een droogendyk met sijn alinge, aengaende van den voors. huyse tot Pernisse toe, ghehieten den Hofdyk en nog een paar oude zwanen, die hij hebben zal naast den voors. huyse en hofstede broedende [?], van Put, tot een recht erfleen, heergewade een stoop Rijnwyn; 3) ⅓ deel van ½ van 6½ gemeten lants in den ambacht van heer Symonshaven bij heer Symons huys van Marckenburch, oic van Putten ten rechten erfleen. Heergewade: 5sc Holl; 4) ½ van den tiende van alinge den polre van Cortambacht die mit Rooden bedyckt is an den zuydwinsen dyck met syn toebehroren van coren en lammeren van dat men daerop winnen mach. Ende daertoe ½ den droogen Zuijtwinsendyk die an dit Cortambacht leyt, van den noortende van den nieuwendyck van Cortambacht voors, streckende zuytwaart totte sceijsloot van Rooden tegens Verlijen wech, ende aen beyden zyden van den dyck totter dijkdelven toe ende dat den voors dyck toebehoort. Tot een recht erfleen van Putten, te verheergewaden met 3 stoopen Rynwyn; 5) nog 7 gemeten leenland in Bornisse ende int oude lant. Te houden van Voirne

Dirck van Boneem, Crispyn Jansz, Willem van Ruyven, Reinier Willemsz, cleene Jan Bruin

1484-03-27 (1483) |

R.A.H. Coll Aanw 109 fol 48v/Reg Max. Philips fol 14v
Jaartallenindex

Max. en Philips belenen Gillis Willem Simon Vredericsz.z. alias van Valckesteyn na dode van zijn vader Willem Symon Vredericsz: 1) een huyse en erve gelegen binnen de vrijheid van Leyden, streckende van der grooten strate tot in die Middelgrafte, 2) een huys en hofstad binnen onser stede van Gorinchem an dat Marctvelt, an d'een syde: Rutger Lodewyksz, an d'ander syde: Heynric van Megens erfnamen, west: t Marctvelt, oost: der stad stege, 3) 6 blocken tienden gelegen in onsen lande van Putten in den ambachte van Westenryc op Drenkwaart, tussen den Oost Volgerwech ende den Middel dwerswech, daer die werf van Drenckwaert in gelegen is. No 1) onversterfelijk erfleen, heergewade 1 rode sperwer of 10 schell, no 2) leen van Arkel, recht leen, heergewade 10£ van 40 gr het pond, no 3) leen van Putten, onversterfelijk erfleen, heergewade een rode sperwer of 10 schell Holl; 4) ¼ deel van der alinge middeldyk van Caprinxhoec, streckende daer Geervliet scheidt van Spikenisser hove tot Oistlicker damme toe ende an beyden zyden van den dyck totter Dilven toe dat den voirs. dyck toebehoort, behoudens ons de rente daarop, 5) ½ de tiende van alinge den polre van Cortambacht die met Roeden bedijct is, an den Sydwynschen dyck met zijn toebehoren van coren en lammeren etc, 6) ½ den drogen Zydwynschen dyck die an dit Cortambacht leyt van den Noirteynde van den Nyeuwen dyck van t Cortambacht van streckende zuidwaarts tot de scheijsloot van Roden jegens Verlijen wech, ende an beiden zyden van den dyck toter dyck dilven toe dat den voirs. dyck toebehoort, 7) ende noch een clein block tiende, op hem selven leggende in Westerijcken, gehieten dat Meelblocken. Leen van Putten, met regeling van de vererving

present: Gerrit van Abbenbroek, Jan van Rietvelt, Claes van Ruyven

1576-08-02 |

R.A.H. Coll Aanw 140 fol 151/Reg Oraigne fol 70
Jaartallenindex

koning Philips beleent Jan Aalbregts van Cuil na dode van zijn vader Aalbregt van Cuil met: 1) de visscherij gelegen in de parochie van Weede, als de visscherij van der Ylode noordwaarts strekkende tot in der Ylen toe, binnendijks, en voorts het sylken, gelegen in Nieuw Strijen bij Gobbengate, en de visserij van de Syle voorn. totter halver Mase toe, van ons te houden als heren en vrouwen van Putten tot een regt erfleen; 2) het Cortambacht gelegen in Swindrecht metten winde aldaar. Tot een regt erfleen. Daar hij onmondig is, doet mynheer Cornelis Coning de eed voor hem (vgl 1556-01-08). Gegeven te Delft

Joost van Berendregt, Pieter van der Goes, Jacob Hendricsz, leenmannen

1556-01-08 (1555) |

R.A.H. Coll Aanw 140 fol 147v, 149/Reg Oraigne fol 68v, 69v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Herber van Cuil Florisz heeft opgedragen tbv zijn broeder Aalbregt van Cuil: 1) de visscherij in de parochie van de Weden, als die visscherije Yloode noordwaarts omme strekkende tot in der Ylen toe, binnensdijk, ende voorts het Sylken gelegen in Nieuw Strijen bij Gobben G [?]ate. Ende de visscherij van de Sylen voorn. totter Masen toe. Tot een regt erfleen; 2) dat cortambacht in Swindregt, metten winde aldaar, met 5½ morgen land gelegen in den Hogen Nes met het schoutambacht ende de visscherij. Tot een regt erfleen. Met het verzoek hem daarmede te belenen. Op 1556-02-20 (1555) wordt Aalbregt van Cuil met deze lenen beleend (vgl 1576-08-02)

Jan Jansz Coninck binnen Dordrecht, Heerman van der Bies Henricxz en Gysbregt Pietersz, leenmannen van Holland; 1556-02-20 (1555): Cornelis Barthouts, Symon Pijl, Job Jansen, leenmannen