cortenbach
9 resultaten
Cortenbosch, van | 1682
Index J.A. Jaeger p 47
Achternamenindex
Jacob Johansz van Cortenbosch en Johanna Catharina Johansdochter van Cortenbosch te Leidien, vragen aan de Staten van Holland venia aetatis
Fannius | 1722-1733
Bruinvis: Alkmaar no 383, p 18, 25
Achternamenindex
schepen, burgemeester van Alkmaar: mr Gerard Fannius heer van Cortenbosch, stierf 1733-03-20
Polanen, van | 1629-07-09
Not Arch Leiden 373 akte 33, 100/Notaris Traudenius
Achternamenindex
Cornelis Anthonisz van Polanen, vettewarier, wonende binnen Leijden, erkent schuldig te zijn aan Aernt Dircsz Cortenbosch, 100 gld; 1630-11-08: erkent schuldig te zijn aan de her Dr Cornelis Weesp, 400 gld ter zake van geldlening
Fannius |
Batavia Illustrata bl 873; Navorscher jg 1878 p 252, 253
Achternamenindex
Daniel Fannius, raad en fiscaal van de admiraliteit in Zeeland x Adriana van Blyenburg; 1655-02-10: mr Pieter Fannius, secretaris van Brouwershaven x Cornelia van Beaumont, hieruit: Daniel en Cornelis Fannius heer van Oud Haerlem en Cortenbosch
1469-09-07 |
R.A.H. Coll Aanw 104 fol 34v (fol 11)
Jaartallenindex
hertog Karel oorkondt dat Joost Dever Gerytszoon hem heeft opgedragen tbv Jan van Assendelft Dircssoon den Cortenbosch, staende buyten onsen dorpe van der Hage an dat westeynde, mit 3 mergen lants an die suijtsyde daer aen gelegen ende mit allen sijnen toebehoeren, gelijck dat bewallet is en dat hij Jan hiermede vervolgens heeft beleend tot een erfleen, te verheergewaden met 2 capoenen
1516-04-11 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 174v
Jaartallenindex
Karel beleent Jacob Coen Jacobsz na dode van zijn vader Coen Jacobsz, aan wien deselve leenen aanbestorven waren bij dode van heer Cornelis Jacob Mertensz, des voors. Coen Jacobsz's broeder en bij hem niet versocht en waren, alsoo hij korts na den overlyden van den voors. heer Cornelis mede overleden is: 1) ½ morgen lands gelegen bij der Eechorst, 2) 1£ sjaars op Foykenzoons [!] huys, 3) 1£ op 2 morgen in Haetscamp, 4) 26 sc sjaars op Dirck Aernt Coxzoens huys. Tot een erfleen. te verheergewaden met een stoop Ryn wyn, 5) 3 morgen lands in het ambacht van Monster bij Quintsheule, an d'een zijde: dat clooster van der Leede, an d'ander zijde: die Canonicken van Naaldwyk. Tot een erfleen, binnen den eersten lede niet te versterven, te verheergewaden met 8 schell Holl, 6) ½ morgen lands in Haichambacht, achter den Cortenbosch aen die westzijde. Tot een erfleen
Adriaen Jacobsz de Coninck, Cornelis Barthouds, leenmannen
1559-11-23 (1) |
Arch Marquette no 394
Jaartallenindex
koning Philips beleent jhr Nicolaes van Assendelft na dode zijns vaders heer Gerrit, met: 1) de vrije heerlijkheid van Assendelft, hoog en laag, 2) de korentiend te Groode, en den smaltiend, de vlastiend en de uiterdijksche tienden aldaar, 3) 4 hoed gerst uit de tienden van Nyerlant, 4) 36£ Holl uit een huizing, woning en land in Wassenaer, teynden t bosch van den Hage, 5) ⅓ van den tiende in de Lier, waarvan heer Phillips van Polanen ⅔ deel placht te hebben, 6) het Cortenbosch, staande buijten onsen dorpe van den Hage met 3 morgen land ten zuiden ervan, 7) 16 geersen land te Heemskerk, geheeten Vrou Lijsbettencamp, 8) een grooten boomgaard met een daarin gelegen, maar nu geslechte hooge werf, met een ten westen ervan gelegen boomgaert, en die schuttersdoelen metten geboomte ant westeynde van de boomgaert, 9) de helft van ¼ deel van alsulke huijsinge, boomgaarden, boomen en bepotingen als op die dijcken aldaer binnen ende buyten daeran staende tot een onversterfelijke erfleen, te verheergewaden met een roode sperwer of 5 schell Holl, 10) die helft van een ¼ deel van een camp van 4 morgen in Catendrecht, geheeten den Oistcamp, liggende langes an de Oist Scinckele, streckende van der sluysvliet after aen de oude dycksloot, ende daertoe ¼ deel van de ambachtsheerlijkheid van den landeke van Catendrecht, heergewaad: een rode sperwer, 11) die biertolle tot Castricum ende die vroonschult tot Vuytgeest ende tot Akersloot tot een erfleen, 12) 7 Rins gulden sjaers vuyt een huijsinge, hofstede, boomgaerde ende bosch tot Velzen, erfleen, te verheergewaden met een hert of een £, 13) 4 Rins gld uit de voors. huysinge etc, 14) in Heemskerk dat land dat hier na volgt: a) 7 geersen, de Langemade geheeten, b) die helft van ⅛ deel rogsaijinge, c) de helft van ½ hoeve in Wateracker, d) een half viertel lants in Bolland, 15) dat huys tot Cralingen ende van ouden tijden Honingen plach te heeten, mit wallen, mit graften, cingelen, boomgaerde, 3 campkens lants bepaelt ende gelegen zuid: an de Vloetdijck, noord: an s gravenwech, oost: streckende bij een vliet die van oudts geheeten es Hoyenburge wateringe, west: langes streckende bij eenre wateringe geheeten de Nyeuwelantsche vliet. Ende voort alle zijn walen, visschierien die tot die walen hoeren, gelegen in zijn ambochte van Cralingen, erfleen, heergewaad: een roode havick of 18...
1573-12-30 |
Arch Marquette no 494
Jaartallenindex
koning Philips beleent jhr Cornelis van Assendelft als oudste en naaste leenvolger van zijn zoon jhr Floris van Assendelft, met: 1) de heerlijkheid van Assendelft, hoog en laag; 2) de korentiende te Groede, de smaltiende, vlastiende en uiterdijkse thiende; 3) 4 hoed gerst uit de tienden van Nieulant; 4) 36£ Holl sjaars uit een huysinge, woninge en land onder Wassenaer, aen t eind van het bosch van den Haghe; 5) het Cortenbosch, buiten het dorp van den Haghe met 3 morgen aan de zuidzijde; 6) een camp land van 16 grazen, geheten Vrou Lijsbettencamp, te Heemskerk; 7) een grote boomgaard met een hooge werf die nu geslecht is, een elsbosch aan het westeinde, en de schuttersdoelen met het geboomte erop staende; 8) de biertol te Castricum en de Vroonschuld tot Uytgeest Ackersloot; 9) 7 R gld sjaars uit een huys, boomgaard en bosch te Velsen; 10) 4 R gld sjaars uit hetzelfde huis; 11) 7 eenwintergaerssen op te groote Veenen te Heemskerck; 12) ½ van de ambachtsheerlijkheid van den dorpen van Streveland, Leckerlant, Brandwijk, Gybelant en Bleskensgrave, cum annexis; 13) de andere ½ van de genoemde ambachtsheerlijkheid, zoals heer Nicolaes van Assendelft die voortyts verkregen heeft bij overdracht door jonge Jan Oom van Wyngaarden; 14) ⅛ van het ambachtsrecht van Swindrecht met de kerkgift etc, dat men noemt Heynryck Ydenambacht en Schildemanskinderen ambacht; 15) 5 morgen in Krimpenrewaard in het gerecht van Langerak, die Lourens Ghysbrechtsz in achterleen houdt; 16) ½ ambachtsheerlijkheid van Kyfhouck in Swindrecht, met kerkgift etc; 17) een ambacht in Swindrecht, geheten Oudelantsambacht, met kerkgift etc; 18) 4 hoet gerst uit de Monicken hoeve van Texel; 19) een korentiende en smaltiende oostwaerts van onsen Houte in den Hage; 20) 5£ per jaar op de hoeve van Berckenroede te 's Gravesande; 21) een erfrente van 501 Kar gld de goederen van de heer van Zevenbergen te: Heemskerck, Oosthuysen, Etershem en elders, belend zuid: het cloester Rynsburch, west en noord: Willem Coppersz, oost: de banwatering; 22) een rente van 200 Kar gld op de heerlijkheid en goederen van Alblasserdam, tot een goed erfleen; 23) een jaarlijkse losrente van 93£ 14 schell 1 penn uijt de voors. heerlijkheid van Alblasserdam en ook uit de huysinge van Subburch met 32 morgen lants daaromtrent gelegen, ende noch uyte ⅔ deel van 37 morgen lants liggende aen de Dussen; 24) een jaarlijkse rente van 16 Kar gld uyte goeden en domeinen van Noordeloes en Sevenbergen; 25) een rente van 75 Kar gld jaarlijks uit de heerlijkheid en goederen van Noordeloes, Etershem en Eemskerck
heer Otto van Egmondt heer van Kenenburg, ridder, jhr Abraham van Almonde, leenmannen
1570-09-13 (1) |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 71-73v, oud fol 40~; Arch Marquette no 430 (zie 1578-02-09)
Jaartallenindex
koning Philips beleent jhr Floris van Assendelft na dode van zijn neve heer Nicolaes van Assendelft met de navolgende percelen van (onversterfelijke) erflenen: 1) de vrije heerlijkheid van Assendelft, hoog en laag; 2) die corenthiende tot Groede, die smaltiende, die vlasthiende en die uiterdijksche thiende; 3) 4 hoet gerst uit de thienden van Nyelant; 4) 36£ Holl sjaars uit een huysinge, woninge en land in Wassenaer, t'eynden t Bosch van den Haghe; 5) dat Cortenbosch, buyten den Haghe met 3 morgen aan de zuidzijde; 6) een camp lant van 16 geersen, geheten Vrou Lysbettencamp, tot Heemskerk; 7) een grote boomgaard mit een hooge werf die daerinne te liggen placht en geslecht is, en daer een elsbosch liggende ant westende van den boomgaert, ende die schuttersdoelen mitten geboomte dat daerop staet an t westeynde van de boomgaard; 8) ½ van alsulcke ¼ deel van 96 morgen lants gelegen in een landeken geheten Catendrecht, mitsgaders ¼ deel van alsulcke huysinge, boomgaarden, boemen als op die dycken aldaer binnen ende buyten daeraen staende zijn; 9) ½ van ¼ deel van een camp lants groot 4 morgen, gelegen in Catendrecht, geheten den Oistercamp, liggende langesan den Oost Schinckel, streckende van die sluysvliet afteraen den ouden dycksloot, alsoe breet als aldaer gelegen is, ende daertoe ¼ deel van de ambochtsheerlykheid van den landeken van Catendrecht; 10) die biertolle tot Castricum en die Vroonschult tot Wytgeest ende tot Ackersloot; 11) 7 R gld sjaars uit een huysinge, boomgaert en bosch te Velsen; 12) 4 R gld sjaars uit de voorscr. hofstede; 13) dat huys tot Cralingen ende van ouden tyden Hoeninghen placht te heeten, met wallen, graften, cingels, boomgaerden ende mit 3 campkens lants bepaelt ende gelegen die zuidzijde: an die Vloetdyck, noord: an s Gravenwech, oost: langes streckende by eenen Vliet die van outs geheten is die Hoyenburgewatering, west: bij een watering geheten die Nieuwelantse Vliet, ende alle syne wallen en visscherijen dit tot die wallen behoren, gelegen in synen ambachte van Cralingen; 14) het ambacht van Cralingen; 15) het ambacht van Ouder Schie, geheten den Hoogen Ban; 16) alsulcke zeven eenwintergarssen op te grote vennen te Heemskerk; 17) ½ van de ambachtsheerlijkheid van den dorpe van Streveland, t Leckerlant, Brandwijk, Gybelant en Bleskensgrave, met tienden, visserijen, veeren, erven, renten; 18) de andere ½ van de voors ambachtsheerlijkheid, zoals heer Claes here van Assendelft, overgrootvader van de voors. jhr Claes van Assendelft, voortyts verkregen heeft bij overgifte van jonge Jan Oom van Wyngaarden; 19) ⅛ van den ambochte ende ambochtsrecht van Zwindrecht mitten gifte van der kercke, mit uyterdyck, visscherij, vogelrij, ruijchten, bedijkt en onbedijkt en men heyt Hendrik Ydenambacht en Schildmanskinderen ambacht; 20) een hofstede gelegen in Zwindrecht daer Hendrik Yden op te wonen placht int lest van synen lyve, vrij van lammerthienden en van al dat men daarop teelt; 21) 2 merghen lants geheten den Oirdt, 9 morgen geheten die Steenplaetse mit thijns ende mit hofstede als daertoe behoort, beneden: Roelof Duijckinx ambacht, boven: dat kerckhof, Jan van Amerongen en Witte Jan Herckenz, streckende van den Waele totten Vetten camp toe; 22) een hofstede ook gelegen in Zwindrecht, buitendijks geheten "Wittesteyn"