1503-06-02 |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 116v

Jaartallenindex

Philips oorkondt dat jvr Hillegond Jan van Huessensdochter, weduwe van Costin van Puederssin, met haar zoon en voogd Costin van Puederssin, heeft opgedragen tbv Gerrit Jansz 10 morgen lants gelegen in Puederssinsambacht, belend oost: Claes van Puederssin, west: Willem die Grebber Jansz, en dat hij vervolgens Gerrit Jansz hiermee heeft beleend. Leen van Arkel. te houden tot een erfborchleen. Te verheergewaden met eenre schoonre maeltyd

present: Tielman van Dullecum, Dirc van Boneem, Henrick Smout, cleene Jan Bruyn

Zomerland, van | 1220-06-29

v.d. Bergh I no 269

Achternamenindex

Dirk heer van Voorne schenkt het land Middelant aan de abdij ter Does, onder de getuigen: Costin de Somerland

Zomerland, van | 1168-02-27

v.d. Bergh I no 147

Achternamenindex

getuigen voor graaf Floris III: o.a Costin de Witla en Wilhelmus de Witla [geslacht van Somerland, vanwege overeenkomst der voornamen], Schouwen

1485-10-03 |

R.A.H. Coll Aanw 109 Caput N.H. fol 75v/Reg Max. Philips fol 22v

Jaartallenindex

Max. en Philips belenen Tryne Adaem Paeuwen Dammaszoensdochter na dode van haar broeder Adaem Paeuwen Dammasz.z met 4 morgen lands gelegen in Schoennouwen. Tot een recht leen. Hulde doet voor haar Costin Bertelmeusz, haar gecoren voogd

Stavenisse, van | 1290-06-12

v.d. Bergh II no 723

Achternamenindex

uitspraak in het geschil tussen graaf Floris V en de Zeeuws edelen: op Stavenisse: Costin filz monsigneur Scorin [= Costijn heer Stormsz van Stavenisse], Bodekins fils Betrekinen

Berchem, van | 1355-05-17

Inv Arch Belgique Chartes 1e partie tome II no 893

Achternamenindex

vele Brabantse edelen beloven zich te zullen houden aan het verdrag van Leuven van 1355-03-18, inzake de erfopvolging in Brabant, o.a. Costin de Berchem en Gauthier van Berchem

Witla, van | 1168-02-27

v.d. Bergh I no 147

Achternamenindex

getuige voor graaf Floris III van Holland: o.a. Costin de Witla en Wilhelmus de Witla [overeenkomst van voornamen wijst op verband met het geslacht van Somerland, terwijl Witla een oudere vorm voor Welland kan zijn]

Berchem, van | 1388-1389

De Raadt II p 344/Compte St Jean 1388-1389;C.C.B. no 17144 fol 240

Achternamenindex

Walterus de Lyra, fils de la dame de Wesemale, comme tuteur de damoiselle Catherine, fille de feu Costin van Berchem, relève du Brabant, neuf hommages, achetés, autrefois par Magnos Costinus (van Berchem) de Pierre van Aywen

Storm | 1290-06-12

v.d. Bergh II no 723

Achternamenindex

Guy graaf van Vlaanderen, zijn oudste zoon Robert en hertog Jan van Brabant doen uitspraak in het geschil van graaf Floris V en de Zeeuwse edelen: op Stavenisse: Costin zoon van monsigneur Scorin, Bodekinus zoon van Betrekinen

1518-04-09 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Kennemerland fol 3v

Jaartallenindex

burgemeesters, schepenen en raad der stede van den Briele oorkonden en certificeren dat voor ons quam Meyns Aernt Pieter Stuers weduwe, die bij haar eed affirmeert dat Adriane Anthuenisdochter, huisvrouw van Adriaen Aertsz, haer ouder moeijen dochter is, want haer oude vader Dirck Hert, en Machteld Anthuenis, moeder van de voors. Adriane Anthuenisdochter, broeders en susters waren. Ende sij deposante heeft dicwils gehoert van haer moeder dat de voors. Adriane Anthuenisdochter ende sij, broeder en suster kinder waren. Deposeerende voort dat sij tselve heeft hoeren seggen een vrouwspersoen genaemt Costin van Dam Aerntsdochter, dewelck Costin was een ouwe moeije van de voors. Adriane Anthuenisdochter ende een ouwe moye van Aermgaert jonge Aernt van Damsdochter. Deposeerde oock dat sij tselve mede hadde hoeren seggen suster Truyken, haer nichte, die in St Agnietencloester in den Hage wesende, van welker suster Truyken de voors. Costin van Dam een moije was. Ende dat meer was dat sij deposante heeft dicwils gehoert hat dat sij tot haren moeder seyde, indien Ermgaert onse nichte sterft, soe sult gij de leenen hebben, want gij ouder syt dan Adriane ons nichte te Sceveningen. Volgt zonder datum: Willem Pouwelsdochter, conventuale in St Agniet in den Haghe, seyt bij hoeren eed dat sij wel weet dat Machteld van Dam Adriaen Anthuenisz dochter moer was ende Aernt van Dam sal. ged, suster en broeder kinderen waren, ende dat sij Aernt en Philips van Dam en oock Mechtelt des voors. Adriaen Anthonisz moeder wel gekent heeft, maar Machteld's moeder heeft zij niet gekend, maar zij weet dat Machtelden moeder een suster was van Philips van Dam, en dat Ermgaert van Dam des voors Aernts van Dams dochter was