12 resultaten
Heersvelt, van | 1440-04-25
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 341/351, 357
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Evert van Heersvelt t.b.v Dirc Florensz erfnamen van den Poel en zijn weduwe joffer Janna, met 8 gemeten land in den kerspel van Coudenkerke tussen de noortmolen en de kerk van Coudenkerke, zoals Gelijs Andriesz tevoren in leen hield, en de erfgenamen van hem aangekomen zijn, tegen een jaarlijkse pacht van 8 gr zwarte Tourn en 2 maaltijden; 1452-10-16: abt Jacob van Poelgeest beleent Wouter Heynricsz, "onsre dienre", als gemachtigde van Janna van den Poel hiermee (vgl 1484-10-21)
leenmannen: Johan van Hamellenberch, Goessen van Schaick; 1452: Govert die Conynck, Goessijn Willemsz
Gelys Andriesz | 1423-07-01~
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 337v
Voornamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gelijs Andriesz wordt beleend met 4 gemeten land in het kerspel van Coudenkerke, tussen de noortmolen en de kerk van Coudenkerke, die van mr Jacob Boudewijnsz waren en Henric Bertelmeusz laatst gebruikte en gemeen had met Henric Haveloesz; op dezelfde tijd droeg Godevaert van Sprewesteyn op 4 gemeten land in het kerspel van Koudenkerke, tussen de noortmolen en de kerk, onderdeeld in 12 gemeten die heer Jacob Boudewijnsz te leen hield; de abt verkoopt dit leen aan Gelys Andriesz en beleent hem er mee, voor 8 oude Tourn groot en een maaltijd per jaar (vgl 1440-04-25)
mannen: Henric Valck, Willem Boudewynsz, Gysbert Goedscalc
Borssele, van | 1439-06-23
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 354
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt oorkondt dat Ariaen van Berssel, voecht van Bergen in Henegouwen, hem belening verzocht met de tienden die wijlen zijn vader Jacob van Berssel hield, gelegen in den kerspel van Coudenkerke; de abt beleent hem ermee tegen betaling van een jaarlijkse pacht van 6£ Conincs Tourn
mannen: Dirc van Oudaen, Aernt van Amerogen
Brigdamme, van | 1439-06-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 349v, 350
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Johan van Brigdamme met de helft van de alinger tienden in de parochie van Coudenkerke "ende Peter Maude ende Peter ut der Boede wilenaer van ons te leen te houden plagen", daarna op mr Peter van den Steijne, die ze na enige tijd opdroeg tbv jvr Beatrijse van den Steijne, daar de jaarlijkse pensie niet betaald werd, kwam het leen weer aan de abdij terug; Johan wordt er nu mee beleend tegen een jaarlijkse pacht van 15 schell zwarte Tourn en een goede maaltijd of 2 oude groet Conincs Tourn, voor de koop heeft hij een koopsom voldaan; dezelfde dag beleent de abt jvr Beatrijse van den Steijne met ½ alinger tiende in de parochie van Coudenkerke [zie hierboven], met dezelfde pacht en koopsom
mannen: Arnoldus Byndorp, Volquin van Baern, Goessen van Scaick
Borssele, van | 1437-03-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 346
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willam van Huekellem beleent Florens heer tot Borselen en tot Zoubburg met de helft van ⅛ deel van de tienden in het kerspel van Coudenkerke en seven quartier lants erbij, zoals Raes van der Maelstede van de abdij hield, tegen een jaarlijkse pacht van 15 scill Conincs groet Tourn en een goede maaltijd
mannen: Arent van Amerongen, Hugo van Dorsschen
Hogherduere, van der | 1462-10-05
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 375v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent mr Martin van der Hogherduere als een momber van zijn vrouw jvr Adriaens, dochter van Johan van den Poell met 8 gemeten land in het kerspel van Coudenkerke, tussen de noirtmolen en de kerke, binnen jaar en dag na dode van haar moeder jvr Janna, jaarlijkse pacht van 8 gr zwarte Tourn en 2 maaltijden
mannen: Zoude van Rijn, Jan Stevensz
Poel, van den | 1460-05-13
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 372v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent mr Bertelmeus Philipsz als gemachtigde van wege jvr Janna Dieric Florensz dochter [het woord dochter is doorgehaald, maar weer puntjes onder gezet], weduwe van den Poele, binnen jaar en dag met de ledige hand, "also als die abdie ledich geworden en verwandel was by heer Jacob van Poelgeest, wilneer abt", met 8 gemeten land in de parochie van Coudenkerke bij de noertmoelen
mannen: Jan Stevensz, Tyman Mouwer van Heersell
Steen, van den | 1439-06-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 350
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Beatrijs van den Steijne wordt beleend met de helft van de alinger tienden in de parochie van Coudenkerke, en wijlen Pieter Maude en Peter uter Boede in leen hielden, vervolgens kwamen op mr Peter van den Steyne die het na enige tijd overdroeg aan jvr Beatrijs. Daar zij de pensie niet betaalde, was het leen aan de abdij vervallen; om het leen terug te krijgen betaalde zij een koopsom, en een jaarlijkse pacht van 15 schell zwart Tourn
mannen: Volquin van Baern, Goessen van Schaick
Borssele, van | 1460-10-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 374
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert beleent, na de abtswisseling opnieuw Adriaen van Borsele, voecht van Bergen in Henegouwen met al de goederen die hij in leen had, en na dode van zijn vrouw jvr Marie Jansdochter van Cats, wordt hij ook beleend met ¼ van de tiende gelegen in het kerspel van Coudenkerke, de helft van het ⅛e deel van de tienden in hetzelfde kerspel, en met 7 quartier leenland daarbij, jvr Marie aangekomen bij dode van haar oudevader Florens van Borsele
mannen: Reijmert Willam Reijniersz, Tyman Mouwer van Heersel
Mün | 1422-10-20
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 325
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Jacob Mün Henric Haveloesdochter met haar man Wouter Colyn als voogd, wordt beleend met 4 gemeten lands in Walcheren in den kerspel van Coudenkerke, de de abdij aangekomen waren bij verzuim na dode van Henric Haveloes, vader van jvr acob Mijnen, die zij nu van de abdij gekocht heeft, gelegen onderdeeld in 12 gemeten land die heer Jacob Boudewijnsz van de abdij in leen hield, per jaar te betalen 1 scellinc goets gelts en een goede maaltijd of 2 oude Coninx groet Tourn daarvoor
mannen: Willam van der Maern, Johan van Hamelenberch