15 resultaten
Herlaer, van | 1305-01-10 (1304)
A.R.A. Copie Leenkamer 1 fol 105/EL 6 fol 50v, 59v; EL 24 fol 41v, 48v/Reg Hann p 12
Achternamenindex
Diederick van Haerlaer wordt door graaf Willem beleend met 18 £ Holl per jaar uit de tol te Dordrecht en met de "tiende van Haerlaer", gelegen aan de Houtghiesene, omdat "hij nu te desen tieden soo cranck is van siecheden dat hij ons niet soecken mochte"
1552-08-02 |
R.A.H. Coll Aanw 255 fol 523v-525v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
request van Jacob Meeusz Bicker, bailliu van Amsterlandt, Jacob Heymansz, Claes Cop Heymansz, Jacob Colyn x Geertruyd Korssendochter, Willem Cornelisz x Wyve Claesdochter, susterlingen, Symon Andriesz, schoonbroeder en Andries Gerritsz x Aelbertgen Willemsdochter, alle naeste vrienden en magen van Christiaen, zoon van Pieter de Salmes, van Amsterdam, wonende te Haerlem, dat voorn. Christiaen midts sijn sober regiment en cranck verstandt, niet bekwaam is om zijn en zijn huysvrouwen en kinderen goeden te administreren. Het Hof ontneemt hem de administratie over zijn goederen, en benoemt Aelbrecht Korff, wonende tot Amsterdam, tot zijn curator
1464-12-13 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 97v/Reg Charolais fol 48v
Jaartallenindex
leenman van de heer van Charolais en leenmannen van Holland oorkonden: dat wij ter begeerte van Jan die Jonge Willemsz bij hem gekomen zijn tot synen huyse, daer hij ons te kennen gaff dat hij soe cranck en teder was van lyve, dat hij niet reijsen en mach voir onsen heren van Charolais om voor hem het leen dat hij van deze als heer van Arkel houdende is, op te dragen tbv Willem Henricksz van Gameren, 7 morgen lands gelegen in den lande van Arkel in Lederbroeck in Muelenweer, belend oost: Andries Herberensz, west: Walick Spronck Meynaertsz. Met het verzoek om Willem Henricksz hiermede te belenen (vgl 1464-12-19)
Otte van Slingheland, leenman van Charolais, Claes Jansz van Utrenbroeck [Vorenbroeck ?], Jan Claes Meijnaertsz, leenmannen van Holland bezegeld en door Jan die Jonghe
1540-12-01 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Asperen, Altena fol 3v
Jaartallenindex
Maximiliaen van Heurne, ridder v.d. orde van het Gulden Vlies, heer tot Gaesbeeck, Hontschote, van Houterke, heer van Heeze, Leende, Geldorp, Pamele, Brayne Casteel etc. oorkondt dat zijn neef de grave van Heurne "tegenwoordich zeer cranck is", en dat voor het geval dat hij zou overlijden tot zijn gemachtigde heeft aangesteld mr Ypolite van Parzijn, doctor in de rechten en advocaat in den Rade van Holland, en Frans Huybrechtsz, procureur postulant, om na dode van den grave te verheffen dat land en heerlijkheid hoge en lage van Altena mitter stad van Woudrichem, mitten slote van Althena, zoals de voors. grave van Heurne, onse neve, van de grafelijkheid van Holland in leen houdt (vgl 1540-12-16)
1525-11-20 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 133v
Jaartallenindex
leenmannen van de grafelijkheid van Zeeland oorkonden dat zij ter instantie ende versoucke van wijlen Jan Willemsz Soete, als hij leefde heerscap van Vossemaer, daer bij present en aen geweest zijn, daer deselve Jan Willemsz Soete op 1525-12-27 nae styl van den Hove van Ludich, sieck en cranck te bedde leggende, verclaerde dat hij, naar het verkregen octrooi tot testeren, thans bepaalt dat na zin dood zijn dochter Grietken Jans hem zal opvolgen in alle heerlijke goederen en lenen en dat hij dit doet t.o.v. voornoemde personen als leenmannen (vgl 1523-01-24, 1525-11-14) [NB datum kan niet juist zijn, of de datum 1525-12-27 is niet juist. Moet dit soms 1524 zijn ?]
Johannes Breijel, priester, deken van de Collegiale kerk an OLVr binnen der stede van Tholen en Simon Anthuenisz, burgemeester aldaar, leenmannen
1467-04-30 |
A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 130v/Reg Charolais fol 63v
Jaartallenindex
mr Anthonis Michielsz oorkondt q.q. want Gheryt Scherp mij te kennen gegeven heeft, dat hij bij Gheertruyt sinen wijve, die zeer oudt ende cranck is, ende oick hair vyff sinnen niet wail en heeft, by den drossaet ende stede van Gornichem gemachtigt ende gheauthoriseerd is op te dragen aan Lambert Reyersz 7 morgen lands, die Geertruyt voirn. toebehoren als leen van Arkel, gelegen in de heerlijkheid van Noirdeloys, ende syn geheten "den Duwen werff", streckende tot Henrick van Ees lande toe met zijn medewerkers, zuid: Airndt Pietersz, noord: Gheryt Jansz ende die paep op Hoirnaer. Gheryt Scherp draagt hem dit leen vervolgens op tbv Lambert Reyersz, die ermee beleend wordt tot een erfleen
hier waren over: Jan Dedell, leenman van Holland, Costyn Claesz, Engbert Jansz
Herlaer, van | 1504-08-31
Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 207v, 208
Achternamenindex
certificatie van de graaf van Egmond als stadhouder dat op 7 juli jl "jvr Johanna van Haerlaer met goeden rypen deliberatiën, hebbende haar vijf zensen, hoewel zij cranck was, in gevolge de twee octrooien dd 1502-04-08 om te mogen disponeren over al haar goederen erven en leenen, erkende schuldig te zijn aan Aernt Spierinck van Wel, drossaert en ruwaert van den lande van Altena, zekere som gelds. Hiervoor legateert zij hem nu zekere tiende gelegen tot Hardinksveld aengaende van de Schaluynse sloot strecken voort totter Booterdijk (ander fiche: Beelerstege) toe" (vgl 1499-04-06, 1504-12)
t.o.v. leenmannen: Reijer Willemsz van den Brugge, schout van Woudrichem, en Roelof Hugenz, poorters en inwoners van Woudrichem; get. Gysbertus
1467-04-28 |
A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 154v/Reg Charolais fol 71v
Jaartallenindex
mr Anthonis Michielsz oorkondt dat mr Henrick Jansz van Beesde hem te kennen heeft gegeven dat Gheryt die Juede te leen houdt van de heerlijkheid van Hueckelem 4 ½ morgen lands gelegen in den gericht van Hellu, aen d'een zide: die gemeyn steghe, aen d'ander zide: Jacob Gherytsz erven, streckende van der straten totten Corengrave toe. Ende dat Gheryt voirn. alsoe oudt en cranck is dat hij selve in persoone dairom voir mr Anthonis voirn. niet reisen en mach om zyn voirs. leen te ontfanghen en manschap daeraf te doen, gelyck dat blyct by open bezegelde brief van leenmannen zeghelen van Asperen, by denwelcken die voirs. Gheryt machtich maeckt den voirnoemden mr Henrick, zyn zwager. Deze wordt q.q. met dit leen beleend volgens de leenbrief dd 1450-12-15 door Johan van Arckell lheer van Huekelom. Mr Henrick doet de eed
1536-10-06 |
R.A.H. Coll Aanw 246 fol 254/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
verzoekschrift van jvr Anna van der Naet [= Nath], wonende in Oude Tonge in het land van Voorne, waarin zij schrijft dat zij door kwaadwilligen gebannen is geweest voor 3 jaren uit het land van Grisoerde, op een boete van 600 Kar gld. Zij was bovendien veroordeeld tot een boete van 500 Kar gld omdat zij oorzaak zou zijn geweest dat de pastoor van Oude Tonge, die gevangen zat, ontsnapt was, volgens sententie van het Hof. Suppliante is een eerlijke vrouw getrouwd met Allart Suys, een oud man van 70 jaren en cranck van persoene, daarom krijgt zij gratie voor 6 maanden. Deze 6 maanden zijn nu om, maar haar man is eerder verergerd dan verbetert, ook voert hij vele processen ter cause van zijn eigen zaken als zijn zuster ende haar broeders weeskinderen van wie hij voogd is. Bovendien moet hij ook dycken in de Plaete en in den Bommele en in de Galentee die al vervloeit zijn geweest bij de laatste inundatie. Uit sonderlinge gratie herroept de keizer het vonnis van verbanning tegen betaling van een boete van 100 gld ineens
1537-03-22 (1536) |
R.A.H. Coll Aanw 246 fol 278/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
Jacob Cornelisz, balmaker, geeft het Hof te kennen dat hij processen voert tegen een Augustijn Turck, Adriaen die Milde en anderen, die hem niet moegelick en zijn ten eynde te beleyden, soe overmits dat mr Cornelis Morsch zijn curator bij den Hove geordonneert daar over nyet verstaen en mochte; dat oock zyne goeden ende insculden qualicken geadministreert ende geinnet worden alsoe diezelve mr Cornelis onwillig was daer getinne te delen (?). Mr Cornelis ontkende dit en stelde dat hij op verzoek van de huisvrouw en de kinderen van Jacob Cornelisz, overmits diens vangenisse ende dat hij op die tijd wat cranck van hoefde was, tot curator ad lites benoemd was en niet belast was geweest met het beheer van zijn goederen, endat hij van de curatele ontslagen wilde worden, overmits die veelheijt van zijn kinderen, ende dat die balmaker nu wederomme tot zijn verstande wel was om zelf zijn goederen te regeren. Het Hof herroept de akte van curatele dd 1535-02-05 en stelt Jacob weer in het beheer van zijn goederen [geen plaatsnaam genoemd]