1637-05-11

R.A.H. O.R.A. 2101 fol 205

Transportregister Egmond

baljuw en schout en schepenen van Egmond Binnen oorkonden dat Maximiliaen le Maire, de edele Jacob van der Nieustadt x Anna le Maire, Sara le Maire, geassisteerd met haar broer Maximiliaen, tevens gemachtigde van Jaques Damman x Catalyna Le Maire, en zijn zuster Helena Le Maire, en procuratie hebbende van de heer Crispyn van Myerop, drossaert en baljuw van 's Gravesande, als vader en voogd van zijn kinderen bij wijlen zijn vrouw Susanna le Maire, van Pieter van Son x Johanna le Maire, en van mr Willem van Veen, schout in Groote Broek, x Isabella La Maire, allen kinderen en erfgenamen van Isaack Le Maire, transporteert aan het weeshuys van Amsterdam, een woninge met drie stucken lants genaempt "die drie noorder maden", ende laetst op gewoont heeft Willem Pietersz Crijer, gecomen van het graefschap van Egmond, gelegen binnen onser banne bij de Hoeve, groot 12 morgen 23 roeden (300 roeden voor 1 morgen), oost: het weeshuis met de vierde noortmade en Jacob van Teylingen, noord: de Hoffdyck, west: de erfgenamen van Loef van Herlaer, zuid: de Hoever Vaart. Overgelegd de brieven waarbij Isaack het perceel gekocht heeft, het ene bezegeld door de Staten van Holland, het andere door schout en schepenen van Egmond

Cornelis van Brinchoff van Moeriaen, baljuw en schout, Willem Symonsz en Hendrick Fransz, schepenen