1341 resultaten
1471-02-04 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 80/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
de vijf kapittels te Utrecht vragen aan Gerard heer van Culemborg ontheffing van de onlangs op hun goederen in het land Culemborg gelegde schatting van 1 oude Vrancr schild op elke morgen
1517-10-24 |
Kroniek Hist Gen jg 1848 p 268/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
de stad Culemborg verzoekt aan deken en kapittel van den Dom te Utrecht bij Jacob van Apeltern (domdeken) de betaling te bewerken van drie door hem bij Cornelis Tymansz, timmerman te Culemborg, bestelde watermolens
1555-10-21 |
V.R.O.A. 1909 p 161 no 315/Arch Detmold-Brederode
Jaartallenindex
verheffing door keizer Karel van de heerlijkheid Culemborg tot een graafschap
1296 |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 681
Jaartallenindex
het kapittel van den Dom te Utrecht koopt van heer Hubert van Bosegem, ridder, 38 morgen lands, die hem weder in erfpacht worden gegeven tegen betaling van 8 oude schilden per jaar. Blijkt uit een request van het Domkapittel aan keizer Karel V, dat deze erfpacht altijd door de heren van Culemborg is voldaan, en dat in een proces met heer Gerrit van Culemborg, deze laatste in 1474 gecondemneert werd om alle achterstallige pachten te voldoen. Dat nu heer Anthonis de Lalaing als heer van Culemborg deze erfpacht naliet aan zijn weduwe in 1516, die echter betaling weigerde daar het goed niet in haar bezit was
Culemborg, van | 1140, 1160
Batavia Illustrata bl 1195
Achternamenindex
de heren van Culemborg afkomstig van de vorsten van Cleef; (Anth. Hovaeus) "Rudolph van Bosingem uyt de graven van Teisterbant gesproten in t jaar 1140 of soo andere seggen in het jaar 1160"
Culemborg, van | 1271
Matthaeus: Analecta III bl 590
Achternamenindex
kocht heer Hubrecht van Bosinchem de hoeve land, daar dat huis Culenburch op staat van de proost en de heren van Oudmunster te Utrecht, vrij eigen goed
Culemborg, van | 1278-5-31
Sloet no 995
Achternamenindex
Wenemarus de Redinchem [Redichem is een buurtschap van Culemborg] notum esse facio, quod ego quandam cambitionem (ruil) feceram cum domino B. pie memorie abbate in Insula b. Marie, de quadam terre, scilicet, quod ego assignari et dedi eidem tres weren in Ascherwert, juscta Reinerum de Landaest, pro quibus ipse michi reddidit tresweren in Soleminderbroec, ultra Novam fossam, tali conditione etc. In cujus rei testimonium presentem paginam, sigillo anunculi mei domini Stephani prepositi ecclesie S. Petri in Trajecto, et Huberti dicti Scenck de Redichem, cognuti mei.. [Wenemar van Redichem noemt dominus Stephanus [de Beusichem] een oom van moederszijde. Deze dominus Stephanus was een oom van vaderszijde, van Hubertus Schenk. Wenemar en Hubertus waren dus neven]
Culemborg, van | 1280
Reg Leenaktenboeken Gelre 5e stuk p 50
Achternamenindex
"die borch tot Culenborch, een open huys, tot Zutphenschen rechten aan graaf Reinold van Gelre verkocht erflick bij Hubert van Bösinchem met believen sijnes ooms Sweders ende broders Splinters voor hondert hollantsche penningen, daertegen hem die grave in pandschap gedaan zijne goeder bij Lexmonde ende Lanxmeer gelegen, met C £ mante voors te lossen"
Culemborg, van | 1281-11-12
Matthaeus: Analecta III bl 485
Achternamenindex
akte van Hubertus dictus de Bosinchem betreffende het "castrum meum dictum Culenburgh"; 1300-03-18: Hubertus dictus Schencke de Culenborch genoemd en "paludem seu terram illam, que sita est juxta Lanxmere et Marienweerd; verder decima XX mensorum in Panegga (Paveyen) et in Rietvelt"
Culemborg, van | 1305-12-06
Regesten Bisschoppen van Utrecht no 60; Van Mieris II 51
Achternamenindex
de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland doen als scheidslieden uitspraak tussen hun neef de heer van Voorne en Jan van Culenborg en bepalen dat: 1) de heer van Arckel moet bezweren of hij de palen gestoken heeft in het land van Ackoy als in eigen goed van Voorne of als in goed behoorend tot de heerlijkheid Voorne; in het eerste geval blijft het land van Voorne, in het laatste mag de heer van Voorne het behouden als hij met 10 welgeboren mannen bezweert, dat het hem toekomt of hij mag het overdoen aan Jan van Culemborg, die dan met 100 welgeboren mannen moet zweren dat het hem toekomt; 2) Jan van Culenborg zijn lenen van Voorne op het huis te Voorne moet verheffen en daarvoor eigen goederen ter waarde van 20 £ zw Tourn per jaar aan de heer van Voorne zal opdragen, die hem er weer mee moet belenen; 3) de heer van Arckel zijn bewijs moet leveren binnen Dordrecht op 28 december a.s, evenals de beide anderen, terwijl scheidslieden alsnog zullen bepalen wat er met de opbrengst van het betwiste gebied moet geschieden, wannneer het den heer van Voorne wordt toegewezen