1 resultaten
1455-11-20 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 41v, 39v, 43/Reg Charolais fol 20v
Jaartallenindex
Jacob heer van Gaesbeek, Abcoude, Putten en Stryen oorkondt: dat Jan Meynfroijt, na dode van zijn oom mr Henrick ut den Hove, ons versocht heeft in leen te ontvangen 53 ½ morgen lants leggende in den polre die wylen die here van Moerkerken dede bedyken ende daerof dat die ambachtsheerlijkheid Vranke heer van Moerkerken en van der Merwede toebehoort. Welcke 53½ morgen lands wijlen mr Hendrick uyt den Hove van ons in leen ontfangen had en houdende is. Vervolgens wordt Jan Meynfroyt ermee beleend, te houden als leen van Putten, tot een goed onversterfelijk erfleen. Behoudelick alsulcke gifte en makinge van 25 morgen lants als wijlen mr Henrick uyt de 53½ morgen gemaakt heeft zijn bastaardzoon Heynen, welk gift en makinge wij met onse brieven geapprobeert en geconfirmeert hebben (vgl 1452-01-16); 1459-07-16: de heer van Charolais approbeert en confirmeert de geinsereerde brieven van belening op Jan Meynfroit en de gift aan Heynen. Op 1460-07-14 heeft Jan Meynfroyt de leeneed gedaan
onse mannen van leen: Willem Cuyser van Boschuysen, Beijen Doedynsz, Claes Goudtsz; 1459 present: mr Henrick van der Mye, Claes die Vryese, Gysbrecht van der Mije, leenmannen van Holland