Bedoelde u soms?
d'arde | daagden | daalder | daarle | daerde | dingde

18 resultaten

Cnort | 1567-1570

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 616
Achternamenindex

Huych Claesz Cnort, inwoner van Aalsmeer, kocht op 1566-08-13 van Pouwels Ghysz alle hennep die hij zou verbouwen tegen 8st min 1 oortje per bundel; Cnort ontkende de koopovereenkomst; daar haar man Pouwels zich in het buitenland bevond, daagde zijn vrouw Lene Claesdochter, Huych voor het gerecht van Aalsmeer

Brechte Broersdr | 1531

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 362
Voornamenindex

Brechte Broersdochter daagde Pouwels Symonsz voor deken en provisor van West Friesland te Hoorn, wegens verbreking van trouwbeloften. Zij kreeg gelijk en hij ging in beroep bij de Paus, en werd zelf voor het Hof gedaagd, waarop hij in appèl ging bij de Grote Raad

Coppier | 1515-1529

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 47
Achternamenindex

Jacob Coppier, als vriend van Willem van Boschuysen molesteerde hij diens opvolger: de procureur-generaal daagde hem daarom voor het Hof; Jacob voerde aan als exeptie dat hij als geestelijke slechts door een geestelijk rechter kon worden berecht. De Procureur voerde hiertegen aan dat Jacob heemraad van Rijnland was geweest en zo in feite het baljuwschap had uitgeoefend, hetgeen onmogelijk geweest was als hij geestelijke geweest was; het Hof stelde Jacob in het ongelijk

1541-1566 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 580
Jaartallenindex

de erfgenamen van Catherina Jansdochter, weduwe Dirck Michielsz, contra Anna Rutgersdochter, weduwe Joost Gerritsz coerncoper. Anna Rutgersdochter daagde Catharina Jansdochter voor het gerecht van Delft en eiste levering van 4 morgen land te Hoogeveen [of Nieuwveen, nu onder Nootdorp] in het Langhe lant, die haar man in 1539 van Catharina had gekocht. Bij gebreke van levering eist zij 300 gld als schadevergoeding. Catharina antwoordde dat zij niet het land had verkocht, maar slechts de actie die zij daarop had. Mr. Jan van Uuijtrecht die land had dat gemeen lag met dat van haar, beweerde nl recht van voorcoop te hebben. Toen Catharina voor het gerecht van Nootdorp aan Anna Rutgersdochter wilde leveren, diende mr Jan een eis tot naasting in, die hem op 1540-01-20 werd toegewezen door het gerecht. Catharina ging hierop in appel bij het Hof van Holland. Bij het gerecht van Delft bood Catherina aan het land te leveren zoals Joost Gerritsz het gekocht had, dus met de querle van mr Jan van Utrecht, of te leveren na het einde van het proces tussen haar en mr Jan, of de koopovereenkomst te ontbinden. Schepenen van Delft beslisten op 1542-12-23 dat Catharina met dit aanbod kon volstaan. Later sloot Catharina met de erfgenamen van de inmiddels overleden Jan van Utrecht, waarbij deze het land kregen voor een jaarlijkse rente. Toen Anna dit hoorde, daagde zij Catharina voor het gerecht van Delft over levering van de grond. Zij werd door schepenen niet ontvankelijk verklaard (1556-02-15) en ging in appel bij het Hof. Op 1564-04-29 besliste het Hof ten gunste van verweerster. Intussen was Catharina overleden. Haar erfgenamen gingen in appel bij de Grote Raad (vgl 1523-02-06, 1539-12-03, 1542-05-31, 1544-05-31, 1555-01-14, 1555-08-15, 1560-03-02, 1564-08-26)

1522-1523 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 315
Jaartallenindex

Jacop Pietersz en Gheryt van Berkenroede namens hun echtgenoten als erfgenamen van wijlen Jan Jansz, rentmeester en burgemeester van Gouda, als voortzetter van het proces van hun vader contra Jacob Gerytsz e.a. ingelanden in de ban van Roozendaal (tussen Haestrecht en Oudewater). Jan Jansz heeft namens de koning en krachtens een overeenkomst tussen hem en de ingelanden in 1509 gesloten, de tienden van het gewas (koren, hennep e.a.) dat werd verbouwd in de ban van Rozendaal geheven. In 1520 weigerden de ingelanden hem de tienden te betalen, op grond van een koninklijk placcaat van 1520. Jan Jansz daagde hen voor het Hof, doch verloor en ging in beroep bij de Grote Raad. Na zijn dood zetten zijn schoonzoons het proces voort (vgl 1473-04-11, 1492-12-31, 1510-01-09)

Aleid | 1500-07-10

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl II dossier 183
Voornamenindex

Alyd, weduwe van Jan Claesz, poorteres van Schoonhoven, contra jonge Jan Haalinck namens oude Jan Hallinck: Jan Claesz had een schuld bij Hallinck de wel 25 à 30 jaar oud was, de laatste daagde haar voor provisor van Gouda iplv voor schepenen van Schoonhoven veroordeeld, executie op haar landerijen te Heer Arentsberge; beroep op het Hof van Holland

Werve, van den | 1522

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 312
Achternamenindex

jvr Katherine van de Werve daagde de magistraat van Tholen in zake een achterstallige lijfrente van 12 £ gr per jaar. Jan heer van Bergen op Zoom mengde zich hierin doch werd door het Hof veroordeeld; hij ging in appèl bij de Grote Raad. De rente was in 1456 gekocht toen Michiel van de Werve 3 jaar oud was. Katherine zou deze rente nu ook nog haar hele leven innen, die verkocht was aan Henric van der Molen, nu overleden, Michiel van de Werve en Heyltewyc van der Werve; sententie 1525-12-23

1551-1552 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 67, sub d II, sub g
Jaartallenindex

Thieman Aertsz, schutterskoning en de overige schutters van de "jonge schutterij" van de stad Naarden, contra Wouter van Mathenes, slotvoogd van Muiden en baljuw van Gooiland. Op 1551-08-09 hielden de leden van de jonge schutterij van Naarden, na eerst op de papegaij geschoten te hebben, met hun koning de traditonele schuttersmaaltijd. Overmatig drankgebruik deed hen s avonds om 7 uur, "met pypen, trommelen en een vliegend vaenken" en "met groot geweer, zoals hellebaarden, slagzwaarden, degens, voorhamers en weyschbylen" naar het klooster in Oud Naarden [domus S. Viti] trekken, waar zij verschrikkelijk huishielden en de nacht overbleven, om de volgende ochtend op dezelfde wijze te vertrekken. De baljuw van Gooiland daagde hen voor het Hof van Holland, daar hij de magistraat van Naarden niet onpartijdig achtte, het gerecht had namelijk de leden van de "oude schutterij", die dezelfde excessen bedreven hadde, vrijgesproken. Met een aantal stukken over deze zaak (1551-09-26, 1551-12-28)

1468 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 2678/Aanz Gesl. Serie B 155
Jaartallenindex

Beatrix van Borssele, kanonikes te Mons [Henegouwen], Hendrik van Borssele, heer van Vere, en andere erfgenamen van Adriaen van Borssele heer van Brigdam, contra Anne de Bourgoigne weduwe van Adriaen van Borssele + Proc. Gen. De heer van Brugdam overleed in 1468 en Beatrix nam bezit van diens heerlijkheden op Duveland. Verweerster daagde eisers voor de Grote Raad, doch bij provisie werden de goederen aan verweerster toegewezen. Verweerster meende nl recht te hebben op een bedrag van 15000 francs in eens en 2000 francs sjaars uit de opbrengst van de landerijen op Duveland, op grond van haar huwelijksvoorwaarden dd 1466. Tijdens dit proces overleed Beatrix, ook over haar nalatenschap ontstond geschil. Namens eisers trad toen op Henrick van Borssele. Verweerders zijn dan monsr de Ravestain mary et bail de madame Anne de Bourgoigne et avec lui ladite dame paravant espeuse dudit feu le seigneur de Brugdam. Genoemd: tienden aan St Salvator en St Paulus te Utrecht

Borssele, van | 1472

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 2678
Achternamenindex

Beatrix van Borssele, kanonikes te Bergen in Henegouwen, Hendrik van Borsselen heer van Vere c.s, erfgenamen van Adriaen van Borsselen heer van Brigdamme, contra Anna van Bourgondië, weduwe van Adriaen van Borssele, + Procureur Generaal. Na dode van Adriaen in 1468 nam Beatrix zijn lenen op Duiveland in bezit; zijn weduwe daagde hem voor de Grote Raad: op grond van haar huwelijks voorwaarden dd 1466 had zij als weduwe recht op 15000 frcs in eens en 2000 frcs per jaar uit de lenen op Duveland. De goederen werden haar bij provisie toegewezen; daarop overleed Beatrix, er volgde ook een geschil over haar erfenis en nieuwe geschillen