Bedoelde u soms?
daarboven | daerover

10 resultaten

1485-06-03 |

G.A. Amsterdam Inv. B.W. no 554 regest 560/Cartul St Lucien Amsterdam fol 356
Jaartallenindex

scout en schepenen van Abcoude oorkonden dat Meijns Doem en sine gheechte wive Bertgen verkocht hebben aan het St Lucienconvent te Amsterdam een mergen lants die sij leggende hadden in den gerechte voirs. op tie Broeczijde in Jan Gebbenzoens zaet, daerboven zuijtwert naest gelant is Govert Jansz ende beneden noertwert Claes Blocxlant etc

Heinrick Boetzelaer (zegel: 3 dierenkoppen), schout, Jacob Leeu Jansz (met zijn zegel) en Romer Jacobsz, schepenen; voor Romer zegelt Willem Ot Jansz

1563-03-18 | Heemstede

Bissch Oud Arch Haarlem 7 kl A fol 6 (Orig. onder 8 kl A no 58)/Cartul St Michielsklooster te Haarlem fol 6
Jaartallenindex

Godevaert van Moschezel, schout in de ban van Heemstede, oorkondt dat Reijer Pietersz overgaf ten vrijen eigen aan mr Dirck Corstensz, priester en pater van St Michielsconvent binnen Haarlem, 90 roeden lants of daerboven met ¼ deel van een voet dienst, gemeen en onverdeelt in een stucke lands toebehorende den voors. convente, gelegen aen Beatrislaen binnen Heemstede, belend noordoost: tzelfde gehele stuck lands mit denselven Beatrislaen, ende die andere belendens alle gader die landen denselven convente toebehorende

Simon Jansz, Adriaen Symonsz, schepenen, met zegel van Godevaert van Moschezel: een poort of kasteel

Ackoy, van | 1547-01-30

Leen en Tinshof Heeren van Asperen Inv no 1479/Versl Rijks Oude Archieven 1922, dl 1 blz 317/Partic Leenkamer Asperen 2 fol 3
Achternamenindex

"Jan Claesz droech up 14 hont lants in die Vyfhoeven, daerboven Aelken Derick Otten erff, beneden Jan Peters erff naest gelant up Asperen, tot behoeff Joffrou Bertta van Arckell etc. Dit voorn. Lant heft haer Claes jansz van Acquoy in erfhuis uitgegeven voor 3 g en 10 st tsjaers, mitz dat Jan Claesz voorsn mit 53 K gld dit kempken altit up Petri weder loessen mach"

Lodensteyn, van | 1436-07-07

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 270v, 149
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Mergrite Geryt Douwersdochter die Gijsberts wijf van Lodensteijn was en haar zoon Evert van Lodensteijn dragen over ½, onderdeylt, van 3 ½ vierendeel veens gelegen in Hezer Veen, strekkende van der (g)ouder graften totter meeren toe die in Hezerveen gelegen is, belend oost, west: Peter Lambertsz van Hamertvelt; vervolgens wordt Henrick Gysbert Henricsz.z ermede beleend, met voorwaarden dat dit veen en alle venen die Evert van Lodensteijn daerboven liggende heeft over malkanderen wegen en wateren sullen alse redeliken is; "nunc Florys, zijn zoen, apud dom. Gerardum de nova ecclesia fol 319"; 1452-08-22: Heynric Gysbrecht Heynrics.z. wordt beleend met de ledige hand, zoals zijn leenbrief van 1436-07-05 inhoudt

mannen: Jacob die Beer Rutgersz, Matheus Gysbertsz; 1452: Otte van Slingelant, Albrecht Heijn Nagelsz

1580-11-26

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 3v
Transportregister Bloemendaal

Dirck van Bronchorst en Batenburch, schout van Overveen en Tetrode, oorkondt dat Nanninck Jansz Deijman, poorter te Haarlem, erkende verkocht te hebben en mits dezen schuldig te zijn aan Borrit Pietersz Doern, zijn huysvrouwen onmondige broeder, een jaarlijkse losrente van 10 Kar gld. Losbaar met 175 Kar gld. Voogd van Borrit Pietersz Doerne is Gerrit Woutersz comen. Onderpand: ⅓ deel van een stuk land, groot 4½ mad min 90 roeden en ⅓ part van een croft daerboven an, groot 4 hont, gelegen an malcanderen in de ban van Tetrode tot Overveen, daervan de andere ⅔ parten Claes Pietersz Dooren ende de voorn. Borrit Pietersz Doern, zynder comparants huysvrouwen broeders, tesamen toebehoren, noord: Dirck Willemsz van Santvoort [?] ende t lant eertyts toebehoord hebbende Dirck Fransz tot Overveen, zuid: die memoriemeesters tot Haerlem ende de nasaten van Wynant Adriaensz, oost: die Bernardieten tot Heemstede, west: die wildernis

Jan Willemsz en Claes Pietersz Hoijberch, schepenen

1638-06-10

R.A.H. O.R.A. 2101 fol 226v
Transportregister Egmond

baljuw en schout en schepenen van Egmond Binnen en de Hoef oorkonden dat Jannetje Cornelis Stammendochter met Joost Ariaensz Rijscamp als haar gecoren voogd, transporteert aan Pieter Jacobsz Walenburch, onse mede buerman, die achter groote keucken ofte camer, die kelder met het camertgen daerboven. Voorts die hoeybard mette somerkeuken, het erff aen wedersyden mitsgaders thuyntgen met een vrije in en uitgang aan het zuiden tot op de weg, zoals Pieter Jacobsz dat alles nu reeds possedeert, oost: de middelkeucken en de muur gemeen, zuid: Jan Hermansz cleermaker, zuid en west: Geldolff van Harlaer, noord: Tryn Jansdochter. Belast met 1 gld 8 penn tbv de grafelijkheid. Zij verkoopt aan dezelfde: de oosterhelft van Dueckelcamp, groot deze helft 1½ morgen 30 roeden, oost: mr Floris van Harlaer, zuid: Pieter Jansz backer met de andere helft, noord: de weduwe van Cornelis Gerritsz Louwen. Pieter Jacobsz betaalt haar met ½ van een partij land gelegen achter de Nieuwpoort genaampt die Noort in de ban van Heyloo, ende bij haer sal. man weder vercoft aan Ariaen Symonsz Paessen, wonende aldaar

Cornelis van Brinchoff van Moeriaen, baljuw en schout, Gerrit Reyersz en Hendrick Fransz, schepenen

Voorne, van | 1340-07-09

R.A.H. Coll Aanw 35 fol 180/Reg EL 32 fol 27v
Achternamenindex

graaf Willem oorkondt "dat wi bi onsen bailju van Rynland ende Woirden, ende bi Gheret Heynenz onsen rentmeiser van Noirthollant ende van Woirdenlandt geloven dien van Coenecoop alse van den 100 morgen lants die si coften jegens onser nichten der Vrouwe van Voirn, die coep gestade te houden", "voirt soe hebben wi hun gratie gedaen, dat alle diegene die wonnen in ons selves ambacht in Waddincxveen land mogen hebben in Coenencoep ende dat oirbaren geliken dien van Coenencoop. Voirt ist voirwaerde soe wie van hun luden een hond landts van Wittenveen opbouwt te corenlande, die heeft oirlof te delven t synen goeddencken 20 hond turfs, ende diet daerboven, ende na dien dat si veel opbouwen ist meer ist min, dairna mogen si turf delven alst voirs is"; daarvan moeten zij 60£ afdragen

1635-05-04

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 212-213, kanttekening
Transportregister Bloemendaal

alsoo jhr Sweder van Amstel van Mijnden, heer van Durnenburch, Gerardt de Wael van Vronesteyn en Anthonis van Wees, als ooms en voogden over de onmondige kinderen van wijlen jhr Jacob van Amstel van Mynden en jvr Maria van Sparwoude, in hun leven heer en vrouwe van Loenersloot, bij request aan het Hof van Holland te kennen hebben gegeven dat zij q.q. de erfenis aanvaard hadden, doch deze bezwaard bevinden met verscheidene schulden en lasten, zonder dat hier opbrengsten tegenover staan. Tot bevrijding van lasten zal verkoop van onroerend goed nodig zijn. Zo is verkocht aan Josephus Coijmans zeecker land ende bergen of te wildernis te leen gehouden van de heer van Brederode in de ban van Tetrode, nog voor 4 jaar verpacht, voor niet meer dan 180 gld boven de toelate van 28 coppelen conynen. Hebbende daerboven voorn. Koijmans in coope uytgelooft 16180 Kar gld. Zij verzoeken het Hof deze verkoop goed te keuren, wat op 1635-05-04 gebeurd (zie ook 1635-02-02, 05-03)

1467-10-17 | Heemskerk

Kroniek Hist Gen jg 1853 p 179
Jaartallenindex

wij Jan van Assendelf Dircsz als principael ende zaeckweldige, Gheryt heer van Assendelf als borg, ende elcx voir al, doen kont hoe dat ic Jan van Assendelff in pacht genomen ende gehuert hebbe jegens Meyn van Heemskerck, Vrouw van Noerdeloes ende Oesthusen etc die husinge ende hofstede van Heemskerck, als hierna gescreven staet, 10 jaer lanck gedurende, ingaande 1 Mei j.l, elk jaar om 47 Eng nobel en 40 st. In den eersten dat voerburch van den huse mit sijn toebehoren, die grote koernscuer bi jdie voerste poert, alle boemgaerden, koern-, smaeltienden, groot ende cleijn, pacht hoeneren, zwaendrift mitten zwaenen, een weijde geheten die Marssche, nog een deel lants gelegen omtrent den huse van Heemskerck, dat Jan die boudknecht nu in bruijcwaer heeft 5 jaer zonder enige huyr daaervan te geven aan het einde van deze 5 jaar. Vrij van molengeld, dakdicht te houden "alle die husinghe van den voirburch groet ende cleijn ende die grote scuer, sonder portyerhuijs byneden an die poert, daer sal hij ongehouden of wesen, ende die valbrugge sal hij decken mit plancken, soe dat men daerover riden en varen mag. De vrouwe van Noordeloos zal jaarlijks een maand of 6 weken op het huis mogen wonen op eigen kosten en dan "gebruijcken die grote camer, die camer met leijen gedect, die zael mit die zoller daerboven, die koeken mit dat portael, die cappelaencamer, die nije camer die an die zael en an die coeken getimmert is, ende die paertstal". Van de huur mag Jan elk jaar 10 nob Eng. korten, omdat hij haar 100 Eng nobels geleend heft. Betaling te Utrecht in de Dom op St Martynsaltaar

bezegeld door: Albrecht van Egmondt, Dirc Potter v.d. Loo, Adam van Cleve, leenmannen van Holland

1421 | Rijswijk, prope Delft

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 113v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

de bonis nostris in Ryswyc in registro 1421 sub Wilhelmus Nagel reddituario in Noorthollant. In Ryswyk 46 £ 5sc. In Hodenpyl 7 £ 8sc. In anno 1427: 55 £ 5sc. In Hodenpyl 7 £ 7sc. In anno 1433: in Ryswyk 4 ½ morgen om 9¼ Beyers gld, facit 6 £ 6sc 4d. Claes Gryp 8 morgen om 11£ 5sc sjaars. In Ryswyk omtrent 11 morgen om 9½ Wilh. scilt en 5 gr, facit 16£ 1sc 8d. Item noch 7 morgen 2⅛ hont sjaars om 6½ Eng. nobel, facit 28£ 7sc. In Hodenpyl 3 morgen om 5 Wilh. scilt sjaars, facit 8£ 10 sc 8d. In eodem registro scripsit dns Johannes Overcamp anno 1436: Jan Coppenz 4½ morgen om 9¼ Beyers gld. Item van Scawacht 10 K. gld 7st. Claes Gryp 7½ morgen om 9 Korv. gld. Item Jan Jac [obsz ?] 6½ morgen 2⅛ hont om 6½ Eng. nobel. In Hodenpijl Jan Symonsz 3 morgen om 5 Wilh. schilden. In Soterwoude Lou Stevensz 3 mrogen om 5 Beyers gld. In registro anno 1459. Nota quod in Scawacht als 6 morgen permutata sunt cum Johanne Sonck pro aliis 6 jugra. In Haga Comitis 161 vide. In registro anni 1437: Dat lant in Scawacht is omtrent groot 24 morgen daer mr Dierick ¾ in heeft en wy ¼ deel, 6 morgen. Quod permutatum est. Heer Henric, die prior, verbod Claes Grijp dat hij die 7½ morgen niet langer bruiken en soude ende daerboven zoe bruyct hy t lant onghewairder hant in t jaar an 1434 tot omtrent St Jacobsdage toe. Ende hyrom bij rade bij hem Henric voorn. zo gaf ic consent omtrent St Jacobsdage to van dat hij het gebruyct had in dat jaer an 1434. Ende hy zoude daeraf geven 12£ ende betalen dat een out huerman schuldig is te betalen. Item in die Haghe verhuerde die prior Hold. Nardus [?] dit land nog 5 jaar lang aan Claes Gryp onder een aantal voorwaerden. in registro anno 1421 scriptum est: In Ryswyc Jan van Hodenpyl 6£ 15sc. Idem 50.. vacat occasione permutationis facte cum domino Johanne Hodenpyl