Bedoelde u soms?
damstraat

14 resultaten

1564-04-27 |

G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 60v
Haarlem Algemeen

Pieter Thymansz, timmerman, verkoopt Claes Diricsz, cramer, een huis en erf in de Damstraet, aen d'een side: Dirick die Vriese, aen d'ander side: Jacob Pietersz Hoos, achter streckende an Dirck die Vriese. Belast met 6£ 5sc sjaars. Koopsom 875 gld

1491-03

folio 92 XCII 1489-1492
Transportregister Haarlem

Geertruyt Gheryt Dappers weduwe met haer broeder Jan Dircsz als voogd, is sculdig Gysbrecht Aerntsz hoppenaer 117 ½ R gld. Onderpand: het huis en erve dat zij thans bewoont, staende in de Damstraet

1489-04

folio 189 CLXVIII 1486-1489
Transportregister Haarlem

Geryt Claesz Albout lijt dat overeengekomen is dat hij met zyn huijs in de Damstraet niet benemen zal t licht van Dirck Willemsz in de Smack zyn naeste buermanshuis. Ook een dergelijke belofte van Dirc

1493-10-21 | o.a. Haarlem, Bergen

R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv 51 regest 74
Jaartallenindex

scepenen in Haerlem oorkonden huwelijksvoorwaarden tussen Pieter Harmansz en Machteld Dammas Matheeuszdochter, geassisteerd met haer oudtoom Gheryt Jan Huijssersz als voogd. Pieter Harmansz brengt ten huwelijk: 1) an landen binnen den ban van Berghen 25 R gld sjaars, 2) ⅕ deel van het huis en erf onderdeelt in die Damstraet, dat wijlen zijn vader Harman Jansz int laatst van zijn leven bewoonde, 3) 12 R g sjaars op Rembrant Jacobsz goeden binnen Alckmaer, 4) 15 R g sjaars op landen te Berghen, 5) 1 gouden Eng nobel en 1 gouden Wilh scilt sjaars op goederen en landen in de ban van Hillegom, 6) 200 R gld an geld. Machteld Dammasdochter brengt ten huwelijk: ⅓ deel van de goederen die haar ouders Dammas Matheeusz en Marikin Gerytsz sal. ged. metter dood ontruimd hebben. Er zal opgegeven worden voor welk aandeel Machteld, en haar broeder en zuster gehouden zijn in de in- en uitschulden van deze boedel. Uit een vidimus, gegeven door schepenen van Haerlem 1514-03-10 (1513)

Ysebrant van Sparwoude en Jacob Symonsz Loo, schepenen

1518-06-15 |

R.A.H. Coll Roeperpapieren Haarlem Inv 59 regest 90
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat Katrijn Aerntsdochter, oude Pieter Harmansz weduwe met haar zwager Jan Zijbrantsz als voogd voor ½, Jan Zijbrantsz als man en voogd van Cornelie Pietersdochter, heer Aernt Pietersz, priester, Margriet en Janne Pietersdochteren, bagynen op den Groten Hof, met Jan Zijbrantsz voors. als voogd, en Willem van Assendelft in de naam van zijn vrouw Lysbeth Pietersdochter, voor de andere ½, tesamen verkopen aan Riewert Ysbrantsz een huis en erf staande achter Frans Gerytsz huijs in de Damstraet geheten "dat Kindekin", voor ingaande meteen poort en stege in de Damstraet en achter uytgaende met een stege in die Sackstege, zuid: Clemeyns Dirick Willemsz Keijserskints weduwe en Frans Gerytsz, oost: de weduwe van Jan Jansz de mater ende de comansschuyr, noord: de voors. Clemeyns, Hillegond Claes Dirck Joosten weduwe en Symon Dircksz, west: Walraven van Brederode, t nyeuwe kerkhof en Jacob Dircsz de Vriese; "ick geloof dat dese Pieter Harmes een broer was van Jannetje Harmes, die moeder was van Syburch Gerrits van Montfoort"

Jacob Dircsz de Vriese (zegel: 3 eikels) en Gheryt Steffensz (3 pijlen boven elkaar, van links naar rechts boven), schepenen

1488-12

folio 172 CLIII 1486-1489
Transportregister Haarlem

Geryt Claesz Albout aan Florys Pietersz een huis en erf in de Damstraet, an d'een side: Dirck Willemsz in de Smack, an d'ander: Vrederick Jacobsz in t Gulden Ho[o]ft, afterwaerts streckende an Vrederick voirs; 820 R gld

1488-12

folio 172 CLIII 1486-1489
Transportregister Haarlem

Mourijn Symonsz aan Adriaen Cornelisz ⅙ deel van het huis en erf hem aanbestorven van Maritgen Gysbrecht, zijn wijfs moeije, de hoedemakers weduwe, in de Damstraet. Afterwaerts streckende an die Beeck en Aernt Jansz, an d'een side: Lysbeth Vuyten Hage, an d' ander: Alyt mr Claes

1454-05-31 |

Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 30 regest 141/Cartul Zeven Getijden Haarlem; Inv Arch Kerkvoogdij 193/St Bavo Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Jan Coppyn Ghierincssoen om Godswille en in rechter aelmisse gegeven heeft aan de Zeven Getijden tot enen vryen eyghen: 1) ⅕ deel van 20 schell Holl sjaers op Jacob van der Dellen huijs en erve die hij nu woenlic bezeten heeft, staande in de Damstraet, 2) ⅕ deel van 20 schell Holl sjaers op een huis en erve dat Gabbetgen Hollevoets voertijts plach toe te behoren, leggende op Crayenhorst, 3) ⅕ deel van 24 schell goets gelts sjaers op Symon Heynricsz die appelcopers huijse mitten erve, leggende en staende in die Begynenstrate ende hij nu tertijt woenlic beseten heeft

Ocker van der Crempe en Pieter Jan Dirck Tymansz.z, schepenen

Oudendijk, van | 1385-07-10

Reg Rotterdam en Schieland no 1085, aangevuld met no 116 en 116 noot/G.A. Leiden Reg Lenen Egmond fol 54v/Reg Rotterdam en Schieland no 1326/Reg Egmond fol 18
Achternamenindex

Johannes Theoderici de Hairlem, keizerlijk notaris, oorkondt dat in zijn tegenwoordigheid en in die van heer Johannes Weent, abt van Egmond en getuigen, in de stad Schiedam in het woonhuis van Petrus Wilhelmi, gelegen in de Damstraet, verscheen Johannes Petri van Oudendyck, om beleend te worden met de 22 morgen land onder Scieveen bij Sestienhoven, na dode van zijn vader Petrus Venijn de Oudendyc; brief dd 1289-09-24: de abt van Egmond verklaart hierin dat de 22 morgen land die Willem Jansz in leen houdt, versterven kunnen op zijn beide dochters Siburch en Mabelie, wanneer er geen zoon is; opschrift akte "van Pieter Venyns leengoede", later bij geschreven: beleend aan Aliden Jansdochter van Oudendyc; 1395-04-26: Alyt Jansdochter van Oudendijck beleend

1395: getuigen Odsier Hughe en Bertelmees Pieter Venynsz en verklaring van Aelbrecht van Scoirle en Ysebrant Loeff

1378-09-29 |

R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv 3 regest 13
Haarlem Algemeen

broeder Johan Gaude, commandeur, en convent van het godshuis van St Katerine te Utrecht van St Jansorde oorkondt de gift van land, van erfenis, die Machteld Hughe Roepersweduwe voor scepenen van Haerlem bewezen heeft aan haar 2 zonen, broeder Dirc en broeder Peter, broeders van onse orde, als van horen vaderliken erve dat hem anbestorven is in manieren als die scepenbrief inhoudt, vast en gestade te zullen houden en haar nimmermeer deswege te zullen aanspreken: 1) 10 morgen lants in het ambacht van Ryswijc in een woninge hiet die Brake, 2) ¼ deel onderdeelt van 17 morgen lants gelegen in Ryswykerbroec die Dierix heren Jacobsz plagen te wesen, 3) 40 sc Holl sjaars op Dirck Galen huys en erve in die Damstraet, an d'een zide: heer Jan van der Schure, an d'ander zide: Willem Veen uter Wyc [te Haarlem]. Broeder Dirc en broeder Gheryt zullen dit goed gemeen hebben zolang zij leven, na hun beider dood geheel en al te komen aan het St Jansgodshuis te Haarlem