2 resultaten
1511-11-14 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 114v-116v
Jaartallenindex
Max. en Karel oorkonden dat jvr Cornelie van Goer Jordaensdochter, weduwe mr Jacob Goudt, met mr Aernt Sandelyn, licentiaat in de rechten als gecoren voogd, te kennen gegeven heeft dat zij op grond van het testament van haar en haar man belening verzoekt. Zij wordt vervolgens beleend met een woninge ende huysinge met der hofstede en 33 morgen land in het ambacht van Ryswyck, daer wyleneer Jan van Hodempyl op te wonen placht, oost: die papelicke prove tot Ryswijk, west: een woninge die wyleneer toe te behoeren pleecht Geryt van Poelgeest, met 12 morgen, zuid: die Vlietwech, noord: Hage ambacht. Tot een onversterfelijk erfleen. Mr Aerndt Dandelyn doet de eed voor haar. Zij draagt dit leen vervolgens over tbv Marye Jacob Heijendochter, die er vervolgens mede beleend wordt. Heergewade een rode sperwer. Voor Marye doet haar schoonbroeder Jan Slpinter de eed als gecoren voogd (vgl 1508-12-18, 1511-11-15)
Jacob Cruesinck, Pieter Plumion, Jorden van Raemsdonck, Jan de Houwer, leenmannen
1511-05-26 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 34v
Jaartallenindex
Max. en Karel belenen Heyman Adriaensz na dode van zijn vader Adriaen Cornelisz met 7 ½ gaerden lants gelegen in Zuytbrouck, en belegen plagen te hebben west: Lauweris Jansz, oost: Daem Mattenz, streckende van den Cadyck aen Stolwycker landscheiding. Tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een jaar rente. Daar Heyman onmondig is, doet zijn groote vader Cornelis Heymansz de eed voor hem. Op 1525-03-21 (1524) doet Heyman zelf de eed in handen van Vrederick van Renesse, heer tot Malle, stadhouder van de lenen in absentie van de grave van Hoochstraten, stadhouder generaal
present: Pieter Plumion, Jorden van Raemsdonck, Loys Bruueel, Jan Nop; 1525-03-21: mr Aerndt Dandelyn, griffier van Holland, Cornelis Barthouts, leenmannen