1562-09-16 |

R.A.H. Coll Aanw 136 Caput Zeeland fol 19v

Jaartallenindex

koning Philips oorkondt: dat wij achtervolgende seecker appoinctement gestelt op seecker requeste die van onsen leenhove gepresenteerd bij de erfgenamen van wijlen Loijs van Vernewijck, eenig soone van wijlen vrouwe Josyna van Bloijs, wiens grootvader was van wijlen Gwuij de bastaard van graaf Jan van Bloijs, ende Merten van der Meere, soone van wijlen jvr Cornelia van Bloijs, dochter van wijlen heeren Gwuij van Bloys, ridder, wiens grootvader was Gwuij, de bastaardzoon van graaf Jan van Bloys, in date den 14e juni 1561 j.l, mit desen in onsen registeren van Holland geregistreerd, mitsgaders de genealogia van heurlieder descendenten. Verlyd hebben ende verlyen mit desen jhr Merten van der Meere met ¼ deel van 2 molens in Poortvliet, geheten "Calfstaet" ende "de Wee", met een geheele boomgaard, ende ¼ deel van de Middeldyck aldaer, visscherije, swaendrift, vogelrye, vlastienden, lammerthiende ende darinck thiende. Niet te versterven zolang er nog iemand van den bloede van de voors. Gwuij de bastaard van Bloys, zoone van wijlen grave Jan van Bloijs in leven is. Daar jhr Merten onmondig is, doet Frans Rees, onse baljuw onser stede van der Thoolen, zijn rentmeester en voogd, de eed

Jan Hanneman, Raad in den leenhove van Holland, rentmeester generaal van Noord Holland, Willem van Berendrecht, Cornelis Barthouds, Dirck Adriaensz, Adriaen le Seur, Pieter van der Houve Cornelisz, leenmannen