1 resultaten
1549-05-10 |
R.A.H. Coll Aanw 140 fol 426v, 428v/Reg Oragnien fol 219v, 221
Jaartallenindex
gesien bij de luiden van de Rekening in den Hage, het request aan den keizer gepresenteerd door Dirk Cobel als voogd en momber van de kinderen van wijlen Adriaan Albout, vertonende hoe dat in den tijd geweest is enen Jan Dedel, clerq van de registeren van Holland, die te wijve gehad heeft ene jvr Beatris van Ryswijk, dewelke volgens seker octrooi daarvan wesende in den jare 1470 gedisponeerd soude hebben onder haar kinderen van alle leenen, die sij beide van de grafelijkheid van Holland te leen houdende waren, ende was in dieselve dispositie geomiteerd geweest te stellen een cleyne party van 5 morgen land gelegen tot Loopick in t Gesticht van Utrecht, daar als niet of en quam, mits dat het buiten de palen van Holland gelegen was. Ende also na dode van de voorn. Jan Dedel en jvr Beatrix bij de voogden van haarluyder weeskinderen alle de lenen die in de voors. dispositie verhaald stonden, uitgegeven zijn geweest dengenen ende elks van dien daar ze op gedisponeerd waren. Soo dat bij versumenisse de cleyne partije van land voors. onverheven bleven, doch wel verhuurd en de vrugten daarvan genoten. Ende dat nu de suppliant deursoekende de brieven van den sterfhuize van wijlen jvr Adriana van Rysoort des voors. Jan Dedels andere dochter, bevonden hadden dat de voors. 5 morgen leen waren. Zo verzoekt hij aan hem suppliant verlye te willen doen alsoo deselve bij accoorde aangedeeld waren geweest de voors. jvr Adriana van Rysoort, grootmoeder van de voors. weeskinderen van de voors. Adriaen Albout. De Rekenkamer gaat hiermede accoord tegen betaling van 8 Kar gld; 1549-10-08: keizer Karel beleent Wolfaert van Avesaet [er staat: Amsaet] Adriaensz met 5 morgen land gelegen in Lopik, belend an den nederen egge: die heren van St Marie te Utrecht, overen egge: Herman Gerritsz, tot een onversterfelijk erfleen. Wegens het wanverzoek moeten nu dubbelde brieven en daarenboven nog 8 Kar gld betaald worden. Op 1567-02-23 stilo commini heeft Wolfert Albout den behoorlijken eed gedaan (vgl 1576-11-30)
leenmannen: Cornelis Barthouds, Willem van Criep, Willem Jansz Schouten