1473-04-15 |

G.A. Haarlem Inv no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 134v

Jaartallenindex

Pieter Pieter Meynertsz.z oorkondt dat ick vercoft hebbe Pieter Willemsz die rechte helft van 2 gouden Wilh. Holl scilden, daer die wederhelft denzelven Pieter Willemsz uijter name van mijn zuster Duijve, zynen wijve, of toebehoort, erfhuyr en pachte jaerlicx staende op een saete lants en huijsinge gheheten die Bloocken, gelegen in den ban van Ursem, zooals de doorstoken brief inhoudt. Hier waren bij an ende over als tuijgen ende oomen van mij van mijn vaders ende moeders wegen Jelis Meynartsz en Claes Gherrit Symonsz.z. Daar Pieter zelf geen zegel heeft, zegelt Thomas Thomasz voor hem

1489-08

folio 13v XIV 1489-1492

Transportregister Haarlem

Joost Kerstantsz en zijn vrouw Rissent Willemsdochter vermaken elkaar de bruickwaer van de camer die zij nu bewonen, gelegen in de Gasthuisstrate, an d'een zide: Bouwen Florysz en Duijve Willemsdochter tesamen, an d'ander zide: Adriaen Jan Symons weduwe, afterwaerts streckende an Boudijn en Duijve voirs.

1487-01

folio 49 XLIV 1486-1489

Transportregister Haarlem

Hardy Gerytsz lijt dat zijnre zuster van halver bedde Katrijn Hardysdochter, Pouwels Jacobsz weduwe, hem voldaan heeft van de erfenis van zijn vader Geryt en wijlen Duijve, haer beyder moeder

1490-03

folio 43 XLVI 1489-1492

Transportregister Haarlem

Jan Jacobsz lijt dat Thomas Feddez die zijn zuster man was hem voldaan heeft de erfenis hem anbestorven bij dode van zijn vader Jacob Jacobsz en zyn moeder Duijve Jacobsdochter

1555-07-09 |

R.A.H. Coll Aanw 258 fol 47-51, 52, 52v, 53, 56v/Mem Hof van Holland

Jaartallenindex

Maximiliaen van Bourgoinge, ridder v.h. Gulden Vlies, here van Beveren, van der Vere, Vlissingen, Brouwershaven, Duvelant, Tournehem, admiraal en capteijn generaal ter zee, benoemt Jacob Danielsz van Schiedam tot overste capiteijn ofte admiraal van de oorlogsvloot die de haringschepen moet beschermen tegen de Franschen. Beedigd op 14 juli. Rotterdam, twee schepen: Adriaen Hughenz Schapenham, capteyn van een oorlogschip genaamd "de Crabbe", groot 120 vaten, Symon Thijsz, capteyn van een oorlogschip genaemd "de Rotte", groot 60 vaten. Delft, twee schepen: Jan Diericsz alias Capiteijn als capitein van een oorlogschip genaamd "de Eenhoorn", groot 240 vaten, Lodewyck Diericsz, capteyn van een oorlogschip, genaamd "de Duijve", groot 100 vaten. Brielle, een schip: Geerlant Dammasz, capiteyn van een oorlogschip genaamd "de Vliegende Geest", groot 80 vaten. Op 9 juli wordt Willem Doenz aangesteld als capiteyn van het oorlogschip "de Witte Valck", groot 180 vaten, toegerust bij die van Enkhuysen; Volckert Vredericsz wordt benoemd tot capiteyn van het tweede oorlogschip van Enchuysen genaamd "St Michiel", groot 100 vaten

1501-02

folio 100 LXXXII 1498-1501

Transportregister Haarlem

Willem van Loo aan Willem Huijgez en zyn wijve Duijve, de bruikwaer van den huis en erve die zij thans bewonen, genoemt "de Slotel" in de Grote Houtstraet, haer leven lang gedurende

1489-07

folio 10v XI 1489-1492

Transportregister Haarlem

Ysbrant Jansz verkoopt Geryt Jansz een huis en erf in die Voorcamp, an d'een zide: Bette Jelberts, an d'ander: Duijve Garbrantsdochter, streckende voor mitter put staende op tie straet, after an dieselve Bette Jelberts; 150 R gld

1487-03

folio 67v LXI 1486-1489

Transportregister Haarlem

Egbert Jansz is sculdig Hans van Nerenburch 12 R gld. Deselve Egbert belooft aan Hans voirs. de konst van de blauwe verwe te leren en tevens dat hij noch zyn vrouw Duijve Willemsdochter deze kunst aan een ander leren zullen

1491-02

folio 85 LXXXVI 1489-1492

Transportregister Haarlem

Duijve Jansdochter met haar neef Pieter Geryt Borwoutsz als voogd en Cornelis Jansz aan Symon Andriesz een boomgaert ende Barchuijs daerin wesende, gelegen buijten de Cruijspoort, zuid en west: Jacob van Assendelft, noord: Jan Spijcker, oost: die heerstraet; 39 R gld

1475-09-20 |

G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 74v

Jaartallenindex

Jan Duijvesz, schout van Wytgheest, oorkondt dat Jacob Heindricksz voor zichzelf en als man en voogd van Duijve Allijn Claeszdochter, en Jan van der Meer Jansz als voocht van Kerstyne, Lysbet en Maritgen Allijn Claeszdochters, gelieden dat zij gezamenlijk verkocht hebben aan Brechte Claes Albouts Gheritszdochter, die rechte helfte van Ziericx Ven, ende daertoe dat ¼ deel van die ander helft van Ziericxven in den ban van Uytgheest ende belent hebben noord: Claes Mouwerinsz, oost: Roynck Wilmsz, zuid: Claes Gharbrantsz, streckende metten westeynde an die Gheestmeer. Met belofte deze stukken te vrijen en te waren "mit een calf gheers sjaers dat jaerlicx uijt die hele Ziericsven gaet". Opschrift: een stuck lants ghenaemt Ziericksven daeraf die helft en ¼ deel van dander helft den H. Gheest ghegheven is bij Brechte Claesdochter die clarisse. Ende in den jare 1487 zo si noch tot dit voors land ghecocht ¼ deel van St Lysbeten Gasthuys. Ende die helft van 't ander vierendeel is ghecocht vant Allert Harrichs, blijkende altsamen bij den regeister van den jare 1475 fol 11 ende copije van den brief waerbij Brechte Claesdochter dit voors. land opdraeght wort is als hier nae volcht

tuyghen en buyren: Claes Nouw en Pieter Hendricksz; bezegeld door de schout en door Lambrecht Claesz en Willem van Adrichem Gherritsz, leenmannen van Holland