1473-11-23 |

G.A. Haarlem Inv I no 1575 Lade S/Arch H. Geest Haarlem

Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat de Gasthuismeesters van St Elisabethgasthuis en de H. Geestmeesters gelieden bij consent van den Rade der stede, also als Heinrick Pietersz ende Alyt Dyrcxdochter, zijn eere wijf, malcanderen gemaeckt hadden ter laetster doet van himbeyden die goeden die de langstlevende van hen aftergelaten ende geruymt soude hebben mitter doet, eygentlijcken ende erflycken an den voirscr gasthuis ende H. Geest commen ende erven souden, gelyck dat deselve maeckbrieve dat uytwijsen ende verclaren. Genoemde Gasthuis- en H. Geestmeesters beloven nu aan Heinrick, niettegenstaande deze maakbrief, daar hij nu hertrouwd is en zijn vrouw goederen ten huwelijk gebracht heeft, dat indien Heinrick sterft vóór Alyt Willemsdochter, zijn tegenwoordige vrouw, dat zij dan commen sullen ten halven goeden van die dair wesen sullen ende die tezamen deel half en de half tegen der voorscr. Alyt Willemsdochter, datste verstaen dat Alijt alleen hebben zal de één helfte, ende voirs. gasthuis- en H. Geestmeesters tezamen de andere helft

Wouter van Bekesteyn (zegelfragment: klimmende leeuw waaroverheen dwarsbalk ?) en Jan van Foreest (hoekige dwarsbalk, daarboven een barensteel van 3 hangers), schepenen