9 resultaten
Kyfhoek, van | 1530-07-13
Gedenkw Kerken ZH II A p 34
Achternamenindex
in de kapel van Assendelf t te 's Gravenhage: "hier leggen begraven die Eedele ende Welgebore Heere ende Vrouw Heer Nicolaes heer van Assendelft" sterft 1501-09-04, en vrouwe Alijdt van Kyfhouck, sterft 1530-07-13
1541-01-24 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Woerden, Sticht, Gelre fol 37, 39
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat voor hen in de stad Utrecht in die heerlicheijt onder die lakensnyders op ten Hollantschen Bodem, gecomen en gecompareert is de Eedele en discrete jvr Anna van Herff, weduwe van Wilhelmus van Rossem, here tot Zoelen, met Dominicus Zas zoon, haar gecoren voogd in deze zake, en heeft opgedragen tbv haar neef de Eedele en gestrenge heer Gerrit van Renesse, ridder, alle alsulcke heerlijkheden, thynsen, ende anders, zo zij die liggende heeft onder de lakensnijders te Uytrecht, en haar van haar oudevader wijlen heer Johan van Renesse, ridder, heer van Renouwen, aangecomen zijn, met het verzoek heer Gerrit hiermede te belenen. Op 1541-04-28 beleent Karel heer Gerrit van Renesse, ridder, met dit leen, onversterfelijk erfleen
joncker Johan van Renesse van Wulven heer tot Wulp zegelt voor Gerrit heer tot Vliet. Ook ondertekend en bezegeld door Anna van Herff; in presentie van Martyn van der Barch, notaris publycq; (fol 39) leenmannen: heer Zegelyn van Alveringen heer tot Hofwegen, ridder, Cornelis Barthouts
1500-05-31 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 83
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat de Eedele ende geboortige heere Frederick van Egmond grave tot Bueren ende tot Leyerdam en heere tot Yselsteyn tot Cranendonck, overdroeg tbv Christoffel, zijn natuerlyke zone, 100 Beyers gld sjaars die hij van de grafelijkheid van Holland te leen houdt uit de tollen van Gorinchem. Daar Dirck de Joede op deze tijd zelf geen zegel heeft, zegelt Lodewyk van Montfoort voor hem (vgl 1501-04-23)
Steven van Sevender, Dierick de Joede, Egbert Diericksz, leenmannen
1503-10-27 |
Genealogie v.d. Does Voorburg/Familiearch Bredius/Hof van Holland
Jaartallenindex
compareert voor het Hof de procureur van Jan die Eedele van Rijsoort, die proponeert "hoe dat waer is dat seeckeren lange tijt geleden wijlen mr Jan van der Does en Jan die Eedele zyn vader in pachte genomen heeft gehadt den tijt van 25 jaeren lang gedurende sijn ⅛ deel van seeckere gorssen leggende butens dycx in Swindrecht, genoemt die Hogenesse, denselven eyssen nu toebehorende, end dat om die somme van 16½ R gld sjaars, van welcke uytgorssen Philips broeder van de voors. mr Jan een deel gebruyct en bezeten heeft". Dat eiser achter is met de betaling van de pacht 42st over 1501 en 16½ R gld over 1502. En hierenboven is dieselve wijlen mr Jan noch sculdich gebleven den waersman van den lande aldaer ter cause van de dykage de som van 5£ gr Vls. Dat de voors. Philips met een Cornelis Mathysz al het coren van dit land binnengehaald hadden zonder hem, eiser, iets te betalen. Hij eist nu betaling van 42st over 1501 en 16½ R gld over 1502 en 5£ voor de dykage
1545-..-23 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht, Woerden fol 10
Jaartallenindex
notaris L. van der Putte instrumenteert dat de eedele en vrome heer heer Jan Carondelet, ridder, heer van Golre, van Merlin, prevosten Crupets en …., volmacht geeft speciaal aan mr Vincent van Dammast, raidsheer in de reeckenkamer van Holland, [aan] heer Floris van Wyngaerden, ridder, Joes van Wyngaerden, Heindrick van Wyngaerden, Jan van Wyngaerden, soone van heer Floris, Berthault van Assendelft, Ingelbert van Ophem om de behoorlijke eed te doen voor zijn belening met de thiende van den huyse van Nessen, liggende in het land van Woerden in Holland, gehouden van de grafelijkheid van Holland (vgl 1519-02-01, 1546-05-07~)
present: mr Jan van Ophem, canonick van Haerlebeke, Daniel van Ophem, clerck van de bisschop van Doornick
1571-03-30 |
G.A. Haarlem Not Arch Protocol~~
Haarlem Algemeen
op huyden den naestlesten dach in Maerte anno 1571 stilo communi is mij notaris publ. ter presentie van getuigen geexhibeert by handen van de eedele Jouffrouwe Clara an Zuylen van Nievelt weduwe van joncheer Dirik van Wael, ambachtsvrouwe van Heiloe en Oisdum [Oesdom], zeecker geconsigneert ende toegezegeld testament eertyts gemaect ende verleden by de eedele jouffrouwe Anna van Zuylen van Nievelt, haar zuster z.g, in haar leven huisvrouwe van joncheer Hubrecht van Woerden van Vliet, by myn notaris eigen hand het opschrift geschreven, mitsgaders gesubsigneert by de handen van mr Frans en mr Gysbrecht van Nesse, gebroeders dd 1570-05-05, welck testament nadien geopend is geweest bij de voorn. mr Gysbrecht van Nesse (nae voorgaende recognitie van myn scepen seegel ten verzoeke van de voorn. Anna van Zuylen van Nievelt zal, daarop gedruct zijn). Drie gehele vellen of 6 bladen pampier etc. (met uitvoerige beschrijving van de vellen). Aldus gedaen en bevonden op t huys te Kolster staande in den ambachte van Heyloo ter presentie van de eersame mannen heer Reynier Syvertsen, vicecureijt tot Heyloo, mr Gysbrecht van Nesse, scepen, Frans van Nesse, weesmeester van Haarlem, als getuigen daarover geroepen
1571-06-23 |
G.A. Haarlem Not Arch Protocol 1 fol 77, 77v
Jaartallenindex
compareerde de eedele en vrome Joncheer Hubrecht van Vliet, oud c. 69 jaeren, Jan van Vliet, oudt c. 30 jaren, en Anthonis van Vliet, out c. 28 jaren, beyde zoonen van de voorn. Jonkheer Hubrecht, en verklaren bij manne waerheyt in plaats van bij eede ten verzoeke van de eedele Jouffrouw Clara van Zuilen van Nieuvelt, weduwe van Dirck van der Wael, dat zij comparanten op verscheydene tyden hier nae verclaert, ten versoucke van de voors. jouffr. Clara om zeker proces te vervorderen hetwelck zij gehad heeft voor den Provinciele Hove van Utrecht tegen Bartholomeus van Wael, in welk proces zy onlancx in Maart gelijk gekregen heeft, gereyst zijn tot Utrecht telkens met een dienaar en gelogeert ten huyse van Steven van Wael of zijn weduwe, ende ten eerste die voorn. Jonckheer Hubrecht van Vliet, getogen van Alkmaar nae Utrecht ter cause als voren op de 1566-05-16 ende noch derwaerts getoogen den 20e septembris ende van daar getogen den 24e deselver anno 1569. Ende die voors. Jan van Vliet op dese nabeschreven tyden derwaerts getogen te zyn. Volgt opsomming van data in 1569. Daarna een dergelijke verklaring van Anthonis van Vliet, over 1569, 1570. Op 1570-03-12 verkreeg hij het vonnis en moest dat tot executie brengen, ook gereist op 5 April, 17 April, 13 Juli en 17 Juli 1570, 1571-06-04 en aldaar gebleven ten minste 5 dagen om de executie ten voordele van Clara te volbrengen etc [blijkbaar hebben zij voor al hun werkzaamheden nog geen vergoeding ontvangen]
1613-04-29 | Heemstede
R.A.H. O.R.A. 616 L
Jaartallenindex
schout en schepenen te Heemstede oorkonden dat (de eedele erentfeste en manhafte hopman Daniel van Hattum als speciale procuratie hebbende van de erntfeste jvr Machtelt van Loo, weduwe van Roorda wonende te Leeuwarden (marginale aantekening), Machtelt van Loo, nagelaten weduwe van wijlen doctor Johan Roode, jouffrouwe Margariete van Loo, weduwe doctor Christoffel Arentsma, geassisteerd met Sr Pieter van Offenberch, haar zwager en gecoren voogd, joncker Arent van Loo als man en voogd van jouffr. Hester van Aelewe, dochter van wijlen Hester van Loo en joncheer Tjaert van Aelewe, ende Sr Pieter van Offenberch, als vader en voogd en mede uyten naem van zijn kinderen bij wijlen Maria van Loo. Alle erfgenamen van wijlen Boudewyn van Loo, in zijn leven rentmeester generaal van Vriesland, henlieden vader ende grootvader resp, transporteren aan Sr Hans Fabri, coopman binnen Haarlem, een hofstede, wooning en landen in de ban van Heemstede, gecomen voortyts van der Barnardytenconvente aldaer, groot volgens meting in oktober 1582 gedaan bij mr Pieter Bruynsz, gesworen lantmeter, 42 morgen 3 hont 23 roeden. Met dezelfde belofte van vrijwaring door de stad Haarlem bij de verkoop aan wijlen Boudewyn van Loo gedaan
Andries Jansz van Souwen, schout, Cornelis Cornelisz Bourgoigne en Jan Jacobsz, schepenen
1571-02-01 |
G.A. Haarlem Not Arch Protocol no 1 fol 47v
Haarlem Algemeen
compareerde de Edele joncvrouwe Marie van Woerden van Vliet ter eenre zyde, ende die Eedele jouffrouwe Marie van Mathenesse met haar man en voogd jhr Jan van Scagen, ter andere zyde. Jouffrou Marie van Woerden van Vliet verklaart te schenken aan jouffr. Marie van Mathenesse een rinck wesende een diamant, die welcke zij zeide haer gegeven te zyn van Jan van Mathenesse, broeder van de voorn. Marie van Mathenesse in dier vouge ende op sulcke conditien, als zij Marie van Vliet in processe t welck tussen haar ende Jan van Mathenesse voorn. te anderen tyden voor den officiaal van myn eerw. heere bisschop van Haerlem, geweest is medio juramento calumniae ofte by eede verclaert heeft, ende dit uyt goeder gunste ende affectie die over lange tyden tussen beyde comparanten geweest heeft, heeft ende alsnoch is, alsoe de voors. rinck van ouder heercomen altyt onder t geslacht van Mathenesse geweest is, ende oock mede om vrede en vruntschap te onderhouden etc. Jouffrou van Mathenesse aanvaardt de schenkin in dank etc. Gedaan binnen Haerlem op 1 Febr. 1571 naer ghemeen schryven, ten huyse van joncheer Ysbrant van Sparwoude, staende in de Sparwouder steechje achter St Cecilieconvent, in presentie van jhr Ysbrant van Sparwoude, jhr Jan van Duvenvoorde, mr Philips van der Mathe, doctoer in de beyde rechten ende burgemeester der stede Haerlem, als vrunden en getuigen hierover geroepen .....