egbrecht | egghebrecht | eghebrecht | engbrecht | engebrecht | engelbrecht | enghebrecht
10 resultaten
Eggebrecht | 1373-1374
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
heer Ecghebrecht: van de dijc bij Oterleec 10sc (816 fol 18); 1374: (817 fol 1) afterstal van idem 11sc
Eggebrecht Bijen man | 1363-1364
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Eggebrecht Bijenman: land te Vronen 46sc 6d (811 fol 6v, 8); 1361-1362: (809 fol 10, 12v) land te Vronen 46sc 6d en 3 £; 1362-1363 (810 fol 5v, 7v), 1373-1374 (816 fol 11v, 15): land te Vronen 46sc 6d en 3 £; 1374: (817 fol 1) afterstal 8sc 6d
Keppel, van | 1338
Quellen Stift Xanten p 507, 508
Achternamenindex
census curtis in Rindern: Godefridus Swane 3 Brab et 1 levem pro pane, habet Th. de Keppel; Gerardus dictus Strike (Theodericus de Keppel) 1 sol levem; Henricus Textor 9 Brab, solvit Theodericus de Keppel 6den et Eggebrecht …..... 3d
Bossche, van den | 1309-03-20
Reg Rotterdam en Schieland no 195/Reg Hann p 28
Achternamenindex
Gherard heer van Horne en Altena verklaart in leen gegeven te hebben aan Egghebrecht zoon van heer Eggebrecht van den Bossche en aan Ghisebrecht van den Bosche, diens voogd, tbv eerstgenoemden de tiende van Yselmonde, gelegen tussen Riederambacht en Cathendrechterambacht, en het recht tot begeving van de kerk te Yselmonde, benevens het goed te Ouder Schye, waarop Claes van Berkelrevene woont
Amstel, van
Hornes, van | 1309-03-20
Reg Rotterdam en Schieland no 195/Reg Hann p 28/vidimus R.A. Altena
Achternamenindex
Gherard heer van Horne en Altena verklaart in leen gegeven te hebben aan Egghebrecht zoon van heer Eggebrecht van den Bossche en aan Ghisebrecht van den Bosche, diens voogd, tbv eerstgenoemden de tiende van Yselmonde, gelegen tussen Riederambacht en Cathendrechterambacht, en het recht tot begeving van de kerk te Yselmonde, benevens het goed te Ouder Schye, waarop Claes van Berkelrevene woont
Rotterdam | 1372-01-18
Reg Rotterdam en Schieland no 957/Reg Renten Leprosen Rotterdam fol 25
Achternamenindex
Ghysebrecht Jan Hughemansz en Willem Dirc Rotterdam, schepenen van Rotterdam, oorkonden dat Willem Nellenz voor hen verklaarde schuldig te zijn aan Jan Dircxz 10 sch Holl per jaar uit zijn huis en erf gelegen in de Nupoort, belend noord: Eggebrecht Heynenz, zuid: huis en erf dat vroeger wijlen Clays die Beter toebehoorde, strekkende van de Lakestraat tot in de Rotte
Cranenburch, van | 1342-12
Reg Rotterdam en Schieland 16
Achternamenindex
graaf Willem verklaart verkocht te hebben aan heer Dirc van Mathenesse de ambachten en gerechten van Ravesberghe, Vronemade, Oude Gravencoep, Nieuwen Gravecoep met alle toebehoren, door wijlen Eggebrecht Jan Eggebrechtsz van hem in leen gehouden en hem van dezen aangekomen, voor 1000 £ Holl, die hij betaald heeft aan zijn kapelaan heer Pieter van de Haye, met belofte hem daarin te zullen handhaven en met bepaling dat als heer Dirc of zijn nakomelingen de pacht binnen het genoemde gebied wilden verhogen, zij dit doen moeten met toestemming van de rentmeester van Rijnland
1442-06-15 | Mathenesse, nieuw
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 72v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
hoge heemraden van Scyelant doen cond, want wij gesien hebben besceyt in onser heemradenboec van de twist ende gesceel datter geweest heft tussen die Sartroysen van St Geerdenberg an die een side, ende Danel Jansz an d'ander zyde, roerende van der dyckaedse gelegen in nuwe Mattenesse tegen den ouden stenendyck en daer besyden, toebehorende Daneel Jansz voors. Tot welker dyckaedse behoort 15 morgen lands, op welc land die Sartroysen voirs. jaerlycs pacht hebben. Welke twist en geschil gebleven was in St Odulphus scouwe anno 1437 an Danel van Cralingen, Jacob Buekel en an Eggebrecht van der Spaengen, op die tyt hoge heemraden van Scyelant, daer sij een seggen of ghescit hebben naer goetduncken van beide partijen gelyck hierna gescreven staet: 1) Daniel zal deze dyk moeten onderhouden, doch ontvangt kwijtschelding van 4 jaar pacht die hij den Sartroysen schuldig is, 2) daarna ontvangt hij nog 3 jaar kwijtschelding van pacht, maar daarna moet hij pacht betalen. De pacht van de 15 morgen land zal hij den Sartroysen moeten verzekeren op al zijn goederen gelegen in Oude Mathenesse: a) 1 morgen lants mit Jan Pouwelsz gemeen, b) op de ½ van 4 morgen gelegen gemengder vuere en aerde met Jacob Mouwerynsz, noord: Danel Vranckenz, zuid: Willem Robbrechtsz, streckende van die Mattenesserweg oestwaerts op tot die middelwatering, c) op 4½ hont lants, leggende gemeenre vuer en gemeenre aerde mit Danel Vranckenz, noord: Bertout Zaij en Jan Pouwelsz, streckende van den wech westwaert tot die middelwateringe toe, d) op 6½ hont in den Molencamp gemeenre vuer en gemengder aerde mit Jan Zuet, noord en zuid: Willem van Montfoort, streckende van den molenwerf aen den ouden Maesdyck toe. Ten goeden oorkonde van hetgeen voirs. staat hebben wij hoge heemraden onze zegels hieraen gehangen. Anno 1442 op 15 Juni in St Odulphus scouwe
Willem van Naeltwyck, Arnt van Egmonde, Jan van der Lecke, Jan van Duvoirde en Jacob Buekel, hoge heemraden van Scyelant
Herlaer, van | 1133-05-21<
Oorkbk Sticht Utrecht no 345
Achternamenindex
Andreas, bisschop van Utrecht, verkoopt 40 hoeven in Westerwoud bij Leusden aan de abt van Oostbroek, aan Berbert, Godfried en Godfried [onecht?]
testes: Richwinus de Malberch, Theodericus de Harlere, liberi; Alfero scultetus, Arnoldus, Eggebrecht, Heriman, Gerhart, Ruchart, Eno, Godefrydt, Lubrecht, ministeriales
1333-10-18 |
A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 80v-83/L.R. 11 fol 28v
Jaartallenindex
graaf Willem oorkondt: dat die stad Lubeke op die een zyde ende onse stede van Staveren op die ander zyde, van sulcken oirloghe als sij onderlanghe hebben, ende van allen eyssche die sij op mallic anderen te eysschen hadden tot desen daghe toe, ende die stede van Hamburch ende die abt van Staveren ende Egghebrecht van Woldrichem [Workum] syn neve, die schade genomen hebben omme des oirloghen wille voirs, aen ons gebleven zijn. Beide steden op een boete van 1000£ goede Coninx Tourn, indien zij de uitspraak niet nakomen. De abt en convent van Staveren en voor Eggebrecht, des abts neve, op een boete van 25£. De stad Staveren had goed genomen van die van Lubeck omdat Jacob de Langhe "zyn scip afgewonnen was". Aan Staveren wordt zyn pretentie deswege tegen Lubeck ontzegd. Lubeck heeft geen eisen op Staveren, en ook die van Staveren klagen niet omme enich goet dat hem binnen vrede genomen es, anders dan dat Claes Grando, die sij seggen burger van Lubeck wesen soude, als sy vermoeden te schaden dede ende nam met siere hulpe binnen vrede. Levekyn Heren Dirkszoens broeder tot 50£ toe, ende die van Lubeck zeggen dat Clais Grando, nie horen burgher en was noch en es, soe seggen wij dat Lubeck dat moet bevestigen. Doen sijs niet gelden Levekijn Heeren Dirkszoens broeder voors. zijn schade tussen nu en 1 mei e.k. zoals hij onder eede zal waarmaken, doch niet te komen boven 50£, ende desen brief te leveren of dit gelt te betalen joff Levekijn synen eedt te doene tot Haerlem voor onsen baljuw en rentmeester van Kennemerland en Vriesland op den meidach voirs. Voirt van Pieter Manten, Winoudt Altghera, Tydeman jonge Evekenz, Gheltman, zyn broeder ende Tideman Pelegrimsz van Staveren clagen dat zyn binnen vrede door de meente van Lubeke op de vrye markt mishandeld zijn. Aan Pieter Manten wordt hiervoor 4£ gr, aan Gheltmair jonge Evekenz 10sc groten, aan Tydeman zijn broeder 5sc gr en Tydeman Pelegrimsz 5sc en Winout Altghera 5sc gr toegekend, te betalen op 1 mei te Haarlem. Die van Hamburch moeten bevestigen dat zij Lubeck niet behulpzaam zijn geweest tegen Staveren etc