9 resultaten
Eycke, van den | 1468-07-14
Coll Aanw 240/Memorien Hof van Holland
Achternamenindex
Pieter van den Eijcke contra Claes Willemsz en Jan Jacobsz (fol 954v); 1468-10-14: (fol 1292) de procureur generaal van Holland heeft een proces tegen Pieter van den Eijcke, lombard
Eycke, van den | 1468
Coll Aanw 238 fol 260v, 281, 317, 396, 452v/Memorien Hof van Holland
Achternamenindex
Pieter van den Eijcke contra de schout van Delft Aernt Vranckenz: (238 fol 260v) 1468-02-10; (fol 300) 1468-02-19: uitgesteld; 1468-02-24 (fol 317): lombart en tafelhouder te Delft stelt procureur; 1468-03-14 (fol 396): Lombart te Delft; 1468 -03-17(fol 428v): de Procureur Generaal van Holland heeft tegen de wil van de stad Haarlem Pieter van den Eijcke als tafelhouder van de lombarden geinstitueerd; (fol 437): uitstel
1497-04-07
folio 61v LV 1495-1498
Transportregister Haarlem
Pieter Claesz van Westzaenden is sculdig Wolfaert Claesz, poorter van Haerlem, de somma van 28 £ 10 sc gr Vls. Onderpand: t Rynscip daarvoor vercoft. Testes: Willem Gerijtsz en Jacob Jansz van Eijcke; 7 April
1462-04-15 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 67v/Reg Charolais fol 35
Jaartallenindex
Anthonis Michielsz oorkondt dat Wouter van Eijcke Willemsz geheten van Huesden, gemaakt heeft tot lijftocht voor zijn vrouw Marije Jan Claeszdochter, die minre helft van een thiende van een block lants liggende in de prochie van Schobbe ende van Everocke, streckende mitten enen eynde tegen Jan Cockaerts over den Zuijtwech, tot den Noirtwech, oost: aen den Middelwech, west: op die oude wateringe, groot in all 52 morgen en 2 hondt lands, dairaff dat den thyende draecht 4¾ margen tienden, luttel min of meer. Leen van de heerlijkheid Putten en Strijen. Hij belooft haar in haar lijftocht te handhaven
leenmannen van Charolais: Jan Wandell, Phillips van Almonde
Eycke, van den | 1494-1499
Rek Rentmeester Kennemerland 922, 923, 924, 925, 926
Achternamenindex
1494-1495: (922 fol 12) Johannes van den Eijcke pacht de zwanen in Sparwoude 3 jaar lang, voor 20 sc per jaar, eindigende 30-09-1495; 1495-1496: (923 fol 18) Jan van Eyck pacht de zwanen van Wormer 5 jaar lang, ingaande 1495-10-01, voor 10 sc per jaar; 1496-1497: (924 fol 20) idem; 1497-1498: (925 fol 27) idem; 1498-1499: (926 fol 21) idem
1462-04-15 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 64/Reg Charolais fol 34v
Jaartallenindex
Anthonis Michielsz oorkondt, volgens octrooi dd 1462-04-08, gegeven aan heer Vranck van Praet heer van Moerkercken om tienden te verkopen die hij in leen hield van de heer van Charolais als heer van Putten en Strijen, gelegen in den ambachte van Scobbe en Everocke in de heerlijkheid van Strijen, nl 25 morgen tienden. Dat diensvolgens heer Vranck op huiden opdroeg tbv Wouter van der Eijcke Willemsz geheten van Huesden, die tiende van een block lands gelegen in de parochie van Scobbe en Everocke, streckende mitten enen eynde tegen Jan Cockairts over den Zuydwech tot den noordwech, oost: aen den Middelwech, west: op die oude Wateringe, groot in al 52 morgen 2 hont lants, daeraf dat den thyenden draecht 4¾ morgen thienden. Behoudelyck uten voirs tienden der parochiekerk 1 R gld ewelyk. En dat hij vervolgens Wouter van der Eycke van Huesden beleend heeft met deze 4¾ morgen tienden, behoudens de parochiekerk zijn 1 R gld erfelijk. Te houden tot een erfleen (vgl 1562-04-08)
present: Jan Wandell, Philips van Almonde, leenmannen van Charolais, Jacob Cruesinck, Matheus Adriaen Nevenz, leenmannen van Holland
1517-09-10 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Asperen, Altena etc fol 1v
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Wouter Gysbrechtsz van der Eijcke als leenman van Holland gemachtigd en overgegeven heeft Gillis Scellaert 5 morgen land in de ban van Ryswijk in het land van Altena, daarvan die vier morgen lants der Cruijsbroederen binnen Woudrichem ende St Stevensaltaer tot Ryswyk erve ende land af es gelegen ten naesten noortwaert. Ende der proesten land van Honswijck ten naesten zuijtwaert, streckende voor van der Hoochlandscher stege af tot die Ryswycscher stege toe. Ende daervan den enen morgen es gelegen jvr Adriana van Rijswijcs lant te naesten noortwaert ende der kercken land van Ryswijc ten naesten zuytwaert also hij die voors. vijf morgen te leen houdende is, geven den den voorn. Gillis Scellaert volcomen macht om dit leen terstond weer over te geven in handen van de stadhouder-generaal, tot behoef van Gillis Scellaert voorn, gelyck ende in alder manieren alsof Wouter Gysbrechtsz daer selve jegenwoerdich ware. Hij verzoekt ootmoedig Gillis Scellaert hiermede te belenen (vgl 1518-09-01)
Adriaen Lijonissen, Gerrit Robbrechtsz, leenmannen
Dalem, van | 1483-04-16
Arch Nassau Domeinraad dl I stuk 5 p 109/Leenregister Lek en Polanen Inv 45 fol 82v
Achternamenindex
leenregister Lek en Polanen: 6 morgen land tussen de halve Dussen en het land van Altena, te Muikerk. Willem van der Eycke Willemsz, die ze geerfd heeft van zijn vader, 1463?; 1483-04-16: Belie Florysdochter van Dalem, vrouw van Herman Adriaen Zegersz na dode van haar oom Willem van der Eijcke; 1483-09-04: Willem Claes Roelofsz.z. wiens vader het leen, doordat hij stierf binnen het jaar nadat hij het geerfd had, niet heeft kunnen verzoeken; 1508-09-14: Goele Florysdochter, na dode van haar zustersdochter Mergriet Hermansdochter
1533-12-15 |
R.A.H. Coll Aanw 245 fol 405-408/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
keizer Karel V ontvangt de oitmoedige supplicatie van Jan van der Eijcke, hier voortyts clerc van de rentmeester generaal van Vriesland Jan Rataller, inhoudende dat waar is dat bij de laatste rekening bleek dat hij een aanmerkelijke som ten achteren was. Rataller had hem toen gevangen gezet, en hij zit reeds 3 jaar gevangen. Bovendien was men begonnen zijn goederen te verkopen en vorderingen te innen. Verscheidene debiteuren proberen nu hun schulden te ontkennen, daar hij zich als gevangene niet kan verweren, inzonderheid Lenert Huygenz, die vóór hem clerck van Rattaler was geweest en die hem 1500£ schuldig is. Ten bate van zijn crediteuren verzoekt hij nu uit gevangenschap ontslagen te worden. Hij biedt aan al hetgeen hij ontvangt in handen te stellen van de tegenwoordige rentmeester van Vriesland, Gerrit van Loo. Het Hof willigt dit verzoek in. Op 1534-01 (1533) doet Jan van der Eycke voor het Hof de eed dat hij in gevangenschap zal terugkeren wanneer hem dat bevolen wordt en dat hij alles zal aanwenden om zijn debiteuren te voldoen, waarop hij uit gevangenschap ontslagen wordt