2 resultaten
1514-07-05~ |
A.R.A. 488 afd 2 no 35/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
proces in cas van reformatie tusschen Andries Danenzoen, eisscher, en Jan Stoep Kerstantsz, gedaechde, roerende een vonnis van het gerecht der stad Leiden, ten voordeele van gedaagde gewezen. Het Hof confirmeert echter dit vonnis
1468-10-15 |
Cartul St Jan Haarlem fol 386v-403 no 1056
Jaartallenindex
proces voor het Hof van Holland tusschen Jan Heynrick Harmansz.z en zijn zuster Machtelt Heynrick Harmanszoonsdochter als eischer, tegen heer Pieter van Schoten, commandeur van St Jan te Haerlem, tevens vervangende Symon van Noertich. Eischer zegt dat aan wijlen Alijt Symon Scoutendochter toebehoorden 7 geersen lants gelegen in Duvenven, 3 geersen lants in Geryt Dirck Meynaertsz ven, 2 geersen lants geheten die Brake, een stuk lands geheten Geryt Molenaers landt, alles gelegen in de ban van Oesdom. Noch een stuk land gelegen in de ban van Heylo optie Noert; en noch 3 R gld sjaers op een zate lants gelegen in de ban van Egmonde. Dat Alyt reeds lang gelegen gestorven was nalatende een zuster geheten Aelwaer Symon Scoutendochter, die haar erfenis nam en 7 jaar geleden kinderloos overleden was. Eisscher en zijn zuster waren erfgenamen van synre nichte Aelwaer en verkregen de erfenis behalve de bovengenoemde landen en renten, die verweerder in bezit nam met Symon van Noortich als rentmeester en dienaer van St Jan. Symon had den eischer binnen Haerlem doen vangen en boeien, waaruit hij door het Hof van Holland ontslagen werd. Dit gebeurde daarop nogmaals met hetzelfde resultaat. Diverse processen rezen hieruit voor de schepenen van Heylo, mannen van Kennemerland, het Hof en de Grote Raad, deze verwees op 20 Juli de zaak weer naar het Hof. Verweerder zegt dat anno 1437 Alydt Symon Scoutendochter wedue van Symon Huygenz van Assendelff met haar voogd Dirck Bannenzoon, haar neef, overgaf ten vrijen eigen aan wijlen broeder Geryt van Schoten, commandeur van St Jan, voor het hospitaal, de genoemde landen en renten. Dat het gasthuis aan Alydt en Aelwaer hiervoor een lijfpensie op het gasthuis gegeven had. Het Hof ontzegt eisscher zijn eisch