1620-05-28 |

Ms Opstraeten van der Molen III fol 856

Jaartallenindex

testament van Adriaen van Sonnevelt Reijnautsz, mede meester van de arme weesen, ende inwonende borger der stadt Leyden. Dirck, Goedelt, Barbara en Josina van Berckenrode, kinderen van wijlen Henrick van Berkenrode, syn halve broeder van smoederszyde, maakt hij tot zijn particuliere erfgenamen van de naergenoemde goederen, gecomen van wijlen zijn moeder Gooltien Claesdochter: 1) 10 morgen 2 roeden in de heerlijkheid van Coudekerc, 2) 2 morgen 2 hont 54 roeden weiland genaamd de koeijweijde, in den ambacht van Voorhout, 3) een stuk teellant, groot 16 hont 28 roeden in den ambacht van Oestgeest op te Hoghe mors binnendycx, 4) 3 morgen, 2 hont 3 roeden weiland, gelegen in Leiderdorp achter Steenevelt, 5) zijn ¼ part in 46 gemeten lants gelegen in St Oncommerspolder onder Steenbergen aen de Rubeer, 6) een ewige rente van 6 gld per jaar en een van 9 gld, gehypothekeert op zekere landen leggende in Stompwijck. Behoudens de lijftocht van zijn vrouw Anneken Cornelisdochter van Limmen hieraan en de ½ van 1000 gld voor haar duwarie, bij huwelijksvoorwaarden toegezegd. Aan het Arme Weeshuis te Leiden vermaakt hij de eigendom van een partyken wylants, gelegen in den ambacht van Soeterwoude, groot 2 morgen 1 hont 45 roeden, belend oost: jonker Johan van Duvenvoorde heer tot Warmond. De 1000 gld die zijn moeders zuster Elsien Simons van Heemskerck hem gelegateerd heeft onder voorwaarde dat die in geen geval van haar zijde of bloede mogen vererven, moeten door zijn vrouw uitgekeerd worden aan de descendenten van wijlen zijn broer Henrick van Berckenrode, en de rente aan de meest behoeftige van den bloede van wijlen Elsgen Simonsdochter van Heemskerck. Aan zijn neef Gerrit Maertsz van Sonneveld bespreekt hij een rente van 10 gld 14½st per jaar, gekomen uit zijn moeders boedel, gehypothekeert op landen in Wassenaer, evt te komen op de kinderen van zjin broer. Gepasseerd binnen Leyden bij den comparant te syner woonplaetse staende aen de zuidzijde van de Steenschuijr

notaris Ewout Henricsz Craen, na zijn dood gepasseerd door notaris Cornelis Dircsz van den Grotenlande, zijn opvolger; getuigen: Pieter Joostenz van Warmont, Cornelis Dircsz, beyde schrijvers