1 resultaten
1475-07-04 |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 142
Jaartallenindex
schout en schepenen in Weesperkerspel oorkonden dat zaligen Reyntgen Ghijstgen Possen was ende Aven sijn wijfs vier kynderen, ende hebben die erffnissen die hem van hairen zaligen doden oudere aanbestorven waren, gelegen in der parochie van Weesperkarspel voirsz mijnliken ende eendrachteliken bij consente ende toedoen van huren oem Willam Hoesk Pietersz ende Ende Elbert van Dam Heynricsz, Marten Bosk, ende meer andere vrienden ende magen gedeelt in manieren naebescreven. In den eersten zo zullen Ghysbert Reyertsz ende Pieter Reyners, ghebruederen, tesamen hebben tot hairen deel dat pachtlant alzoe gehieten, ende is groet 4 morgen min 2 hont, gelegen bij den Gheijn ten Velde werts op, after aen Marten Bosken zaet, ende daertoe 12ten deel van Piter Huusmanszaet gelegen tot Anckeveen, mit ½ morgen lants gelegen bij den Gheyn int borrende [?] lant. Voirt zullen Claes Zwitterszoon als een voecht van Meijns Reynersdochter, sinen wive mit Marritgen Reijnersdochter tesamen hebben tot hoiren deele halff ende halff 1½ morgen lant in Marten Boskes zaet, gelegen bi jden Gheyn, ende daertoe ½ morgen gelegen bij Bruninc barch int borrende lant. Ende zoe sijn dese 4 Reyners kynderen van malcander verteghen etc
jonge Ghijsbert Lapp Ghijsbertsz (zegel: 2 dwarsbalken resp. beladen met 3 en 2 spitsruiten), scout, Bartout van Hoessen ende Elbert Bout Jansz, schepenen; voor Elbert zegelt Dirck Volkensz (rond)