17 resultaten
Opsinnich, van | 1409
De Raadt III p 246/Chartes Ducs de Brabant
Achternamenindex
Everart Roide van Opzenijck (Opsinnich)
Limburg, van | 1340
De Raadt II p 353/Nyhoff: Gedenkwaardigheden/Arnhem Rekenkamer no 418
Achternamenindex
Didderic van Lymborch en zijn zoon Everart zegelen een akte van hun maghe Bertout heer van Büeren et Daverenberg, ridder
1369-01-06 (1368) |
Arch St Bavo Haarlem Inv no 202 regest 21
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Gherijt Pietersz die Waterlagher geliede dat hi vercoft heeft Gheryt den Zeelander 30 sc sjaars op zijn huijs ende op sijn ersmolen metten erven, leggende in de Zylstrate twisschen Everart van Dyemen ende den erve dat Gherijt Lutelmans plach te wesen
Dirc die Blote (zegel: 3 lelies) en Ghisebrecht Hobbenz, schepenen
Marck, van der | 1416
De Raadt II p 425
Achternamenindex
sire Englebert van der Marke, seigneur de Lovierval et de Walhain scelle un acte de Tristram seigneur de Tra--pont; 1420-01-27: Englebert van der Mark; 1520: Everart de la Mark
Ammersoyen, van | 1342-10-02
Bijdrage Hist Gen jg 1901 bl 137; Reg EL 5 fol 8 r
Achternamenindex
Hildegont van Hedichuysen draagt over 15 morgen in de Welsche hoeve te Poederoyen en Everaert van Ammersoyen wordt ermee beleend. (Aantekening van ongeveer 1376: "Everart droeghet up tot Aernds behoef ende is in novo registio in Ghelre")
Bosch, van den | 1329
Cat Arch Kapittel St Pieter p 69 no 641/notarieel afschrift bevestigd door officiaal aartsdiaken Utrecht dd 1333
Achternamenindex
het kapittel van St Pieter beleent Arnout Willamsz van den Bossche na de dood van zijn vader met de goederen van Emminclaer en den Bossche, scheidt deze beide goederen en verleent het eerste aan Everart Pieter Heynopsz en Vrederyc But
Büren, van | 1340
De Raadt II p 352/Arnhem Rekenkamer no 418; De Raadt I p 509
Achternamenindex
heer Didderic van Lymborch et heer Everart, son fils, scellent un acte de leur maghe Berthout heer van Bueren ende van Daverenberg (Davensberg), chevalier. Heer Jhan van Graesscap, ridder, scelle un acte de son mage Berthout seigneur de Büren et de Daverenberch
Foreest, van | 1658-03-22
G.A.Amsterdam DTB 478 fol 254
Achternamenindex
huwelijk Amsterdam: Everart van Harn, van Arnhem, koopman, 29 jaar, geassisteerd met zijn broer Josias van Harn, de moeder aldaar, wonende op de Oude Turfmarckt, de geboden zijn te Arnhem gegaan en Maria van Foreest, van Amsterdam, oud 28 jaar, geassisteerd met haar moeder Sara Blaeuw, wonend op de Oude Schans
1519-05-08 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht etc fol 23v, nogmaals fol 36
Jaartallenindex
wy officiaal van Ludick doen condt dat voor ons verschenen zijn die Edele welgeboeren heer heer Anthunis van Lalaing heer tot Montignij en grave tot Hoochstraten, zijn huisvrouw vrouwe Elisabeth [van Culemburg], ter eener- ende jvr Anna van Culemborg weduwe van Palant, ter ander zijde, te kennen gevende dat comparanten sub 1 huwelijkse voorwaarden gemaakt hadden, dat de overlevende aan het geheel zijn lijftocht hebben zou. Joncvrou Anna stemt hierin toe, aenmerckende veele merckelycke en groote diensten haer ende haeren kinderen van de voors. heer Anthunis geschiedt. Everart van der Marck, bisschop van Luik, stemt als voogd van haar kinderen hier ook mee in, en confirmeert dat heer Anthounis na de dood van zijn vrouw ook tot lijftocht ontvangen zal die heerlicheden, stadt ende landt van Culemborch, die heerlicheyt ende lant van Borsselen in Zeeland, mit allen haren hoocheden, gerechten etc. Op raad van de bisschop neemt jvr Anna tot haar procureurs mr Frans van der Hulst, mr Robbrecht de Pont, mr Balthasar van Vlierden en Wouteren van Olmen, om deze afgesproken zaken te bevestigen en te volbrengen, en de kinderen van jvr Anna te herstellen in hun rechten na de dood van heer Anthuenis. Onder tal van voorwaarden (vgl 1519-11-03)
present de eerbare mannen: Dires van Palant, Dierick Speckhouwer, mr Kerst van der Heggen, mr Jacob de Coene, heer Joris Muijnters, Johan Bardoul, als getuigen van beide zijden
Bergh, van den | 1381-02-15
Van Mieris III p 365, 366
Achternamenindex
hertog Albrecht doet uitspraak over de doodslagen te Haarlem: Dirc Jansz van den Berghe sal men gelden 400 £: Arnt van Duvenvoorde en Jan van der Boechorst, en de helft door Florys en Claes, zonen van Dirc van Dunen, en Bartholomeus Boudynsz, ieder voor ⅓, Gerrit Gysbrechtsz, Jan Dirksz van Dordrecht en Claes Florysz worden vrijgesproken, maar Gerrit Andriesz moet meebetalen; Jonghe Jan Everart, Gherit Gysbrechtsz en Jacop Grietenz hoeven niet mee te betalen aan het zoengeld voor Dirc Jans van den Berghe als zij bewijzen dat zij niet meegedaan hebben