1 resultaten
1532-05-20 |
G.A. Haarlem Inv I no 1606 Lade S/Arch H. Geest Haarlem
Haarlem Algemeen
de graaf van Hoogstraten heer van Montigny, stadhouder generaal, bericht aan de eerste gesworene exploietier van de camere van den Rade in Holland dat hij op het verzoek van Jeronimus Wüs ende mr Claes Boot, verlof geeft om getuigen te dagvaarden voor zekeren commissaris, om getuigenis af te leggen in het proces dat zij tegen Willem Diricxz Tybaut van Haerlem c.s. voeren. Annex hieraan de verklaring dat de exploitier zich op 23 en 24 Mei 1532 vervoegd heeft bij mr Geryt Ram, provisor, mr Jacop Diricsz, deken, mr Willem Gillisz, mr Dirick van Schorel, Tyman van Waveren, Aelbrecht Adriaensz, Bartholomeus Vientsz, Pieter Steffensz, Claes Gerytsz de Houten ende Jan de bastert van Berkenrode, en vervolgens bij de Leproosmeesters, met name Jan Veen, Dirick Vredericsz, Herman Jacobsz, Alyt Diricsdochter, Mariken Jansdochter, Agniete Anthonisdochter, Guert Claesdochter en Katherijn Jansdochter, allen conventualen te St Cecilien te Haerlem, Coman Claes, Aecht van Baren, zijn wijf, mr Claes Boot, Willem Diricsz van Paenderen, mr Lauwerens de cappelaen, heer Heynrick de cappelaen, Willem Pietersz, Willem Jacobsz van Assendelft ende Eeuwout Gerijtsz, welke personen allen zullen moeten compareren voor Jan van Schagen, burgermeester van Haerlem, te zijnen huize, en mr Lambrecht Jacopsz, secretaris, op 25 Mei, om aldaar getuigenis der waarheid te geven aangaande al de feiten die mr Clais ende Jheroniums c.s. gesteld hebben in het proces tegen Willem Diricsz Thyboudt, van Haarlem c.s, in zake de erfenis van Dirk Thibaut. Onderteekend bij mij Cranenbroeck