Bedoelde u soms?
egene | eigenen | engelen | erkenen | eugene | eymeren | eyteren

13 resultaten

1474-03-06 |

R.A.H. 465 fol 115/Leenregister Brederode fol 58v
Jaartallenindex

(Jolente van Lalaing vrouwe tot Brederode etc als momber van Walraven) beleent Jan Reynoutsz een deympt lants, dat hij ons van sijnen eygenen goede opgedragen heft, gelegen op Marcken in Rodenoirt, aen die oostzijde naest gelant Jan Willemsz, west: Peter Meeusz, te houden tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een paer hantschoenen

mannen: Walraven Florisz, Peter Clais Florysz [te lezen: Peter Clais Reijnoutsz ?], Clais Jansz

1408-05-07 |

R.A.H. 52 fol 88v/Reg I fol 64v/v.R. no 43
Haarlem Algemeen

hertog Willem vergunt aan heer Reynier Evertssoen, priester, dat hi van sinen eygenen goede in der eeren Gods ende des heyligen St Louwerens in onser prochikerke tot Hairlem een capelrye sal mogen stichten, funderen en doteren ende dair collatoirs of te wesen

1474-03-06 |

R.A.H. 465 fol 56v/Leenregister Brederode fol 32v
Jaartallenindex

Jolente van Lalaing vrouwe tot Brederode etc als momber van Walraven beleent Claes Jansz 1 ½ deymt lants dat hij ons van sijnen eygenen goede opgedragen heeft, geheten Harmeslant, gelegen in Catwoude an die westzijde naest gelant Jacob Jansz, oost: Barber Elbert Jacobszoens weduwe mit horen kinderen. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een roode sperwer

mannen: Walraven Florysz, Johan Reynoutsz, Pieter Claes Reynoutsz

1366-05-29~ |

R.A.H. Coll Aanw 50 fol 87/Reg B. Bloys Cas D fol 102v
Jaartallenindex

Heynric Buffel wert [er staat: uter] man myns heren Jan van Bloys 29 dagen in Mey in Dreyschier van enen gemete land dat hem myn here verlof gaf uyt te moeren onder hun an t nyewe Dreyscier ende daervoor droech hi minen heere op een gemet land van zyn eygenen erve liggende in t Nyewelant beoesten Duveland onder den grave liggende in Spentwijc daerne myn heer van beyden op ontfenc te mannen ende te houden tot een onversterfelijk erfleen

1348~ |

R.A.H. Coll Aanw 50 fol 12/Reg B. Bloys Cas D fol 1~
Jaartallenindex

copia litterae domini Rassonis de Cruninghen. Jan van Henegouwen oorkondt dat wi gegeven hadden heren Raessen van Cruningen, 4 gemeten land gelegen in Weltenwerve, die Hillemeten, die ons anecomen waren van eenre joffrouw die men hiet Lysbeth Wissendochter, nonne, van ons te lene te houden. Van welcker lande als hi ons doet verstaen hem dene helft af ontweldight werd. Waerom wij hem geoerlovet hebben ende oerloven d'ander helfte te vercoopen, ghelyc of syn eygen ware, want hi ons gelovet hevet van sinen eygenen erve also vele weder op te dragen. Ende des heet Alout sinen open brief van bewisinge [zonder datum]

1353-01-03 (1352) |

R.A.H. no 38 fol 11/Reg EL 28 fol 6v
Haarlem Algemeen

item heeft mijn Heer met sinen brieven bi der stede van Haerlem mr Dieric van Thienen en bi Willem Willemssone, rentmeester van Kennemerland en Vriesland, vercoft hebben in vrijen eygenen Gherart Suutvoet, Clause van Bakenesse, Jan van Schoten en Matheus Gijsbrechtssone, 6 morgen veens leggende in Bennenbroecke op die suytside lanx Jacob Gelbrantssonens vene en sijnre gesellen, streckende van den Houte toet in die Mere, elken morgen om 25 oude schilden, beloept 150 oude schilden. Met belofte van vrijwaring in allen manieren alse Willems van Spernewoude ende Boudijns van Geervliets brief hout voers. Gegeven en geteeckent bi denselven luden

1479-05-01 |

G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 756
Jaartallenindex

Willem Symonsz, schout van Narde, oorkondt dat Heynric Clementsz erkent schuldig te zijn aan Meynaert Aertsz en diens vrouw Eijb Gheriit Jansdochter tot een lijfrente, gedurende hun beider leven, van 9sc sjaars, elk schild van 14st. Welke rente hij verploghen heeft op een weer lants te Narde, ende is streckende van die Uterbuert tot an die Miert [?], ende oestwart an leit een weer lants ende hiet dat Gheylweer, ende westwart an leit een leenweer dat men te leen houdt van mijn heer van Egmont, gheliken ander buerlants. Bij niet betaling mag Meynert dit land eygenen. Hier waren an ende over als buerlude: Willem Roelofs ende Jan Willemsz. Ende want wi tughen voers. selve gheen seghel en ghebruken verzoeken zij Willem Roelofsz, den schout van Achtienhoven, voor hen te zegelen

Beresteyn, van | 1613-12-04

Not Arch Nicolaes Jacobs Amsterdam no 377 fol 476
Achternamenindex

Pieter Warnaertsz Kistgens, oud 38 jaar, attesteert tbv Coenraet van Beresteyn, dat hij ge..ge op 1613-01-04 geleverd heeft aan Henrick Jansz, laeckenbereyder, 4 stucken witte bombasynen, bedragende tesamen 50 Carol gld, ten eynde de selve Henrick Jansz daervan soude betaelen, gelyck hij oock beloofde te betalen aan den producent gelijke 50 gld over een jaar rente verschenen de 1613-01-01 van een schepenkennis en obligatie van 625 gld capitael; 06-12 d.a.v. doet notaris Jacobs een insinuatie over deze zaak, "in den name ende van wegen Coenraedt van Beresteyn soo voor desselfs weeskinderen als in sijnen eygenen name" aan Henrick Jansz lakenbereyder

1372-07-15~ |

R.A.H. Coll Aanw 50 fol 112v/Reg B. Bloys Cas D fol 125
Jaartallenindex

Jan van Bloys hertoge van Gelre oorkondt: want ons Jan Hughenz, onse baljuw in Dreysscier opgedragen heeft van sinen eygenen goede 5 gemeten lands in onsen lande van Dreyschier after syn huys, noord: wi selve, zuid: Jan Hughenz selve, oost: die Heerwech, west: Gielis Henricsz. Soe hebben wi daerom om dienst die ons die voirs Jan gedaen heeft, aan Janne den middeldyc van den oistpolre die Jan en andere van onsen luden in Dreyschier bedyct hebben, alsoe als der seedyck van den oestpolre gaet of ende an den voors. middeldyc in der maniere dat hier volget: dat Jan voirs ende sine nacomelingen de voors. 5 gemeten lands ende dien middeldyc houden sellen tot een recht leen, na Jans doot te comen op sinen soen die hi heeft ende op die sone die hem God verlenen zal van jvr Heylwigen, nu ter tijt sinen wive etc. (zie 1372-05-19)

1353-01-03 (1352) | Bennebroek

R.A.H. no 38 fol 11v/Reg EL 28 fol 6v
Haarlem Algemeen

item heeft mijn Heer met sinen brieven bi der stede van Haerlem mr Dieric van Thienen en bi Willem Willemssone, rentmeester van Kennemerland en Vriesland, vercoft hebben in vrijen eygenen Jacob Gelbrantssone en Jan sinen broeder, Jan Scoudije, en Jan Clayssone van Spernewoude en Ghijsbrecht van der Hurst, 6 morgen veens leggende in Bennenbroeck, streckende van den Houte tote in die mere, leggende alrenaest der Borchgravinnen veen van Leiden, uijtgenomen 6 mergen veens, die daer tusschen leggen, elken morgen om 35 oude schilden of 24 Vlaemsche gesellen voer elken schilt, beloept 210 oude schilden. Item hebben dieselve persosnen voers ses morgen veens gecoft tiegen onse lude voers, op die suytside naes daerangelegen, van den Houte streckende tot an die Mere. Elken morgen om 30 oude schilden, maken 180 oude schilden Dit coemt in sommen 390 oude schilden. Voldaan. Vrijwaring als belooft aan Willem van Spernewoude en Boudyn van Geervliet. Gegeven en geteeckent bi denselven luden