2 resultaten
Grebber | 1579-06-09
Schepenrol Monnikendam no 3537
Achternamenindex
schepenvonnis Monnikendam: tussen Jan Grebbersz en jonge Arent als voogden van Jan Claesz Zoetendoots kinderen, dat Eeff Reijnes, de huisvrouw van Krijntgen t Leven zal opleggen en betalen alsulcke bedaengde penningen, 19 gld en 50 gld etc. Op 24 november d.a.v. genoemd: Jan Jacobsz Grebber , voogd van Jan Claesz Zoetendoots kinderen en Eeff Reijnes; 1582-02-24: schepenvonnis: Arent Claesz is ontseijt van synen eysche en de verweerder vrij ende geabsolveert van de voors eysch
1330-04-09 |
Van Mieris II p 495/Reg E.L. 11 fol 24
Jaartallenindex
graaf Willem oorkondt: dat de stad Utrecht met haar hulpers ter ener-, en Heynric van der Lecke en zijn hulpers ter andere zijde, de uitspraak over hun twisten aan hem verbleven zijn. De uitspraak luidt: 1) alle gevangenen zijn vrij, zonder kost of schattinge, 2) wat Heynric c.s. van de stad "opgheboirt hebben" en omgekeerd "segghen wi quite", 3) voirt seggen wi alle eysche jof rechte, dat Heynric van der Lecke of zijn vrouw jvr Margrieten van Haghensteyn eyschen of hebben mogen teser tyt an den huse te Lichtenberch quite, ende des huys also verre alst hem anlopen en mochte der stat voirs. vrieliken te bruken, 4) de stad Utrecht zal "stillen al diegenen, die scade genomen hebben" van Heynric van der Lecke en zijn helpers, en ook omgekeerd, 5) beide partijen schelden elkaar de wederzijdse eisen quijt, 6) de graaf zegt geen seggen van den knape die de schout van Utrecht met zyn hulperen wonte [te lezen: wondde ?] binnen den gerecht van der Nieuwervairt, alse van den rechte dat heren Willem van Duvenvoirde daerof toe behoirt, mar van den knape seggen wi een alinghe soene