7 resultaten
1570 |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 306
Jaartallenindex
Anna Peter van Doeijenborchsdochter, weduwe Jan Foeijt Petersz, nomineert haar kinderen tot haar erfgenamen, nl haar zoons Henrick Foeijt, Jan Foeijt, Harmen Foeijt, haar dochters Alijt huisvrouw van Gillis Blocx en Catharina Foeijt, mitsgaders Peter Foeijt ende Joanna Foeijt, de kinderen van haar zoon Peter Foeijt, geprocreert bij zijn huisvrouw Beligien Gerrits; 1570~: Harmen van Doeijenburch, zijn vrouw Margriete Henrick van Aelstendochter legateert zijn zuster Anna Jan Foeijten weduwe, ½ hoeve lants tot Werkhoven, item aan zijn zuster Cornelia Jan van Zantensdochter etc. nae haer doot te erven op de kinderen; 1573-10-22 en 1574-10-02: Harmen van Doeijenburch, huismeester van het H. Cruijsgasthuis buiten Utrecht
Hey | 1573
Batavia Illustrata bl 1042
Achternamenindex
Willem Foeijt, overleden 1574 te Utrecht x Barha Oem van Wijngaarden, overleden 1573; hieruit: Magdalena Foeyt x Willem van der Burg; hieruit: Digna van der Burg x Jan Hey van Sevender
1566 |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 306
Jaartallenindex
mr Anthonis van Doijenborch, makende testament, legateert sijn broeder mr Hector van Doeyenborch, ende institueert voorts tot zijn erfgenamen joffr. Sophia Evert van Doeyenborch, sijn broeders dochter, Adriaen Rams huijsvrouwe, ende stelt tot executeurs Anthonis Foeijt en Adriaen Ram
1515 |
Kroniek Hist Gen Utrecht jg 1853 p 478-480
Jaartallenindex
rekening van de schutmeesters der stad Utrecht: van Jan Bruijn, van Amsterdam, salpeter gecoft, bi beveel des Raets mit des Raets gescicten Gerrit Claysz en Gerit Foeijt. Egbert van Gruenenberch en Henrick Jansz kopen van een man uit Mechelen 196 blauw stenen cloten. Mr Jan Pietersz, busscieter, reist naar de busmeester van Mechelen. Pons Lubbertsz helpt een noodslang op de singel te brengen. Cryn Henricsz der stede bode reist naar Mechelen. Willem Henricsz mesmaker, der stede bode, is utgeweest van der stad wegen an Frerick van Renesse int hoge hoff, beruerende der stat bussen Claes Victorsz, mr Henrick die busmaker, Egbert van Groenenberch, voortyts burgemeester
1515-02-10 |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1114
Jaartallenindex
Geertruijt Anthonis weduwe van Lochorst, Eelgis, Alert, Claes, Gerrit, Jan, Joest, Agnise ende Mechtelt, haar kinderen bij haar man Anthonis van Lochorst, oorkonden dat zij overgegeven hebben aan Jan de Ridder alle recht en toeseggen dat wij elcx hadden aen de 12 morgen lants mitter hofstede in Overlambroeck te Goeij wert, in het gerecht van de Domproost van Utrecht, daer Anthonis int laetste van sijn leven op te wonen en te gebruken plach, belend boven: Jan die Ridder met nog 12 morgen lants met zijn medewerkers
zij verzoekt Pieter Foeijt en Anthonis Bevelant voor haar te zegelen
1565-07-09 |
Ms Opstraeten III fol 1485/Gaasbeek
Jaartallenindex
vrouwe Cornelia van Driebergen, weduwe here Gerrit van Lochorst, ridder, een weert genaemt den hogen Roetvoet, haer aengecomen bij dode van haer zoon here Willem van Lochorst, ridder. Hulde doet haar zoon Vincent van Lochorst
present: Anthonis Foeijt, Philips van Renes, de bastaard, Hubert van Culenborch
1541-06-06 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Kennemerland fol 48-51v
Jaartallenindex
regering van de stad Utrecht oorkondt dat Jan Foeijt en Claes Gerritsz van Rijn getuigden vanwege Frans van Nieuwrode, Raad van den Hove en Provinciaal van Utrecht, dat zij erbij waren als leenmannen van de hofstede van Nyenrode in 1541-04-21, gecomen en gecompareerd zijn voor die heerlijkheid, hofstede en brugge van Nyenrode, Jan Ysbrantsz Fox speciaal gecommitteerd van Josyna van Schagen, om uit haar naam op te dragen in handen van jhr Willem Turck, bezitter der hofstede van Nyenroede, alle percelen van leen van voorn. hofstede, tbv Frans van Nyenrode. Toen zij voor het voors. huys kwamen vonden zij de ameye open en zijn met getuigen over die brugge tot aen de poorte van den huyse gegaan, die ook open was, en een dienre gevraagd om jhr Willem Turck te spreken. Toen kwam heer Frans, cappellaen van jhr Willem, en zei dat jhr Willem koorts had en niet komen kon, of hij de boodschap kon horen. Jan Ysbrantsz Fox verklaarde dat hij gekomen was namens de vrouwe van Schagen om de lenen over te dragen aan Frans van Nyenrode, en Frans verklaarde dat hij mede namens zijn neef Eernst van Nyenrode gekomen was, en verklaarde zich bereid de verschuldigde heergewaden te betalen. Deze boodschap bracht de kapelaan over aan jhr Willem, die vervolgens eiste dat de percelen van lenen in geschrifte overgelegd zouden worden, waarop aan de kapelaan copie authentyq overhandig werd. Jhr Willem weigerde daarop Frans met de percelen te belenen "zo hij die sententie bij den Hove van Utrecht ten voordele van die vrouwe van Schagen en tot zijn achterdochte te renunchieren als hij Aernt die pander voer antwoorde gegeven had, ten tyde dat hij hem die voors. sententie insinueerde". Daarna hebben Jan Isbrantsz en Frans van Nyenrode tegen deze weigering geprotesteerd en certificatie en getuigenis daarvan begeert, hetgeen de oorkonders thans doen (vgl 1540-11-27, 1542-02-19)
getekend Jan van der Voort in absentie