Bedoelde u soms?
fockert | foeijert | foeyert | foije | foijers | folkert | folpert | foyert

14 resultaten

Foyert | 1457-03-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 20
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Dirck Foijert hem in vrijen eigendom opdroeg 3 morgen land in het gerecht en heerlijkheid van Lyenden, geheten "dat Eerlant", belend oost: de abdij St Paulus, zuid, west: Dirck Foijert, noord: de straat geheten die Meyerstraat, en vervolgens wordt hij ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; "item dit heeft ontfangen Dijrck Foijert sijn soen"

mannen: Gerrit Scade, Peter van Schonenborch

1476< |

Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 494, 495
Jaartallenindex

dit is alsulcke dijck als van den gericht van Lienden gelegen is end in eenen ijgheliken synen dyck van beneden opwaert tot des papenstege toe: 1) Trude Slewen neffens hoer anschot omtrent 10 ½; 2) die heerlicheit van Lienden, 15 roeden; 3) Dirck van Elten, 8 roeden; 4) Willam Wijnaltsz, 7 roeden; 5) die abt van St Poulus, 28 roeden 4 voet; 6) die buer van Lienden, 4 roeden; 7) Jans ende Dircks erfghenamen van Groetvelt, 3 roeden; 8) Henrick Foijert, 1 roede; 9) die heren van Merrijendael, 4 roeden; 10) Pieter Wijnaltsz, 4 roeden; 11) 13 roeden verloren dijks die zijn ½ gegeven den abt van St Pauwels, andere helft gegeven Peter Wynaltsz; 12) die abt noch 8 roeden dycx; 13) daer naest Peter Wijnaltsz tot Hermans dijck van Oemeren; 14) Herman van Oemeren sijn aenschot; 15) die heericheit van Lijenden daer na hoer anschot; 16) Jan Foijerts erfgenamen daer naest; 17) Bely Zuermonts ende haer kijnder, daer naest haer anschot; 18) die kerc van Lijenden, idem; 19) die beghinen tot Rhinen, idem; 20) Jan Foijerts erfgenamen, idem; 21) die heerlicheijt van Lijenden, idem; 22) die pastoer van Lyenden, idem; 23) der capellen van Verhusen, idem; 24) die abt van St Pouwel, idem 35 roeden; 25) daerna Ot van Meerten; 26) daerna des H. Cruijsaltaer tot Lijenden 1 roede; 27) die pastoer van Lyenden daer naest 2 roeden gegeven; 28) Deenken Foijert Arnt Walravensz en Dirck van den Brenck 2 roeden dycs; 29) heer Goijert Jager van der capellen weghen, 3 roeden gegeven; 30) heer Goijert Jagher van der capellen weghen sijn anschot teghen die weem tot Verhusen; 31) daarna Jan Vonck Gerijtsz ende Haes van der Meije, 1 roede; 32) die kerck tot Lyenden, 1 roede; 33) onse vrouwe tot Verhousen vijff roeden dycx; 34) Ludolfs erfghenamen van Hoeve en Gherijt die Kemp, 6 roeden; 35) die abt van St Pouwel, 4 roeden; 36) Dirck Foijert, 1 roede; 37) Roelof van Mouderick, 1 roede; 38) Jan Foijerts erfgenamen, 1 roede; 39) die kerck van Lyende, 1 roede; 40) daernaest Henrick Foijert sijn anschot; 41) daernae die heerlicheijt van Lyenden, 4 roeden dycx; 42) Deeuken Foijert, Dirc Foyert en Geerfaes Zuermontsz, 4 roeden; 43) Goessen Maessz, 9 roeden; 44) Gosen die Leeu, 9 roeden; 45) daernaest die abt sijnen dijck, 37 roeden; 46) daernaest die heerlicheijt van Lyenden, 6 roeden; 47) Deeuken Foyert, Dirc Foijert en Dirc van Derthusen, 5 roeden; 48) heer Hubrecht van Mouderick op den Coekamp, 12 roeden; 49) Deuuken Foijert, Claes Jan Claesz en Margariet Jan Claeszdochter, 8 roeden; 50) Gosen die Leeu, 3 roeden

1476< |

Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 494, 495
Jaartallenindex

vervolg "alsulcken dijck in den gericht van Lienden": 51) Dirc van Zoemeren, 4 roeden dycx ende 4 voet; 52) heer Jacop, priester tot Ysendoren, 3 roeden; 53) die heren van Mariendael, 2 roeden; 54) Gerefaes Gelisz, 1 roede; 55) Deeuken Foijert, 1 roede; 56) die heren van Mariendael, 1 roede; 57) die heerlicheijt van Lyenden, 19 roeden; 58) Gherit Doijs, Jan van Meeren Stevensz, Geerfaes van Ham ende Geerfaes Maesz, 3 roeden onder hem allen; 59) Geerfaes van Groetvelt, 1 roede; 60) Haes van der Meijen, 2 roeden dycx; 61) Hubrecht van Triest, 1 roede; 62) Elijs kinder van Beijnhem, daer naest; 63) die abt daer naest; 64) Elijs kinderen van Beijnhem daer naest, dus voor en na de abt hebben zij 27 roeden dycx; 65) Huesen Hermansz daernaest, 14 roeden; 66) Hubrecht van Triest, 2 roeden; 67) die heerlicheijt van Lyenden, 15 roeden; 68) Dirc Foijert, 8 roeden; 69) Eerst van Ewick, 4 roeden; 70) die heerlicheyt van Lijenden, 41 roeden; 71) Elijs kijnder van Beijnhem, 12 roeden; 72) Deeuken Foyert, 1 roede; 73) Dirc Foijert, 2 roeden; 74) Henric Foijert, 1 roede; 75) die heren van Mariendael, 3 roeden; 76) Henric van Loenen, 1 roede; 77) Hubrecht van Triest, 1 roede; 78) die kerc van Lienden, 1 roede; 79) Jan van Meerten en Dirc van Elten, 1 roede; 80) Geerfaes Jelisz, 1 roede; 81) Jan Claesz kijnder, 1 roede; 82) Jan Bor, 1 roede; 83) Geerfaes Zuermontsz, 1 roede; 84) Maes Roelessz, 3 roeden; 85) Deeuken Foijert, 4 roeden; 86) die pastoer van Lijenden, 9 roeden; 87) Hubrecht van Triest, 1 roede; 88) Wouter uten Asschengaat, 1 roede; 89) Andries Schuerman, 1 roede; 90) Lijsbeth Spaens, 4 voet dijcx; 91) Alijt Jan Claeszdochter, 4 voet; 92) Jan Noest van Renen en Jan Noest Gerijtsz, 1 roede; 93) Rutger Dirksz en Arnt van Zoemeren, 1 roede; 94) Geerfaes Maesz, 1 roede; 95) Herman Henricsz, 1 roede opt Oert; 96) Henric Foijert, 1 roede op die Buijcrot; 97) Dirc van Elten, 2 roeden, die een op sijn hofstat, die ander op sijn buijcrot; 98) Dirck van den Brenck, 1 roede; 99) Gheryt van Groetvelt, 1 roede; 100) Jan Foijerts kijnder, 1 roede; 101) Bernts erfgenamen van Broechagen, 4 roeden, 102) Elijs kinder van Beynhem, 8 roeden; 103) die heerlicheyt van Lyenden en de abt van St Pouwel, 28 roeden

Beijnhem, van | 1470-06-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 41
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan van Beijem draagt op: 1) stuk land geheten "die Langweyde", belend oost: heer Geryt Foijert en St Mariendael, zuid: Hubert Foijert, noord: Henric Hollen erfgenamen en Herman van Oemeren, west: de heerlijkheid van Lyenden, 2) een stuk land van 5 morgen (8 morgen ?) geheten "die Dijstelweyde", oost en west: Hubert Foijert, zuid: de St Paulus abdij, noord: Mariendael, 3) lande geheten "die Buijckreet", 7 morgen groot, belend oost, noord: de abdij van St Paulus, zuid: de gemeen straet, west: Michiel Vrient, gelegen in het gerecht van Lyenden; vervolgens wordt Geryt van Beynem hiermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, verder moet hij pacht betalen van 2 oude scilden per jaar

mannen: Daem van Lochorst, Wouter Foijert

Alijd Jan Claesdr | 1459-09-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 37
Voornamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc Foijert als een hof- en tijnsmeester, oorkondt dat Alijt Jan Claesdochter met Goesen van Ewijck als haar gecoren momber, hem opdroeg tbv Geryt van Grootvelt en Wolter Foijert als kerkmeesters van de kerk tot Lyenden, een hofstat land en erve met timmering en potinge in het gericht en kerspel van Lijenden, belend oost, noord: Jan Noist, zuid: een gemene straet, west: Dircs kinderen van Ham; de kerkmeesters ontvangen dit goed vervolgens in erftijns

tijnsgenoten: Claes van Triest, Jan Noist

Aelst, van | 1463-12-28

Leenregister St Paulus Utrecht 505 fol 38v
Achternamenindex

Dirc Foijert als hof- en tijnsmeester van de abt van St Paulus oorkondt dat Gheryt van Zomeren Dircsz en zijn vrouw Adriaen hem opdroegen tbv Harberen van Aelst de tijswere van 5 morgen land in het kerspel van Kesteren, belend zuid: de papelike prove van Kesteren, west: de heren van St Walburg te Arnhem, noord: de gemene straat

tijnsgenoten: Claes van Triest, Willem Zuermont

Foyert | 1457-02-14

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 42v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Dirck Foijert "onse knecht" als een hof- en tijnsmeester daarover stond toen Bartolomeus Foijert Gijsbertsz en zijn vrouw Heijlwich, Claes Heynricsz en zijn vrouw Gysbert, Henrick en Juliana, echte dochters van Bartholomeus met Claes Heynricsz als voogd, hem opdroegen tbv Wouter Foyert en zijn vrouw Eerst, ¼ deel van een huis en hofstat met timmering en poting, belend boven: de heerlijkheid van Lienden met de Rijnacker en Gerard van Beynem erfgenamen, beneden: een gemene straat, strekkende van de Brenck tot aan een gemene straat; afstand doen: Johan Foeijert tbv Wouter Foeyert en zijn vrouw Eerste voor ½, en Agnijes, vrouw van wijlen Wyllam Noest met haar zoon Gijsbert Noest als voogd voor ¼; Wouter en Eerst ontvangen het goed in erftijns tegen een tijns van 25 hoernse

tijnsgenoten: Johan Noest Gerfaesz, Zeger van Zoemeren

Aelst, van | 1463-12-28

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 38v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: hof- en tijnsmeester Dirc Foijert oorkondt dat Gheryt van Zomeren Dircsz en zijn vrouw Adriaen hem opdroegen tbv Harberen van Aelst de tijnswaer van 5 morgen land in het kerspel van Kesteren, belend oost: de papelike prove van Kesteren, zuid: de gemene straat, west: de heren van St Walborg te Arnhem, noord: de gemene straat, en hij ontvangt dit ten erftijns, tegen 11 scepel mout per jaar

tijnsgenoten: Claes van Triest en Willam Zuermont

Aelst, van | 1460-12-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 38
Achternamenindex

Dirc Foijert als hof- en tijnsmeester van de abt van St Paulus oorkondt dat Jan Vonck Hillensz hem opdroeg tbv Gheryt van Aelst, een camp land van 3 morgen gelegen in de kerspel van Lienden in de maelscap van Aelst, geheten die Moutcamp, belend oost: Arnt van Zoemeren met zijn kinderen, zuid: de landwetering, west: Arnt Walravensz, noord: de gemene straat, te houden in een goede onversterfelijke erftijns; ¼ deel van 7 mouwer mouts, dit tweedeel haver en dat derde deel wintergerst etc

tijnsgenoten: Jan van Meerten, Geryt van Grotenvelt

Aelst, van | 1460-12-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 38
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc Foijert, hof- en tijnsmeester van de abdij oorkondt dat Jan Vonck Hillensz hem opdroeg tbv Geryt van Aelst, een camp land van 3 morgen in het kerpsel van Lienden, in de maalschap van Aelst, geheten "die Moutcamp", belend oost: Aernt van Zoemeren met zijn kinderen, zuid: de lantweteringe, west: Aernt Walravensz, noord: de gemene straat, en hij ontvangt dit goed tot een goede onversterfelijke erftijns, ¼ deel van 7 mouwer mouts, dat twedeel haver, 3e deel wintergerst

tijnsgenoten: Jan van Meerten, Geryt van Grotenvelt