9 resultaten
1513-12-05 |
A.R.A. Sententien Hof van Holland no 488 no 81, 82
Jaartallenindex
Jan de Heuter, baljuw van Dirkslandt. Proces voor het Hof tussen Adriaen van Egmondt, impetrant in cas van reductie ter eenre zijde, en mr Claes van Bybersteyn, gedaechde anderzijds. Het Hof alleen conclusie genomen hebben ter fine van nyet ontvankelijkheid, beveelt dat geantwoord en conclusie genomen zal worden ten principale
1555-08-15 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 580/2, sub g
Jaartallenindex
schout en gezworenen van Nootdorp attesteren: zij hadden op verzoek van Catharina Jansdochter, weduwe Dirck Michielsz, en haar zwagers Adriaen Claes en Cornelis Cornelisz, aan Anna gevraagd of zij de koopovereenkomst wilde nakomen. Anna Rutgersdochter, weduwe Joost Gerritsz, had hierop bevestigend geantwoord. Catharina en haar zwagers verklaarden zich hierop te willen beraden; 1544-05-31: Claes Claesz en Claes Michielsz, zwagers van Catharina Jansdochter, leggen een verklaring af voor schepenen van Nootdorp (vgl 1555-01-14, 1560-03-02 (1559) en het proces 1541-1560)
Grebber | 1586-07-05
G.A.Amsterdam DTB fol 42
Achternamenindex
compareerde voor de huwelijkscommissie te Amsterdam Frans Jurriaensz, geroepen hebbende Trijntje Grebbers, mitte welcke hij seijde belofte van trouwe uytstaende te hebben. Trijntje erkent dat zij wel een wijle tijts met Frans omgegaan en verkeert had, maar op al zijn propositien van vryeren geantwoord had dat zij verloofd was met een ander. Tenslotte belooft Frans om Trijntje verder ongemoeid te laten en nimmermeer op de trouw belofte terug te komen
1517-11-03 |
R.A.H. Coll Aanw 241 fol 292/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
compareerden voor den Hove van Holland Heynrick van der Does, Dirck van Bekesteyn en Gerrit Jan Korstensz.z als heemraden van Rynland die metten anderen heemraden beschreven waren omme te commen doen heuren eedt volgens de brief van continuatie en ordonnantie van de dykgraaf dd 5 Oct j.l. o.a. inhoudende dat de heemraden de eed moeten doen in handen van het Hof van Holland. Nadat hun de ordonnantie voorgelezen was, werd hun gevraagd of zij de eed wilden doen of niet. Zij hebben geantwoord dat zij eerst met de andere heemraden wilden spreken, die deels ziek, deels in Brabant waren. Zij verlangden 14 dagen uitstel
Molenaar, de | 1304~
Van Mieris II p 403
Achternamenindex
verklaring afgelegd op 1326-10-01: Willem die Moilnaer, baljuw van Zuidholland oorkondt dat toen de Vlamingen te Geervliet waren, hij met Niclae van Putte en van Striene te Oosterhout was, en hem gevraagd had waarom hij een huis gebouwd had in Oosterhout, en dat deze geantwoord had dat de heer van Striene dat huis daar had doen maken, "ende thuys stonde in twiere Heeren lande, die Burch in Brabant, ende dat voirburch in Holland"
1542-03-18 |
Arch Gesch Kath Kerk Nederland jg 12 afl 1 p 63 regest 159, 160, 161, 162/Orig R. A. Antwerpen fonds Biezelinge
Jaartallenindex
keizer Karel V draagt op verzoek van het convent van Biezelinge aan de 1e deurwaarder op om Cornelis Willemsz Shooff en de schepenen van Schore te dagvaarden voor het Hof van Holland, aangezien de voorn. Shoof, ontvanger van het schot in Schore, onder voorwendsel dat de 260 gemeten land voor [sic !] het klooster in Schore niet langer schotvrij zouden zijn en niet langer "..er levering" (?) zouden staan, de schepenen van Schore, die simpele lieden zijn, er toe had gebracht beslag te leggen op het land omdat de gebruikers ervan geweigerd hadden schot te betalen. Ingelbertus de Palude, deurwaarder van de Grote Raad te Mechelen certificeert dat hij Cornelis Willemsz Schoef op 20 maart voor het Hof gedagvaard heeft, waarop deze hem heeft geantwoord, dat hij aangezien hij in Mechelen woonachtig is, niet voor het Hof van Holland, maar alleen voor de Grote Raad gedaagd kan worden (geen datum); 1542-04-02: Jan Danvers, deurwaarder van de Grote Raad, certificeert dat hij naar de parochie van Schore is gereisd en aldaar de schepenen Eewout Macharisz, Claes Pieersss, Jan Symonss, Mathys Jansz en Cornelis Jacopsz, gedagvaard heeft voor het Hof van Holland, ter oorzake van de door hen aan Cornelis Willemsz Schoof toegestane beslaglegging op land van het klooster Jerusalem. Waarop schepenen in presentie van de schout Aerent Cornelisz hebben geantwoord dat de zaak hun niet aanging; 1542-04-08: schepenen in Score oorkonden dat Arent Cornelissz als gemachtigde van Cornelis Heyndricsz op 6 april beslaglegging op het land van het klooster heeft geeist voor 22£ 8sc als schot over de oogst van 1541, tegen welke beslag Jan Cornelisz van Crammendick namens het convent heeft geappelleerd
Eewout Macharisz, Claes Piersz, Arent Cornelisz, Matijs Jansz en Cornelis Jacopsz, schepenen in Score
1559-02-08 (1558) |
G.A. Haarlem Inv I no 2048, 2052 Lade J/Arch St Maarten of Brouwersgilde Haarlem
Haarlem Algemeen
Huybert Stockman, extraordinaris deurwaarder bij de Groote Raad van Mechelen, oorkondt dat hij zich op verzoek van regeerders van Haerlem op 7 Febr. te Haerlem vervoegd heeft aan de woonplaatsen van Claes Adriaensz Hals, Govaert Frericxz, Floris Jansz, Matheus Jansz, Dirk Sijmonsz en Jan Pieter Kiesz, Wyger Coucebant, Joesse Gerritsdochter, Jacob Conninck, mr Huijch Bollen, Lauerijs Bitter, Wyger Willems van Paenderen, de kinderen van wijlen mr Witte Rucham, Havick Pietersz, Symon Jansz van Schoten, Frans Joostsz, Adriaen Jansz Kies, Tiet Huijgendochter, Luyt Ghysbrechtsz, en hen gedachvaart heeft om op 17 Febr. te compareeren, en dat hij hun mede namens den koning op een boete van 100 g. Realen verboden heeft dat zij hangende deze appèlzaak iets zouden doen, en het gedane ongedaan moeten maken, ende vermits d'absentie van Claes Adriaensz, Floris Jansz, Matheus Jansz, Dirrick Haselaer, Wyger Cousebant, Simon Jansz Schoten, Luyt Ghysbrechtsz, hebben hun huisvrouwen geantwoord dat zij dit hun mannen zouden overbrengen. Aangehecht mandament van dagvaarding van het Hof dd 1559-01-06 (1558) in gevolge het bevel van 1558-12-02
1543-07-21 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 276v, 278v
Jaartallenindex
jvr Machteld van Bronchorst, weduwe van Franchois van de Werve, geeft te kennen, uijt name van haar onbejaarde zoon Joost van der Werve, hoe dat haar man François op 1541-04-28 overleden is, in zijn leven beleend geweest is met de heerlijkheid van Ghysenkerke, gesuccedeerd op haar zoon Joost. Dat zij verwacht had dat de erf-voogden van haar zoon Joost, die toen 11 jaar oud was, doch niemand van deze had dit gedaan, zodat zij zelf in het beginsel van de meimand 1542 belening gevraagd had aan haar vader Andries van Bronchorst, om te spreken met Cornelis Barthouts, griffier van de lenen, om dit leen namens haar zoon te ontvangen, hetgeen hij geweigerd had te doen zonder procuratie. In augustus had Andries hetzelfde weer verzocht, waarop de griffier had geantwoord dat hij hierover met de heer van Assendelft moest spreken, die echter absent was. Zij vraagt nu aan de heer van Assendelft om Andries als grootvader van Joost te authoriseren het leen te verheffen. Dit request is op 10 jul j.l. in handen gesteld van de stadhouder. Op 21 juli wordt Andries van Bronchorst, ridder, mede Raad in denselven Hove, geauthoriseerd om dit voor zijn kleinzoon te verheffen. Op 1543-07-23 wordt Joost beleend en zijn grootvader doet de leeneed
leenmannen: Cornelis Barthouts, Willem Criep, Nicolaes Barthouds
1493-11-19 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Woerden fol 4v
Jaartallenindex
ick heere Henrick Obijn Claesz, pastoer tot Linschoten, kenne en certificere mit desen brief, dat Johan van Gommengijs voor mij gecomen is ende syn huisvrouw Deliaen, dien ick niet absolveren en mochte noch en woude noch geen sacrament gheven, ick en woude weten die waerachticheyt oft sij getrouwet volck waren ende off sij malcanderen gekerckganct hadde off niet. Op welke Johan van Gommengijs geantwoord heeft dat hij Deliaen sijn huysvrouw van haer eer geset heeft ende sijn eerste trouw gegeven heeft ende naderhant getrouwt ende gekerckganct heeft binnen die stad Utrecht in die Buerkercke, alsoo dat sijn kinderen geechte kinderen zijn, ende heeft daer sijn biecht op gedaen ende dat heilige sacrament ontfangen met Deliaen sijn getroude wyf. Noch hierenboven soo heeft Johan van Gommengys leggende in syn uyterste sacramenten binnen sijn vier stapelen, geleden ende geseyt en daerop sterven voor mij pastoer voorn. ende voor den gemeen bueren ende geswooren, dat Deliaen zyn eerste trouwe heeft, ende getrouwet en gekercganct heeft als voors. staet, alsoo dat sijn kinderen getroude kinderen zijn. Ende want dit aldus geschiet is voor mij ende den gemeenen buiren, soo hebbe ick dit geschreven met myns zelfs hant ende onderteyckent met myns zelfs handt teycken (vgl 1487-11-17, 1493-12-14)
Aerndt Vranckenz, Claes Dircksz, Claes Vranckenz, Pieter Gerytsz, Zybert Claesz, geburen en gezworenen