Bedoelde u soms?
gecoft | gecoll | gecom | gecomm | gecorte | gecost | geert | gekort | gemert | gemont | gerart | ghecort | goort

10 resultaten

1499-07

folio 50v XLII 1498-1501
Transportregister Haarlem

mr Michiel Henricsz is sculdich Pieter Symonsz de maetselaer 45 R gld. Mit voorwaerden of de voors. Pieter enige wijn ten huize van de voors mr Michiel haelde of dede halen, dat die gecort zal wesen van lesten dach

1570-04-05 |

G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 69
Haarlem Algemeen

Hubert Adriaensz Craenhals, volder, verkoopt Geryt Diricxz, mede volder, een huis en erf metten meesterije daerinne, gelegen op de Voldersgraft, zoals Hubert dat thans bewoont, aen d'een side: Hubrecht Diricsz, aen d'ander side: Willem Jansz Beijer, achter streckende aen de weduwe van Cornelis Keijser. Koopsom 400 Kar gld. Zijn schoonvader Claes Pietersz, ballemaker, borg. De meesterije is geestimeert op 100 Kar gld daervan t pontgelt gecort sal werden

Rembrand Jan Gheyenz | 1415

Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex

Rembrand Jan Gheyenz: van de sluzen en yvingwateren in Medemblikerambacht 155 £, daarof gecort 6 £ (845 fol 5); 1416: van idem 149 £ (846 fol 5v); 1418: bevist deze wateren namens de graaf, opbrengst 89 £ 8sc (848 fol 5); 1414: als in 1415, 155 £ (844 fol 5)

1431 | Mathenesse, nieuw

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 73/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

nota: in registro Northollandie anno 1431: Den pacht int nuwe lant van Mattenes die te Ludick hoort, placht te gelden 17 £ 15sc 8d, daer is of gecort 5 morgen en 1 hont van elke morgen 20 gr omdat se Danel Jansz bedyct heeft, so blijft den closter 14 £ 6st 8d. Den pacht in t nuwe lant die ten Berch [= St Geerdenberg] in t cloester behort, die placht te gelden 19£ 10sc 4d, daer gaet of van Danel Jansz dyken 2 morgen, die morgen 20 groten, so blijft den clooster 18£ 4sc 4d. Item die pacht die staet opt lant dat Willem Woutersz placht te wesen 3£. In Spirincsweer 3 morgen, in den Ketel pro 3 (? of 5) nobels. In registro anni 1434 dedi pro 1½ morgen lants cuidam ende 85 gerden in nuwe Mathenesse in Scidam 73 scuta Ph.

1537-03-11 (1536) |

R.A.H. Coll Aanw 246 fol 258v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

het Hof van Holland, gehoord het rapport van de commissaris uit het Hof belast met het afhoren van de rekening van Jan van Schagen, rentmeester van t Hontsbosch en Petten en Noollemerduyn, ordonneert den rentmeester om geen betaling te doen Claes de Wael als toesicht hebbende tot die werckluyden ende wercken die an tselve Hontsbosch gemaect ende gerepareert worden, dan voor zoeveel dieselve Claes continuelicken op tie wercken ende by den wercluijden toesiende is, sonder dat hij sal mogen gaan sitten drincken ofte een ander stellen in zijn plaats. Ook bepaalt het Hof dat die heemraedt die voer den tijt opt Hontsbosch ende Petten leggen sal, gehouden sal sijn aldaar continuelyck te blijven zijnen tyt geduerende, sonder op Sonnedagen of up heilige dagen thuys te mogen vaeren, of anders sal hem tselve aen zijn vacatien gecort worden. Ende dat daer maer één heemraedt teffens leggen ende sal omme te scuwen die costen van den lande

Sculp | 1433-05-04 - 1434-05-04

Rek Rentmeester Land van Arkel rek no 2153
Achternamenindex

landhuur op Hoirner en de Ghiessen: - de Donck, 9 morgen, ½ van de heerlijkheid, Gijs van Slewijck en Dirck Scolp per morgen voor 1 ½ scit en ½ constr; - Coudenhoven, ½ morgen, Ghijbe van Slewijck voor ½ B gld; - de Middelse borgelen, 5 morgen 5 hont min 20 schaft, Dirck Solreman en ..... per morgen voor 1 scilt, waarvan afgaat 7 hont die Alijt Scolpen toebehoorden; uitgaven: - erven Lambert Scolpen van jaargeld dat hij heeft op Jutte Wolparts hofstat, daar die Bergen staen; - Gysken Gaertsman gecort van banwerc, dat huert tot enen morgen lants in Middelcoep en Dirck Scolpen van graven an die helft van 9 mergen lants geheten den Donck

Beresteyn, van | 1556

Stadsrekeningen Amsterdam 1556 fol 102, fol 110, 1555 fol 102, 103
Achternamenindex

Stadsrekeningen: Ghysbert Jansz Berensteyn betaeld die somme van 141 gld over die darde leste custinge gevallen te Mey voorscr van zeecker zijne erve gelegen achter d'Oude Zydts school bij Bartelmeeus Bicker van hen gecoft ende bij der stede benaerdert tot verbeteringe ende ampliatie vant voorschreven schoel etc. 23 £ 10 st. Op fol 110: Ghysbert Jansz Berensteijn betaelt die somme van 4 gulden ende vierthien stuvers over gelijcke somme hem bij de tresorieren de anno 1555 gecort aen de eerste custinge van zijn erve gelegen achter t Oude Zydtsschoel bij Bartelmeeus Bicker van hem gecoft ende bj der stede benaerdert tot ampliatie vant zelve schoel, verschen te Mey LV ende dat van den halven wijncoop daerinne hij zeijt ende oick bewijst bij den zegsluyden onghehouden te weesen etc. 15 st 8 d. Ook in de Stadsrekeningen van 1555

Hughe Claesz | 1375-1376

Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex

Hughe Claesz: de grute in Vriesland 6 £, in Kenemerland 48sc (819 fol 11v); 1377 (820 fol 11v), 1379 (821 fol 14), 1380 (822 fol 11v), 1382 (823 fol 12v), 1383 (824 fol 10v): die grute in Vriesland 4 £, in Kennemerland 48sc; 1380: afterstal van de Soutbusch bij Vronen 2x 40sc (822 fol 1); 1382: (823 fol 15v) hem gecort van huur van land dat in de vloed verloren ging 6 (?)£; 1384-1385: afterstal van Vronen 11£ 10sc, land te Vronen 7£ 12sc (826 fol 3, 12v); 1385-1386: land te Vronen 7£ 12sc (827 fol 13)

1456-1457 (4) |

G.A. Haarlem Inv I 206 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen

(vervolg) (fol 36) Dirc Claesz voirs. ontvangt tegelijk zijn salaris voor 1 jaar, 12 £, Claes Willemsz van een tou turcken of te maken 3sc 4d, idem van der stede kannen schoon te doen maken en schoon te houwen 1 £, Katryn Symon van der Burchs weduwe ende hoir an der stede (?) ghebrac daer kennisse of is 8sc; (fol 36v) Gheryt in den Doelen van 2 repen an die Valbrug an die Grote Houtpoort 6sc; (fol 37) Symon in de Oudevaer van een reize die hi dede tot Brederode in die Kersdage met 3 magistraten om met de heer van Brederode te spreken; (fol 38) Huge die busschieter voir syn wedde 4£; (fol 39v) Jan Gherytsz de bode die bij de doodslag op Claes van Yperen en Gerrit van Noortich gewond in de Bilt achterbleef, voor zijn verdriet en zyns moeders reizen uit Haerlem naar hem toe 6£ 6sc; Goessen Steyn van zijn wedde vóór hem wederseit wert myns heren zwaard te dragen 8£; (fol 40) betaelt aan Willem Jacobsz midsomer, Gillis Gherijtsz c.s. ende him gecort is van t gene dat sij der stede sculdich waren roerende den papen in Haerlem als van hoeren exscoen 155£ 6sc 8d; (fol 41) 28 Mei Floris Engbertsz, Jacob Gherytsz van Hillegom, vroedschappen; (fol 41v) item gegeven Claes Persyn van 2 dagen reizens ghins en weder om boitscappen te gaen als om Pieter van Zaenden, Walraven die Weent ende Willem Florisz van Spernewoude ende anders waer doe die heren lest in den oghe geweest waren 16sc; mr Pieter Jan van een instrument te maken daermede mr Hughe van Ruven gemachtigt is te Leuven namens de stad te verantwoorden jegens Rolof van Barthem; (fol 43) gegeven Dirck van Zanen Meynertsz van 2 oude banneren ende van 28 cleyne schlditgens mit die wapen van Haerlem om voir die harberghen te zetten [oorlog met Deventer] 1£; (fol 50) Florys Aelbertsz en Dirck Jan, cokenmeesters in het heer; (fol 50v) Jacob Reynersz en Pieter Jan, vinders van de oude schutten van bier gehaalt tot Jacop Zanen 112£, Jan van der Meer van 5 tonnen dair men die turcken in besloech 13sc 4d

1517-12-30 |

R.A.H. Coll Aanw 241 fol 340-348/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

compareerde voor den Hove van Holland Jan van Barry, secretaris van denselven Hove ter eener zijde, en Jan Gheryt Boudynsz pachter ende bruiker van den huyse ende landen van Nesse ter andere zijde. Zij waren tesamen vergaderd geweest om te accorderen van de questien en geschillen die zij tegens malcanderen voer desen Hove vuytstaende hebben ter cause van de pachten en gebruik van de voors. goeden van Nesse, breeder geroert in zekere acte van eysch bij den voorn. Jan van Barry op 23 Nov 1517 tegen Jan Gheryt Boudynsz ingediend. Zij bekennen nu met alkaar geaccoord te zijn: a) aangaande de som van 300 R gld die Barry heeft geeist voor 6 jaar huur, verschenen 1495, 1496. 1497, 1498, 1499 en 1500 onderwerpen partijen de uitspraak aan heer Heynrick Willemsz, capellaen tot Montfoert en mr Mertyn Ex Alto, b) aangaande de som van 86£ 19 sc geeist voor de rest van 8 jaar huur van anno 1501 t/m 1508, met nog 40£ in het jaar 1509, wordt afgesproken dat hiervan gecort zullen 12£ die Jan Gerritsz in handen van mr Mertyn Exalto voldaan heeft en 6£ 10sc die Jan Gerytsz betaald heeft voor denselven Exalto in een gelach bij hem verdronken ten huize van Gerrit Zas te Montfoort. Jan Gerritsz zal tussen huyden en Dinsdagmiddag 12 uur binnen Schoonhoven in de herberg van de Herde bol betalen de rest, behalve de 18 gld die Jan Gerritsz zegt reeds betaelt te hebben, ende dat de voerscr Jan Gerritsz eyst voor reparatie van een steenen brug die hij geleyt zou hebben over de Linschoeten tot profyt van den huyse en landen van de Nesse 12 gld. Het geschil over deze 18+12 gld wordt aan arbiters onderworpen. Aangaande de 292£ 4sc bij den voern. Barry ⅓ geeist als huur voor de jaren 1510 t/m 1516, de somme van 41£ als pacht van het jaar 1517, zijn partyen geaccordeerd dat Jan Gerritsz aan Jan van Barry te zijnen huize in den Hage zal leveren 208£ als huur voor de jaren 1510, 1514, 1515, 1516, 1517, in twee termijnen. Hij mag daarop korten 1 Phil gld bij den voor Jan Gerytsz betaald voor een gelach verteert op ten huize van Nesse ter presentie van Mr Andries van Hargem en mr Cornelis Anthonisz. Van de jaren 1511, 1512, 1513 zegt Jan Gerritsz dat hij het goed van Nesse wegens de oorlog niet heeft kunnen gebruiken, en dat ook van de 208£ niet afgetrokken zijn de oncosten van de landen gevallen in de jaren 1510, 1514, 1516, 1517 meer dan een stuiver per morgen per jaar. Dit geschil wordt ook aan arbiters overgelaten. Item aangaende de eys bij Jan van Barry gedaan roerende t geboemt jegenwoerdelyck op t voors. huys en lande van Nesse staende, en van de schade bij hem gepretendeert uyt dien dat Jan Gerritsz enige boomen omgehouwen en t land uytgeteelt zou hebben, wordt geaccoord dat Jan van Barry eigenaar is en blijft van alle bomen. Hij trekt de eisch van vergoeding van omgehouwen bomen in. Aengaende t bouhuys, staende op t voergeburcht van de voers. huyse ende lande van Nesse, t welck Jan Gherytsz pretendeert hem toe te behoren, accorderen partijen dat deze questie in alsulcken state gestelt wordt als die huyden is tot St Jacobsdach 1526 toe. Worden zij het aldan niet eens, dan zullen zij hierover procederen voor het Hof. Voor de toekomstige huur wordt afgesproken dat Jan Gerytsz dat voorgeburcht van den huijse van Nesse met de cingelen, boomgaard en land in tijdelijke pacht zal behouden voor 10 jaar, dus tot 1528-02-22 (1527) voor 52£ gr Vls en 2 goede kaesen sjaers. Alle willige schoonen en willige boomen zal hij als brandstof mogen gebruiken. Als hij hiervan één omhakt zal hij er twee moeten bijplanten. Van één acker zal hij een boomgaard mogen maken. Indien Jan van Barry terugkrijgt de 10 hond land, die hij zegt tot desen huyse te behoren, en gebruict worden bij de pastoor en kerkmeesters van Linschoten, zullen deze niet bij de huur inbegrepen zijn. Oncosten van dijk- en molengeld moet Jan Gerytsz betalen tot een bedrag van 2 st per m. etc