16 resultaten
Arkel, van | 1283-04-29
De Fremery no 220
Achternamenindex
Aernt van Liesvelt en Ghysbrecht van Langheraeck bekennen: "want onse voorvaders [Matthaeus heeft hier iplv "vorvaders" "vaders". Bij hem ontbreken de woorden "in goeden gedachten"] heer Herberen van den Berch ende heer Wouter van Langheraeck, ridders, der goeder ghedachten, hebben ghezworen ende ghegheven vrijheyt den Nyewepoort tussen Ammers ende Lecke tussen floeytinghe Aernts ende Zegers, wij gheven vrijheyt den voors Nyepoirt"
1482-04-03 | Heemskerk, Castricum
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 187
Jaartallenindex
Engelbrecht Grave tot Nassouwen tot Vyanden ende heere tot Breda oorkondt dat hij "onse geminde nichte Joncvr Gillis van der Lecke Jan van Naeldwijcx Adriaenszoon geechte wijf"beleend heeft met alle die goeden ende renten van Castricom mit zijn toebehooren, dat huys van Hairlem gelegen tot Heemskerck metten lande, molen ende erve dat dairtoe behoirt. Item die gerechten ende heerlickheyden van beyde dorpen van Castricom ende van Heemskerck met zulcke rechten ende vervallen als daer toebehooren, hoer angecomen ende bestorven bij der doot van Adriaen van der Lecke, onsen neve saliger gedachten, hareen broeder, te houden van ons ende van onsen nacomelingen jvr Gillis van der Leck onse nichte voirs. ende haren nacomelingen tot zulcken rechte ende leene ende voirt in alre manieren ende voirwairden als die scheydinge voir dese tijt ghemaickt tusschen wijlen Heer Johan van Polaenen heere van der Lecke ende van Breda onsen lieven Heere ende saligen ouders an die een zijde, ende Phillips, Heynrick, Willem ende Dirck, alle onse over oudtomen saliger gedachten, an die andere, ende die oude hantvesten van desen, dat vuytwysen ende gegrypen. Hulde en eed doet voor haar haar man Jan van Naeldwijck
mannen van leen: Gherit heere tot Assendelft, Ghijsbrecht van der Mije, Gheryt Jacobsz
1469-04-12 |
Bissch Oud Arch Haarlem/Arch Karmelieten charter no 9
Jaartallenindex
Jacob Pietersz van der Clinge (zegel: .... vergezeld van 3 koppen [?]) en Claes Pietersz van der Clinge (.... vergezeld van 3 korenaren, tussen beide bovenste een vijfpuntige ster), gebroederen, oorkonden dat zij beloofd hebben te betalen aan OLVr broeders binnen Haerlem ieder 4sc grote erflike renten sjaers, staende op 4 gemeten lants, ons toebehorende, gelegen ter Hoge alhier in Walcheren in Westmonsterparochie, t welk Adryaen Willeboirtsz nu ter tijt in hure heeft, tot een eeuwige memorie van 2 missen per week voor jvr Margriete Ras en Pietersz wijf was, ons lieder joncfrou moeder saliger gedachten
1497-04-20 | Velsen
G.A. Amsterdam Cartul Reg St Jan fol 162v/Reg St Jan bij Amsterdam
Jaartallenindex
Jan Dircsz van Waterlant, scout toe Velzen, oorkondt dat Dirck Heymansz en Claes Moijert Dircksz, poerters van Amsterdam, verkocht hebben als voechden gemachticht van Jan Bout Jansz, tsaliger gedachten, bij syn levenden lijve, van sijn dochter Gheertruudt, bij consent van Vechter Baerntsz en Claes Stoter Stevensz alst die naeste vierendelen, den Can. Reg. van St Jan bij Amsterdam, een huus ende hofstede gelegen binnen den ban van Velzen, alzoo alst heer Claes van Assendelft toebehoerde ende gerumet heeft mitter doot, daer naest lenden of sijn west: Claes Halst, oost: die oestlaen, noord: die Hoftgeesterwech, zuid: Willem Claesz
schepenen: Geryt Mathysz en Gheryt Willemsz
1486-07-13 | Schoorl
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 297
Jaartallenindex
Heynrick van Thoerenburch, schout van Schoorel, oorkondt dat Aecht Arys Symonszoons weduwe met haar gekoren voogd Jan Pietersz heeft verkocht aan Jan van Assendelft saliger gedachten, een stucke weydlant gelegen in de ban van Schoorel, ende is gehieten die Mandeven ende is groot 17½ saes roeden dat belent heeft mit eygen ende mit erve: zuid: Jan Abbenzoen, west: denselven Jan voors, noord: Symon Dirick van Zaenen, oost: Brechteropper wech. Omme een somma van penn. die haar door Geryt heere van Assendelft al voldaen ende wel betaelt is. Als onderpand voor de vrijwaring stelt zij een acker geestlants gelegen in de ban van Schoorel voir Hillegont Reyers doer, ende is groot 150 roeden
1488-03-22 | Wijk op Zee
Arch Marquette no 1106 no 158/Cartul Assumburg
Jaartallenindex
Willem van Oichtwoudt oorkondt dat hij met consent van zijn vrouw Clemenis van Hoessen heeft verkocht aan Oetger Wouterszoen die cleyne thiende gelegen in den ban van der Wyck op Zee, gelegen tusschen het Hoflandt ende den dijck, zoe groet ende zoe cleyn alse mijn wijff anbestorven ende angeerft zijn, ende mit allen haeren toebehoeren, vrij sonder enich opseggen, sonder ende behoudelick die Grave van Hollandt zijns rechts alleen. Ende om die meeste vasticheyt zoe is die eersaeme joffrou Hillegondt van Hoessen, weduwe van Costen van Poirsen saliger gedachten, mijnen lieven suster ent wille consente van de voorsienygen Maerten van Buyten, schout van Beverwijck, hoere rechte voochte, myn waerborge geworden (vgl 1490-02, akte no 160)
tughen: Pieter Janszoen en Pieter Bartholomeusz; ook bezegeld door Jan van Treslong en Jacob van Poelenburch, ook op verzoek van Willem van Hoechwouyt
1476-10-02 |
Arch Marquette no 1106 fol D/Cartul Assumburg no 6 (no 206: Willem Enghebrechtsz)
Jaartallenindex
Willem Engebrechtsz, collator van een Cappelrye die Jan Vos Hoechstraet ende zijn echte wyff Geertruyt Willemsdochter tsaliger gedachten met gesamenderhant gesticht ende gefundeert hebben, welcke cappelrie gelegen is in St Elyzabethen susterhuys in den Hage, soe ist dat mij te kennen gegeven heeft die possessor off besitter van de voorn. cappelrie hoe datter binnen der stede van Delft in die Koerstraet gelegen is een huys daer twie £ Holl paeyments jaerlix op staen die dese cappelrye toe behoorende, clagende dat hij daer gheen betalinge op gecrijgen en kan. Hij verzocht daarom deze rente op een ander perceel over te zetten. Willem Engbrechtsz en mr Willem, priester, bezitter van deze capellrie, verzoeken nu beiden aan bisschop David van Bourgondië die rente van 2£ sjaers te willen oversetten op ander 2£ 's jaers die staen op een huys ende erve gelegen in den Hage in die Kerkstraet bij den voorsz zusterhuys, welcke huys ende erve den possessor van der cappelrye toebehoort (vgl 1476-10-06)
1498-09-15 |
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 186/Cartul Zeven Getijden Haarlem fol 36 regest 317
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat die kercmeesters van de parochiekerk van St Baef, gegeven en bewezen hebben aan de Getydemeesters tbv de Zeven Getyden, alsulc testament en bespreck als Gherijt van Berckenrode zaliger gedachten, den voirs. Zeven Getyden besproken heeft gehad, alsulke percelen van pachten op huizen en erven te Haarlem als volgen: 1) 15 schell goets gelts sjaars pacht op het huis en erf toebehorende Guerte Dirck Pietersz dochter, staende in die Cruijsstraat, belend an die een zide: mr Jan Bone soen, an d'ander zyde: Jacob Claesz Rootgen, afterwaarts strekkende an Dieuwer Jansdochter. In margine: "nu toebehoert Alijt Dirck Dircksz wedue", 2) 8 schell Holl paymets sjaers pacht op een huis en erf toebehorende Ysbrant Diricsz die dove, in Batte Jorisstraat, belend an die een zyde: Claes Baers, an die ander zyde: Jan van der Bouchorst, afterwaerts strekkende an Claes Baers voirs. In margine: "nu toebehoert Jan die backer"
Joest Gerijtsz van Bennebroeck en Pieter Jansz Raet, schepenen
1448-06-12 |
G.A. Haarlem no 2144a Lade Z
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Claer Gheryt Hollanders weduwe betaelde de wesekinderen voochden als Jan van Bekensteyn, Claes van Yperen, Claes Symon Allaertsz.z en Luytgen Camerouwersz tot Dirc van Zaenden's kinde behoef die hi gewonnen heeft by sinen wive joncvrouwe Lysbeth Jan Meeusz dochter saliger gedachten, daer mede by an ende over waren Pieter Jordensz en Claes Jansz als burgemeesters en raden der stad Haarlem, en Pieter van Riedwyc als maech van de kinderen voirs, ½ van 315 gouden Wilh Holl scilden als van den eersten dach doe den kinderen voirs. tot Kerstavont l.l, naer utwisinge des schepenenbrief die daer off is verschenen van hoiren aendele van der husinge ende erve die Claer voors. gecoft heeft ende Meynaert Claesz int lest van sinen leven beseten hadden ende hi ruymde metter doot, gelegen in de Vleeschouwersstrate. Ende die burgemeesters en Rade van der stede voirs. als over voochden, die wesekinder voochden en Pieter van Riedwyck als maech van de voirs. kinderen scouden Claer Gheryt Hollanders weduwe voorn. van der kinder weghen voirs. van der eersten dach voirgeroert claerlic quyt (vgl 1448-10-06)
Jan van Adrichem (zegel: een dwarsbalk beladen met schildje met klimmende leeuw) en Gheryt Jansz (een kruis, in de rechterbovenhoek zijn nog drie bolletjes te zien), schepenen
1519-01-30 |
Arch Abdij Egmond Inv no 374
Jaartallenindex
wij Jacop Goeswynsz Block ende Huijge Jacopz burgeren der stede van Amsterdam kennen ende lijden voer ons ende onse meede erffgenamen van Jacob Huygenz zaliger gedachten, ontfangen te hebben van den Eerwaerdigen in Goede Heren Meynardt Man, abt ende prelaet van Egmondt, dije somme van 120£ van 15 gr Vls elck pondt gerekent, ende dije tot offcorten van onser somme dye ons ende den onsen trestende [kostende ?] zijn van dije zaedt gelegen in den ban van Heyloo, die welck vercoft is myn here dije prelaet ende abt vers. In kennisse van desen soe hebben wij Jacob ende Huge dese quitancie ondergeteykent mit onse handen etc. Nog een ongedateerde brief waarbij de erfgenamen van Jacob Hughenz den abt berichten dat zij Jacob Hughenz zate te Heilo wel aan hem voor 2800 gld current willen overdoen, al mocht deze ook meer waard zijn. Onder staat: ghescreven by my Heynrick Jacob Bicker in octava Laurencii. Geadresseerd aan den abt, op het adres ook een merk. Nog een kwitantie van 1518-09-20 van Huyge Jacobsz, met zijn merk. Nog een van 1519-08-07 van Huyge Jacobsz en een van 1519-01-23 van J.G. Block en Huyge Jacobsz (vgl 1518-09-18<, 1518-09-18, 1520-01-28)