16 resultaten
1509-10-26 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 291, 293/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Philippe de Clinis van zijn penningmeester Geraerd Douze vernomen hebbende de weigering tot betaling zijner penningen betuigt deswege aan de Staten van Utrecht zijn ontevredenheid. Hij vordert deze schuld "al zou die u poorters vervolghen en doen halen tot aen de poorten van de stad Utrecht, want ic zie wel dat ic anders niet en zal connen totten mijnen geraken". Gedaan te Brussel; 1509-12-17: Philippe voors van zijn penningmr. vernomen hebbende dat hij tegen Kersmis zijn betaling kan erlangen, bericht aan de Staten van Utrecht, dat hij geen langer uitstel kan gedogen
Asperen, van | 1299-10-20
v.d. Bergh II no 1094; Van Mieris I p 613/Noordbrabantse Charters p 57
Achternamenindex
Otto van Hoeclem, knape, oorkondt dat hij zijn huis Wadenborch te Asperen aan graaf Jan opgedragen heeft en in leen gekregen heeft, terwijl de graaf nimmer zal gedogen dat er een huis gebouwd zal worden in het gerecht van Asperen dat de heer van Buren houdt van de heer van Kuyc, de moordenaar van zijn vader
Cuyk, van | 1299-10-20
v.d. Bergh II no 1094; Van Mieris I 613/Noordbrabantse Charters p 57
Achternamenindex
Otto van Hoeclem, knape, oorkondt dat hij zijn huis Wadenborch te Asperen aan graaf Jan opgedragen heeft en in leen gekregen heeft, terwijl de graaf nimmer zal gedogen dat er een huis gebouwd zal worden in het gerecht van Asperen dat de heer van Buren houdt van de heer van Kuyc, de moordenaar van zijn vader
1572-02-07 (1571) |
G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 119v
Haarlem Algemeen
Dirick van Heussen Claesz verkoopt Cornelis Diricsz Appelman een huis en erf opt Spaerne, by de Vischbrugge, an d'een zide: die stege en poorte van van Heussen onder den huize gaan, aen d'ander zide: die weduwe Claes Adriaensz, mandemaker, streckende achter aen des voors. Heussen's stallinge ofte turfschure. Koper zal moeten gedogen dat de weduwe van de voorn. Claes Adriaensz haar huis hoger zal mogen timmeren en zelfs het licht mogen betimmeren. Koopsom 950 Kar gld
Buren, van | 1299-10-20
v.d. Bergh II no 1094/Van Mieris I 613/Noordbrabantse charters p 57
Achternamenindex
Otto van Hoeclem, knape, oorkondt dat hij zijn huis Wadenborch te Asperen aan graaf Jan opgedragen heeft en in leen gekregen heeft, terwijl de graaf nimmer zal gedogen dat er een huis gebouwd zal worden in het gerecht van Asperen dat de heer van Buren houdt van de heer van Kuyc, wegens de deelname van de laatste aan de moord op graaf Floris
Arkel, van | 1299-10-20
v.d. Bergh II no 1094
Achternamenindex
Otto van Hoeclem, knape, oorkondt dat hij zijn huis Wadenborch te Asperen aan graaf Jan opgedragen heeft en in leen gekregen heeft, terwijl de graaf nimmer zal gedogen dat er een huis gebouwd zal worden in het gerecht van Asperen dat de heer van Buren houdt van de heer van Kuyc, wegens de deelname van de laatste aan de moord op graaf Floris
1604-05-06
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 58
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Overveen oorkonden dat Maynaert Claesz opgaf ten vrijen eigen aan Gerrit Jansz een huis en erf, groot 1 hont lant in de ban van Overveen, west: Balthasar Cornelisz, schout, oost: capiteyn Willem Ruychaver, noord: de Heerenwech, zuid: het Santvoerder voetpad t welck Gerrit Jansz aldaar zal moeten gedogen. Koper erkent deswege 725 Kar gld schuldig te zijn
Balthasar Cornelisz, schout, Theunis Jacopsz en Gerrit Maertsz, schepenen
1632-06-12
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 131
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Jacob Symonsz Campen, onse buerman, verkoopt aan de edele joncheer Sybrant van Alckemade 3 ackeren lants groot omtrent 1 morgen, leggende in de Zuijdergeest in de ban van Aelbertsberg, zuidoost: Jan Symonsz Campen, noord: de Beeck, noordwest: Cornelis Symonsz Campen, zuidwest: die wech. Koper zal een voetpad moeten gedogen dat over het land loopt. Koopsom 840 gld
Jan Jacobsz Dickman, schout, Gerrit Jansz All (met zijn merck) en Thobias Voet, schepenen van Tetrode
1351-02-04 (1350) |
R.A.H. no 36 fol 391/Reg EL 32 fol 565v
Haarlem Algemeen
hertog Willem etc doen te weten onsen goeden luden van onser stede van Haerlem gemeenlic, dat wi tot ander tiden an onse stede voirs. gheschreven hebben naernstelic dat si der Vrouwen van Waterland Heeren Jans Persynsdogter haer goed, dat roerende is van der grute ende van den hoppenen biere vrielic ende rustelic soud laten gebruken in allen manieren ende schine alst haer ouders gebruuct hebben des hoer niet geschiet en is, dat ons seer verwondert ende niet en staet te gedogen, want soedanich goed ons eygen is ende na haer doet ons toestaet te comen, waeromme wi u gebieden ende onbieden alsoo naerstelic als wi mogen, dat ghij der vrouwe van Waterland voorn haer goedt vors. vrijlic ende rustelic laet gebruken den voldoen van horen afterstalle, ende des en laet niet alsoe lief als ghi ons ende onse nacomelingen hebt, want wi ymmer onse goedt gelyc dat ons van onsen ouders aengecomen is ende onse mannen u horen rechte mienen en willen houden. In orconde etc gegeven Tordrecht (vgl 1327-07-24)
1602-05-10
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 33, 33v (23v ?)
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Overveen etc oorkonden dat Heinderyck Cornelisz Rijcken en Dammis Arijsz, houtcooper, beide poorters van Haerlem, transporteren aan Meynert Claesz Tetroode een huys met zijn tuynen aen beyden zijden van t selve huijs leggende, groot 1 hont land, tot Overveen, eertijts toebehoord hebbende Engbert Melisz, oude schout, aan de ene zijde: Baltasar Cornelisz, tegenwoordig schout, aan de andere zijde: de weduwe van Jan Mathysz. De kooper zal moeten gedogen het voetpad achter het huys lopende. Koper erkent deswege 725 Kar gld schuldig te zijn
Baltasar Cornelisz, schout, Cornelis Jansz en Ameedt van der Kuecke, schepenen