Bedoelde u soms?
gedoden | gedreven | geholden | geholpen | gevolgen

29 resultaten

Velle Heynkinsz | 1395-1396

R.G.P. 174 p 69/Rek Baljuw Rijnland fol 5
Voornamenindex

Waddinxveen: Geerland Kerstantsz, Floris Tassenz, Robbrecht Willemsz, Jacob Hughenz boedel, Dirc Zoetenz volre, Ghisebrecht Gerritsz, Velle Heynkinz, Claes Grotgenz, van dat deze tien man te na der waterkeer gedolven hadden 20 £

Mathenesse, van | 1454-08-14

Navorscher 1895 p 636/Van Mieris Vervolg bl 86/Arch Hoogheemraadschap van Schieland Reg A 8 fol 233
Achternamenindex

uitspraak van het Hof van Holland over de geschillen van wijlen Jan van Mathenesse met Ysbrand van Alkemade, baljuw en dijkgraaf van Schieland, over het bekeuren van die in Bleyswijk gedolven hadden

Alkemade, van | 1454-08-14

Navorscher 1895 p 636/Van Mieris Vervolg p 86/Hoogheemraadschap van Schieland Reg A 8 fol 233
Achternamenindex

uitspraak van het Hof van Holland over de geschillen van wijlen Jan van Mathenesse met Ysbrand van Alkemade, baljuw en dijkgraaf van Schieland, over het bekeuren van die in Bleyswijk gedolven hadden

Heenvliet, van | 1407-04-19

Reg Rotterdam en Schieland no 1672
Achternamenindex

hertog Willem doet uitspraak in het geschil tussen Huge van Heenvliet en zijn zoon Jan ter ener-, en de stad van der Goude ter andere zijde, over het veen dat die stad gedolven had uit hun tiende in het ambacht van Moerdrecht en bepaalt dat de stad zekerheid zal stellen voor de opbrengst van hun tienden naar het gunstigste jaar gerekend, of dat zij Huge en Jan geven zal een groot van elk last, dat gedolven wordt en dat door hen hiervan 2 keer per jaar opmeting zal plaats hebben, met bepalingen omtrent de inning

1544-02-01 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 211
Jaartallenindex

jvr Cornelia Adriaensdochter, weduwe van Vastaart Willemsz, met haar zoon mr Adriaen Vastaertsz als gecoren voogd, droeg op tbv onse welbeminde Raad en ontfanger van den beden en subventien over Holland en Vriesland, Willem Goudt, die nabeschreven percelen van goeden: 1) die ambachtsheerlijkheid, thienden, veeren, visserijen, vogelrijen van 5 gorskens: a) het gorseken strekkende van jonge Willems creke ter sluyse toe, b) van den sluyse tot Ruygrocks creke toe, c) den besten waart ter nieuwer creke toe die gedolven is; 2) den aenwas mitter ambachtsheerlijkheid, tienden, veere, visserijen, vogelrien van een gorsseken van gorsscheyt tot Manneuseed toe, die gedolven is; 3) dat gorsseken binnendijks metter ambachtsheerlijkheid als voren, binnendyks, alleen bij den voors. weduwe in den jare 1537 overgegeven is geweest Jacob Willemsz, die het in leen ontving; 4) ende van den Plate tussen Sommelsdyk en Melissant also als die bedyckt en onbedyckt gelegen zijn in den lande van Voorne, zulks als zij die van de heerljkheid van Voorne in leen hield. Vervolgens wordt Willem Goudt ermee beleend als leen van Voorne tot een onverversterfelijk erfleen

leenmannen: mr Jasper v.d. Hogenlande, Willem Pynsz heere tot Ofhem, Cornelis Suijs, onse Raden in de Camer v.d. Rade, Arent Sasbout, Raad extraord. aldaar, Cornelis Barthouts, Nicolaes Barthouts

Oem van Wyngaarden | 1436-04-02

Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 332
Achternamenindex

grafelijk leen: no 192A) 15 morgen [lees: 10 ½ morgen] in 100 morgen in Cotelveen in Lisse, belend zuidwest: Floris Oom van Wyngarden, noordoost: Jacob van Zandvoort, zuidoost: Gerrit Asselaar, van Leiden met weiland, noordwest: de wetering gedolven door Adriaen van Raephorst

1587-04-11 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 47
Jaartallenindex

schout en schepenen te Coedyck oorkonden dat Cornelis Jansz alias Nees Noomis transporteert aan Cornelis Jansz, moller, wonende op St Pancrasgeest binnen onsen banne, 4 snees lants gedolven van een stuk land genaamd "Camerscampke", gelegen binnen onsen banne, zuid: wijlen Reyer Gerritsz erf, west: die Rynsloot van de Vroondergeestmeer, noord: Nees Noomis voors. Onderpand een acker lants genaemt "het Block", groot 5 sneesen, zuid: die gemeen leen [laan ?], oost: die Afterwech, noord: de grafelijks vroonlanden

Jan Gerritsz, schout, Jan Cornelisz en Reyer Jansz, schepenen

Lockhorst, van | 1619-11-11

R.A.H. Recht Arch no 2869 fol 178v/Transportregister Weesp
Achternamenindex

de erfgenamen van Frerick Jansz ratificeren de koop van een leeg erf die Freeck Jansz in zijn leven aan Heynrick Boudewijnsz brouwer verkocht heeft; zij transporteren dit lege erf gelegen in de nieuwe stad over de nieuw gedolven gracht, belend noord: Harmen Roelofsz en Willem Elbertsz, zuid: Claes Willemsz

1538-02-23 (1537) | Amstelveen

R.A.H. Coll Aanw 247 fol 413-415v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

onsen lieven ende getrouwen die eerste ende andere onse raiden in Holland, baillu van Amsterlant, schout van Amsterveen, en allen anderen onsen rechteren en officieren dien t aengaen (…) Want te onsen kennisse gecomen is, dat vele ende diversche van den gegoeden ende geerfden binnen en buijten den dorpe van Amsterveen, overmits aldaer veele veenen ende moerlants gelegen es om torven te delven, souckende huerlieden eygen profyt t voers. goet ende landt te gronde toe vuyt te delven ende tzelve uytgedolven lant te abandonneren ende laten liggen voer die reeele lasten, te weten onse penninck, dykgeld, sluisgeld etc die de gemeene ingesetenen van den voers. dorpe te hooger betalen moeten. Het Hof bepaalt nu dat "niemand meer land zal mogen noch moeten uytdelven in Amsterveen dan vier dachvelden turfs, elck dachvelt van 16 roeden lengte, 4 voeten wyt en 10 turven diep, ende als sij die 10 tourven nyet en zullen moeghen halen 18 roede lengete, diep en wyt". Binnen het jaar moeten zij het gedolven land toemaken met sant off poertaerde. Op een boete van 20 Kar gld, waarvan ⅓ deel voor de keizer, ⅓ voor de baljuw en ⅓ tot profyte van t lichaam van de voors. dorpe van Amsterveen. Het Hof ordonneert de schout van Amsterveen dat hij iemand die vier dagvelden gedolven heeft niet zal mogen toestaan opnieuw te delven voordat hij het uitgedolven land toegemaakt heeft. Gegeven te Brussel

1408-03-03 (1407) |

R.A.H. 52 fol 86v/Reg I fol 62v/v.R. no 43
Haarlem Algemeen

hertog Willem verkoopt aan Gheryt Albout ten vrijen eigen 10 morgen veens gelegen aen des Graven Wech op t'een syde ende onse wildernisse optie ander sijde, streckende aen beyde syden van der vaert die dairdoor gedolven is. Met verlof om te delven geliken den anderen veen die gelegen is tusschen Grietenbrugge ende des Gravenwech. Voert so syn voorwaarde dat dese veen wegen sal door onser wildernisse aen den Heerwech, ende dat hi wateren sal in die ghemeen wateringe die door den veen gaet tot Hairlem toe. Hij betaalt hiervoor 50 Eng. nobels