15 resultaten
1495-04-23 |
G.A. Haarlem Inv no 915 hs van Alkemade en v.d. Schelling I fol 79v/Roeperpapieren Haarlem
Jaartallenindex
ick Gerard utter Ham, maerscalck Zuijder Stichts, baljuw van Abcoude en castelein van Vredelant en van myns genadige Heren van Utrecht, certificeert dat Heinrick Willemsz, toenre s briefs, de echt geboren is van de Gravelingen geslacht in den Sticht van Utrecht van die zwaertzyde ende van geenen bastaerdye en is, mijn zwaer van der selver Gravelingsgeslacht voirs, daer ik an gehijlict bin
zegel van Gerrit uten Ham: 3 spitsruiten (2,1)
1473-06-14 | Wijdenes
R.A.H. Coll Aanw 104 Caput Vriesland fol 6 (fol 2v)
Jaartallenindex
hertog Karel oorkondt dat voor zijn raad verschenen is Jan Wijbrantsz, diewelcke 3 levende soonen heeft, alsoe hij dat bij sijnen eede affirmeerde, en heeft ons opgedragen etc tbv Jacob die Wale die noch geenen soon of soonen heeft, dat Hoflant gelegen in onsen ambochte van Widenesse in Westvrieslant, binnen- en buitendijks, die hij ten rechten leen hield. De hertog beleent Jacob die Wale er vervolgens mede
Dever | 1407-08-08
Van Mieris IV p 72
Achternamenindex
Jan van den Woude heer van Warmond, Dirck van Swieten, Reynier Doverden [Dever], ridders; Jan van den Woude, Jan van der Bouckhorst, Jan van Foreest, Simon van der Schuren, knapen, welgeboren heemraden van Rynland. "Ende ick Dirck van Swieten, Ridder, omdat ick selve geenen zegel en hebbe, soo hebbe ick gebeden Boudijn Dircksz, mijnen neve, dat hij desen brief besegelen wil met synen zegele"
1627-01-08
R.A.H. O.R.A. 2101 fol 48v
Transportregister Egmond
schout en schepenen in Egmond oorkonden dat de weeskinderen van wijlen Reijnier van Selden, daer moeder aff es Aeltgen Geenen, hebben gecoft van Sr Pieter van Son, koopman te Amsterdam, een stuk land in de ban van Egmont in de Egmondermeer, genaempt "het Suyderstuck van de Ommeloop van Osselyck", groot 698 roeden 3 voeten, eertijds gecomen van de grafelijkheid van Egmond, belend oost, zuid: een kadyck, west: Aelbert Jacobsz [Walenburch] met groot Osselick, noord: de wagenweg. Koopsom 1280 Kar gld
schepenen: Clement Symonsz en Mies Dirksz
1628-04-09
R.A.H. O.R.A. 2101 fol 75
Transportregister Egmond
schout en schepenen in Egmond oorkonden dat Pieter Remmen x Trijntje Dieloffsdochter, Dirrick Pietersz x Maritgen Dielffsdochter en Pieter Dieloffsz x Hillegond Dieloffsdochter, alle kinderen en erfgenamen van wijlen Dieloff Pietersz, in zijn leven buerman tot Heijlo, verkopen aan Aeltgen van Geenen, weduwe van Renger van Geldere, wonende tot Amstelredam, een stucke lants in onsen banne van Egmont, omtrent de Houve, genaempt "Osselickertuijn", groot 4⅓ morgen, belend oost: Remmen erven, west: de erfgenamen van wijlen Adriaen Jansz Coopman, zuid: de coopster zelf, noord: Arioendyck. Koopsom 3350 Kar gld
Pieter Adriaensz Heijligendach, substituut van de baljuw en schout van Egmond, Aelbert Jacobsz en Willem Symonsz, schepenen aldaar
1611-08-31
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 123
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Willem Cornelisz Langeneel, Aechte Cornelisdochter, geassisteerd met Willem Cornelisz voors. als voogd in deze, Pieter Cornelisz Cortrijck als man en voogd van Anna Cornelisdochter, Ysbrand Jansz als man en voogd van Trijn Cornelisdochter, en Alffvertgen Willemsdochter, weduwe van Pieter Cornelisz, geassisteerd met haar zwager Willem Thysz. Alle kinderen ende erfgenamen van Cornelis Pietersz Langeneel, erkennen getransporteerd te hebben aan Huybert Willemsz Basen, oud schepen in onsen banne, twee stucken lants gelegen in de ban van Tetrode, bij hem comparant lange jaren gebruikt, oost: de Heerewech, zuid: die Vollemeer, buyten de waterloop van de wildernis, noord: Pellencrocht, west: niet vermeld. Nota: dit bovengescr. stucke lants heeft geenen impost betaelt, nadien de erfgenamen hierboven geroert, verclaeren dattet all over den tijt van 18 jaren vercocht is geweest
Balthasar Cornelisz, schout [laatste keer dat Balthasar als schout in de transportregisters voorkomt, op 1612-01-16 bekleedt Jan Anthonisz deze functie], Willem Jansz en Laurens Gerritsz, schepenen
1622-04-23
R.A.H. O.R.A. 2100 fol 121
Transportregister Egmond
schepenen van Egmond oorkonden dat Maerten Maertensz, lijndrayer op tie Hoeve, verkoopt aan Neel Jansdochter, weduwe Ysbrant Thijmasz en haar zoon Pieter Isbrantsz, een out huijsken wesende een lynbaenken, staende tot Egmont op tie Hoeve, alwaer zy luyden wel den tijt van 35 jaer in gewoond hebben, oost en zuid: de wagewech, west: de graft van t sloth, noord: de Boomgaert en Bossche. Belast met een erfpacht van 2 gld 5st voor de Grafelijkheid van Holland. Ende alsoo dese coopers zyn luyden van soberen staet, oversulcx dit mael van den incomen van de H. Geest moeten werden geassisteert, hebben daeromme geenen 40e penn. betaelt. Koopsom fl 100, op rente tegen den penn. 16
Jan Heyndriksz en Gerrit Pietersz, schepenen
1470-05-17 | Ouder Amstel
R.A.H. Coll Aanw 105 fol 5v, 7v, 8v (fol 2)
Jaartallenindex
hertog Karel oorkondt dat Jan van Aemstel, die twee zoons heeft, hem heeft opgedragen 60 morgen lands geheten Het Hofland, gelegen ter Ouder Aemstel in den ban van Ouderkerk, en dat de hertog nu de helft van dit land, met consent van Geryt van Aemstel, oudste zoon en leenvolger van Jan voorn, verkocht heeft aan Bruninck van Buschuysen Floriszoon, op dese tijt bewairer van onse Registeren van Holland, Zeeland en Vrieslant, die noch ter tijt geenen soon en heeft. Deze ontvangt de helft van dit land, dair zijn broeder Willem van Buschuysen die wederhelft af heeft. Tot een recht leen, mits betalende 200£ tot 40 gr Vlaems. Nota: Libro IIII folio 84 op Willem van Croonenburch die heergewaden van desen lande, inhoudende een roode havick of 10 schell groot daarvoor. De hertog verkoopt de andere helft aan Willem van Boschuijsen Florijsz, op dese tyt burgemeester van Leyden, die noch ter tijt mer enen soon heeft, tot een recht leen, voor 200£ van 40 gr Vl, dd 17 Mei 1470. Hertog Karel oorkondt dat Brunninck en Willem voors. dit geheele land tot lijftocht hebben gemaakt voor hun vader Florys van Boschuysen
Smit | 1543-01-12
Schepenrol Hoorn 4147
Achternamenindex
"Achtervolgend d'eijsch ende conclusie genomen bij den schout op ende jegens een Jacob Pietersz de smit, dat diezelve tot diversche stonden ende tijden bedreven soude hebben sekere insolentien van zijn wijf bloedich ende blaeu te smiten ende alsoe vuyten huijse te jagen, dat hij ter cause van dien behoert gecorrigeert te wesen nae gelegentheyt van de saicken tot arbitrage van mijn heren van den gerechte. Ende alsoe deselve Jacob op geenen dagen hem beteijken voor recht gecomen is, maer altijt vellich gebleven. Alsoe nae goede informatie die myn Heren van den gerecht hiervan gebleken is, condemneren deselve gedaechde dat hij sculdich sal wesen de schout te bethalen die somme van 11 Karol gld tuschen dit ende die naeste rechtdach, of bij gebreecke van dien dat hij die houten huijck sal dragen"
1322-05-06 |
A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 37v, 38/L.R. fol 11v
Jaartallenindex
graaf Willem oorkondt: dat wij omme gebreck van coirne ende van zaedlande, die es tote Enghusen, ende dair ommetrent, als wij verstaen hebben Gherard Heynenz onse schoute van den uijtende ende van der Zuyden, gheoirloft hebben ende oick bevolen hebben dat sij den cooch bij den noirdende van Enghusen bedycken, ende bedycken doe mitten geenen die hier tote zein mede nemet (?). Ende wair dat sake datter yemandt enigen eygendomme ane hadde, die wilden wij dat ten selve bedyce, jof dat hy t ontrume te bedycken, want er nu en gheen oirbair uyt en comet dan dat riet datter die monike nu ghemeenlike uytwinnen, ende niemandt sonderlanghe aan hem trecket, noch nyemandt verboden es te winnen. Ende wie datten dycke by Gherarde als voirs is, dien waren den rechten eygendom van den lande, hem ende synen erfnamen van der groote daer hij den cost ende arbeyt off uijt leyt, sonder archlist, behoudens ons onser tiende ende onser heerlychede. Graaf Willem verklaart dat Saskerus de Enchuysen houder van deze brief noster subditus est in nostra villa de Enchusen, verus et legitimus mercator. De graaf verzoekt hem derhalve in zijn persoon en goederen behulpzaam te zijn. Eodem die dedit dominus comes per literas suas apertas istis qui sequuntur: Gerbrando filio Ziburgen, Volcardo filio Tade [er staat: Cade], Ludekino filio Johannis ac Arnoldo filio Zuderen, voor de tijd van 4 jaren, behalve die van Arnold voirs, die één jaar geldt, de verklaring dat zij zijn veri et legitimi mercators