14 resultaten
Swieten, van | 1471-1472
Thesauriersrekening Haarlem 219 fol 57v
Achternamenindex
de procureur generaal Willem van Zwieten heeft het gerecht verzocht, "dat zij hem van der stede wegen schencken wouden een glas in zyn huus tot Amerongen, hij zoudet weder tegens der stede verdienen; zo wort hem dat gegont en geconsenteert, en heeft gecost 4 R gld", maakt 5 £ 6sc 8d
1467-04-10 |
G.A. Amsterdam Inv B.W. no 554 regest 497/Cartul St Lucienconvent Amsterdam fol 351
Jaartallenindex
schout ende schepenen tot Apcoude St Pieter oorkonden dat Gheryt Symonsz kwijtschold aan zijn zoen Claes Gherytsz, van allen dien gueden die Claes voirscr hem voir ons gegont ende ghegheven hadde, te weten dat hus myt eenre morghen lants in die zaete ende voirt de heele bruckweer daer Claes Gherytz voirscr huden des daichs op ende in woent, ende noch een morghen lants in dat Sijellant tot sijnen vrijen eyghen wille dairmede te doene
Willem Ot Jansz (zegel: alleen een rand), Heynric Willamsz: (gedeeld a) een lelie, b) 3 spitsruiten, 2,1), Claes Dirc Ruskenz (a) 3 strydkolven [?] in het midden een …, b) 3 spitsruiten, 2,1), schepenen [afbeelding in regestenlijst Amsterdam]
1491-12-22 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 17-18
Jaartallenindex
Maximiliaan oorkondt dat bij syn voorsaten gegeven en gegont is geweest den voirders van wijlen Jan Beyersz Voxdal met zijn toebehoren, liggende in de duinen van Haemstede, om dat in leen te houden, dat hij tot zijn dood gebruikt heeft. Hij liet echter geen mansoir na, maer alleen Jan Boulins zynre dochterzone, zodat er twijfel bestond of dit leen al dan niet aan de grafelijkheid vervallen was. Ende onder t dexel van desen denselven Jan Boulin dit leen te ontnemen, ondanks de groote en getrouw diensten die wijlen Jan Beyersz ons gedaan heeft. Hij beleent daarom Jan Boulin met het voirs. leen en heerlijkheid van Voxdael, gelegen in de duinen van Haemstede. Gegeven in onser stede van Ysbroeck (vgl 1493-02-11)
1529-04-18 |
G.A. Haarlem Cartul Carmelieten Haarlem H.S. Ryck no 34 fol 36v
Haarlem Algemeen
ick Jan Gysbrechtsz kenne mits desen dat die prior ende gemeen convent van de Carmelieten binnen Haarlem, myn gegont ende verleent hebben ut gracien te mogen timmeren een loetse an den turfschuer toebehorende t convent voorn. Ende ic belove die prior ende gemeen convent voernomt wederom te rumen tot hoerren vermaninge. In kennisse daer waerheyt soe heb ick mijn naem hieronder gestelt. Opt beloftenisse hier voeren gedaen bij Jan Gysbrechtsz van te ruymen de loodse ten vermaen van prior en gemeen convent is op huyden ontlast ende afgedaen ende hebben broederen Sebastiaen van Bombergen, prior, Heliseus supprior en Joost Jansz van Apcoude in naam van t gemeen convent met Frans Willemsz laeckeman, gegont ende geconsenteerd dat de voors. loodze en getimmerte staende achter Jan Jansz couckebackers huyse op te beecke aen de turfscure en anders sal bliijven sonder af te keuren, welverstaende dat Jan noch zijn naecomenste gheenen dage daer en sullen mogen hoger ofte meer ofte inne des convents mure timmeren dan bij expres consent van prior en convent gelyck en breeder blyct bij de twee brieven bezegeld op huyden 1549-05-05, waarvan het convent één en Jan Jacobsz de ander houdende is, daeromme de voirs Jan Gysbrechtsz naam geraseert en deurgeslagen is
[1504-08-14] |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 243
Jaartallenindex
thoont ende geeft ootmoedelijk te kennen uwe goetwillige dienaar Huge van Swieten, poorter uwer stede van Leyden, hoe dat waar is dat heer Adriaen van Poelgeest, ridder, hem suppliant gegont, gegeven ende opgedragen heeft deur sekere gunste, liefde en faveur van maagschepe die hij tot hem draagt, 2 perceelkens van leene, waardich zynde jaerlyks 25 R gld, in leen gehouden van de grafelijkheid. Dat suppliant verscheidene malen aan Jan van Outheusen, meester van de Charters en registers van de leenen, en aan de meesters van de rekening verzocht had hiermee beleend te worden. Belening werd hem geweigerd, weshalve hu nu aan de aartshertog belening vraagt. In margine een aantekening van 14 Aug. 1504 waarin gevraagd wordt wat de reden van de weigering is. Volgt een verklaring dat de gevraagde belening alsnog toegestaan zal worden tegen betaling van 100£, gedaan 1504-08-22
1475-10-02 | Heiloo
Cartul Reg St Jan fol 103v
Jaartallenindex
ic Geryt van Stienvoorden oorkondt: also die edele ende vermogende heere Johan jonge heer tot Egmonde tot zonderlinge bede ende begeerte van broeder Jan van Beerhem, prior tot Nasaret bij Bredervoirde, die als navolger des leengoets hem angecomen van meister Geryt van Beerhem, zijnen broeder zal. ged, ende is geheten Beerhemscampe, gelegen binnen den ban van Hello ende men tot lene te houden plach van de heerlichede ende huyse tot Egmonde, gegont ende gegevet heeft den eyghendoem deszelven leengoets puermentlicken omme Goids willen den cloester ende convente der Regulieren tot Heylo gelyck den brief die dair of is bezegelt mitten zegele des voorg. Heeren tot Egmonde dat utwijst ende begrypt, zoo ist dat ic kwijtscheldt aan genoemd klooster al het recht dat ik hebben mag op Beremscamp voirg. Op zijn verzoek zegelt Thomaes Thomaesz tesamen met hem
1495-02
folio 108 LXXXIV 1492-1495
Transportregister Haarlem
Zijbrant Jansz lyt dat zijnre dochter Margriet, him van de huijshuijre die hy hoir tot desen dage toe eysschen soude mogen, al voldaan heeft, ende heeft hoir voirt gegont, dat zij met hem binnen zynen huijse wonen sal mogen zoe lange zy leeft, sonder enige huer meer te geven
1495-10
folio 6v V 1495-1498
Transportregister Haarlem
die proest ende gemene heeren en broederen van St Anthonys met Geryt de Visscher als voogd, lijt dat hij gegont heeft Otte Rembrantsz de huijsinge ende erve zoe groot ende cleyne als Henric Reijersz de scilder die te bewonen plach, in st Anthonisstrate zijn leven lang gedurende, tegen betaling van de pacht die er op staat
1500-12
folio 93 LXXVI 1498-1501
Transportregister Haarlem
Cornelis Jansz, Henrick Aerntsz, Harck Pietersz en Floris Henricsz cuijper, als gasthuismeesters en vinders van St Jacobsgilde over de Visbrugge, lijen alsoe dat wijlen Aernt Jansz Kenninck de gasthuismeesters voirs. gegont heeft een heijmelicheijt te maken van t voors gasthuis op t erve dat de voors. Aernt daerafter gelegen hadde, onder voorwaarde dat zy de daarnaast gelegen heimelicheit van Aernt mede onderhouden zouden, dat zij dus nu zowel hun eigen heimelicheit als die van Harck Jansz die het huis van Aernt Jansz [Kenninck] gecoft heeft, zullen onderhouden
1476-11 (1) | Heemstede
Semenarie Hageveld/hs Alkemade en v.d. Schelling: Beschr Klooster Hemelspoort te Heemstede
Jaartallenindex
wij Jacob van Assendelf, casteleyn van Adriaen van den Woude, schout van Heemstede, doen cont etc hoe dat die broederen van St Bernaertsoerde in Heemstede buiten Haerlem onse sekere brieven getoent ende wij gelesen hebben, bij welke den voors. convent gegont ende geconfirmeert van wijlen onse genad. Heere Hertog Philips van Bourg. zal. ged, dat zij 8 morgen geestlant in Heemstede souden mogen besayen [?] ende betimmeren, bepoten ende bezaijen of anders oirbaren ende gebruijken tot haren meesten oirbaer ende profijt zonder Jan van Heemstede voorn, of enige zijre nacomelingen ambochtsheren van Heemstede enige tienden ofte heerlijkheit te hebben ofte eyschen te weten als van de tienden of van de profijten die zij daerop hebben mogen, maer van den weijlande daerof zoe zullen zij mogen bepooten ende begrijpen alzo veel alst hem belieft als die brieven voors. dat breder verklaren, begrijpen ende uitwijzen. Ende want zij ons te kennen gegeven hebben dat zij sommige morgen geestlants mit timmeringe, bepotinge ende begravinge van graften ende slooten gemenget hebben of vereenigt mit sommige stuken weylants, beduchtende myt ende vrese hebbende dat in toecomende tyden hemluijden of horen convent ijemant boelsom [?] moejenisse of schade doen zoude mogen dat zij verder getreden zoude mogen wesen in tiende te houden of te ontfangen dan henluyden geconsenteert ende geoirloft ware, dat zij zeer gaarne belent ende verhoet zouden zijn, hebben daerom voor ons gebracht en doen incomen Jan Comansz, Pieter Dircksz ende Claes Symonsz, geburen en inwoners tot Heemstede, waerdich te geloven die bij haer besten weten bij hoire eden ende conscientie getuycht ende geeyt hebben dat die Broeders kroft voor den convent, nu ter tijt niet meer geestlant binnen hoer clooster en krofte die zuijtwestwaerts aen haer cloester leyt, begrepen en hebben, dan hierna bij name ende maet geschreven staet (zie vervolg)