138 resultaten
Hey | 1395-1396
Rek Rentmeester Voorne fol 2 p 247, fol 5v
Achternamenindex
de noordzijde in Lodderland van middelkerfte tussen de weg en de Westerlantsendijc gehieten, dat Heij Henric Hughenz, 20 sc
1355~ |
R.A.H. no 42 fol 20v/Reg EL 43 fol 14
Haarlem Algemeen
item heeft ontfaen ten rechten leen Claes Willensoen 14 morgen lants leggende in den ambacht van Alfen, daer die 8 morgen gehieten sijn ts Gravenvelt, d'ander (6) bi Claes Willen soens wooninge, daer hi te woenen plach, gedaen in Haerlemmerhout (zonder datering)
hier over waren: Jan Aernt, Willem van Spernewoude, Gheret Buijse, Symon Hage
Oostrum, van | 1339-03-21
R.A.H. Coll Aanw 36 fol 396/EL 32 fol 67 Amstelland
Achternamenindex
graaf Willem oorkondt "want Clais van Osterkem eene hove lants ane sprac te seven, die gehieten es die Zeghene in den ambochte van Camerike in der heren gherechte van St Marien van Utrecht, dair ons Jan van den Velde betoch anebrochte mit ouden brieven ..."
1484-02-05 (1483) |
R.A.H. Coll Aanw 109 Caput Amstelland fol 1/Reg Max. Philips fol 1
Jaartallenindex
Max. en Philips belenen Jacob jonge Jacobszoonszoon met de helft van 2 ½ maden lants gelegen in Suijrwoude in Waterlandt, tusschen Jan Symonsz en Wouter Jansz ende is gehieten die Blockcamp. Item noch 4 maden lants ende is gelegen op Catwoude ende is gehieten Rietoirt. Het 1e leen tot een erfleen, het 2e leen tot een onversterfelijk erfleen. Na den loop en schrijven van den Hove
1499-03-15 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 28v, 29
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat hij beleent jvr Cornelye Jansdochter van Dryebergen na dode van haar vader met een landeken gehieten Engelant met een riitbrouck gehieten die heyninge mit eggen ende mit eynden ende mit der tyende daarof ende synen Drogendyk. Leen van Putten. Te houden tot een recht erfleen, te verheergewaden met een stoop Rynwyn. Jan van den Zevender doet als gecoren voogd de eed voor haar
present: Dirck van Boneem, Jacob Adriaensz
1497-10-25 |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 12-17
Jaartallenindex
verlyt Jacob Jansz na dode van zijn broeder Willem Blaskin een hoeve lants gehieten die Gouthoeve, groot 12 morgen
present: mr Jan van Schoonhoven, Dirck van Boneem, Jan Crooc, Floris van Wyflyet [er staat: Visvlyet]
1494-12-02 | Overveen, Tetrode
Cartul St Jan Haarlem no 1100
Haarlem Algemeen
Jordaen van Drijell, abt van Egmond, beleent zyn broeder Goessen van Dryell met alsulk leengoed als heer Pieter van Schoten van de abdij te houden placht, nl een achtel zadinx, gelegen Over Veen, an die oostzijde van die beeck, ende heeft belent an beyden zijden Ysbrant uten Hage. Item noch 2 achtelen zadincx gheleghen an die westzijde van den selven beeck, belent an beyde zyde den voorn. Ysbrant uten Haghe. Item noch 1½ achtel zadinx, gehieten Garstlant, ende heeft belent noord: Arys Claisz, west: Willem Claesz. Tot een recht leen. In margine: Tetroede (vgl 1498-06-21)
1479-05-03 |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 129
Jaartallenindex
schepenen van Sinte Martijns, van Enijghenburch ende van Valkencoghe, oorkonden dat Claes Pieter Abbenzoon verkocht heeft aan Jan Talynck, zekere percelen van landen naegescreven, gelegen in den ban van St Martijns voirn, te weten een stucke lants gehieten Bouwynck werff, groot ± 4 geersen, lenden west: Zasker Harkenz, zuid: Jan Rijcwertsz. Item noch een stucke lants gheeten aytinghe hoeck, groot 4 geersen, lenden west: Jan Rijcwertsz, noord: Pieter Rijcwertsz. Item noch een stucke lants van ± 4 geersen, gehieten die Cruijsvenne, daer lenden bij zijn zuid: Heinrick ende Jan Gerytsz, gebroderen, noord: Pieter Rycwertsz, etc
jonge Geryt Garbrantsz en Jan Petersz, schepenen; met zegel van Harcke Soijersz (een molenrad) die voor de schepenen zegelt
1494-05-26 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Waterland fol 6v (fol 4)
Jaartallenindex
koning Max. en Philips beleenen Aelbrecht Ysbrantsz na dode van zijn broeder Geerbrant Isbrantsz met 3 deymden lants in den ban van Brouck gelegen, ende gehieten is Oevenveen. Tot een onversterfelijk erfleen
present: Tielman Oom van Wyngaerden, Pieter van der Goes, Dirck van Boneem
1559-11-26 | Heemskerk
Arch Marquette no 317
Jaartallenindex
Nicolaes heer van Assendelft, Eemskerck, Cralinge etc, als heer van de hofstede van Haarlem, beleent Geryt Cornelisz met ⅓ deel van een stucke landts gelegen in den ban van Eemskerck, gehieten den cleynen Hemme, mit alle den opgroye die daertoe behoort ende men daertoe meten mach tusschen twee harden landen, ende belent hebben zuid: Claes Gherytsz an den dijck mitten grooten Hem, west: Meynertsven, oost: een water gehieten Poel, hem aanbestorven van zijn vader Cornelis Gherytsz, als onversterfelijk erfleen te houden van de hofstede van Haerlem. Daar hij onmondig is, doet Simon Gherytsz tot Rensburch hulde en eed
hierover waren: Simon Pijl, leenman van de grafelijkheid van Holland, heer Adriaen van Egmondt, mijn leenman. Zegel in rode was: gekwartieerd: Assendelft en Haarlem